Boek: M.J. Kronenberg en B. de Wilde, Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht
, Samenvatting strafrecht week 1
Strafrecht is: tijd, plaats en cultuur bepaald
- Wat stel je strafbaar
- Wat is je doel? (afschrikken, generale of speciale preventie, vergelding, normbevestiging,
veiligheid is samenleving garanderen)
- Veel dingen die vroeger wel of niet strafbaar waren, nu in deze tijd wel of niet strafbaar.
Strafrecht als publiekrecht
- Geeft recht tot straffen aan overheid (i.p.v. slachtoffer)
- Is afdwingbaar
- Is niet onbegrensd legaliteitsbeginsel
Strafrecht: houdt zich bezig met het bestraffen van personen die een strafbaar feit hebben gepleegd.
Het beschermt en beperkt.
Doelen van strafrecht: dient voornamelijk twee doelen;
- Vergelding: dit vergeldingsaspect kan zorgen voor een morele genoegdoening: de dader
heeft kwaad afgeroepen over de samenleving en daarom roept de samenleving kwaad af
over hem.
- Preventie: deze gaat uit van een eenvoudig principe; mensen willen geen straf krijgen, dus
zullen zij gedrag dat mogelijk tot straf leidt, zoveel mogelijk proberen te voorkomen.
Speciale preventie: gedachte is dat een dader die in aanraking is gekomen met de
gevolgen van het overschrijden van een strafrechtelijke norm, de volgende keer wel
twee keer na zal denken voordat hij nog eens iets dergelijks zal doen.
Generale preventie: heeft als uitgangspunt dat ook anderen dan de gestrafte lering
trekken uit het feit dat er voor het plegen van een strafbaar feit straf opgelegd kan
worden.
Materieel strafrecht: heeft men het over de vraag wat een strafbaar feit is. Het bepaald wel gedrag
niet toegestaan is en welke personen daarvoor kunnen worden gestraft. (wetboek Strafrecht)
Formeel strafrecht/strafprocesrecht: dit deel van het strafrecht bepaald welke regels moeten
worden gevolgd wanneer een norm van het materiële strafrecht (vermoedelijk) is overtreden.
(wetboek Strafvordering)
Sanctierecht: heeft betrekking op de voorwaarden waaronder bepaalde straffen mogen worden
opgelegd en ten uitvoer gelegd. Het gaat bijvoorbeeld om de vraag of voor een bepaald strafbaar feit
een taakstraf mag worden opgelegd en welke voorwaarden de rechter precies mag stellen wanneer
hij een straf voorwaardelijk oplegt. (zowel wetboek Sr als Sv)
Commuun strafrecht: het strafrecht dat in de wetboeken is opgenomen.
Bijzonder strafrecht: strafbepalingen in andere wetten, bijvoorbeeld wegenverkeerswet en
Opiumwet.
Wetboek strafrecht
1. Dit boek regelt de algemene leerstukken van het materieel strafrecht, dit zijn algemene
leerstukken omdat deze van toepassing zijn op alle delicten die in het wetboek strafbaar zijn
gesteld en in beginsel ook op alle delicten die in de bijzondere strafwetten zijn opgenomen
, 2. Bevatten uitsluitend strafbepalingen; omschrijvingen van gedrag dat strafbaar is, met daarbij
een aanduiding van de maximale straffen die mogen worden opgelegd. In boek 2 worden
alleen misdrijven strafbaar gesteld.
3. Bevatten uitsluitend strafbepalingen; omschrijvingen van gedrag dat strafbaar is, met daarbij
een aanduiding van de maximale straffen die mogen worden opgelegd. Boek 3 bevat
uitsluitend overtredingen.
Wetboek strafvordering
1. in dit boek worden de belangrijkste bevoegdheden tijdens het opsporingsonderzoek
geregeld.
2. Dit boek regelt de vervolgingsbeslissing van de officier van justitie en de hele procedure voor
de berechting van een verdachte door de rechtbank
3. Dit boek is geheel gewijd aan rechtsmiddelen
boek 6 wordt geheel gewijd aan de tenuitvoerlegging.
Internationaal: Nederland is lid van de Europese Unie, het strafrecht wordt in steeds sterkere mate
beïnvloed door besluiten van de Europese Unie en door uitspraken van het Hof van Justitie van de
Europese Unie.
- Deze regels zijn supranationaal rechtelijk: het gaat namelijk om regels die een internationale
organisatie oplegt waar de lidstaten bij die organisatie zich aan moeten houden.
Legaliteitsbeginsel: strafbepalingen zijn altijd terug te vinden in het geschreven recht. Dit wordt
mede in Art. 1 Sr + Sv bepaald.
1. Lex certa: de wet moet duidelijk zijn, geen vage begrippen.
2. Lex scripta: het moet opgeschreven zijn in de wet
3. Verbod van terugwerkende kracht: mag alleen worden gestraft volgens de wetten die op dat
moment gelden. Je mag niet vervolgt worden voor een feit die bijv. 4 weken later pas
strafbaar wordt gesteld.
4. Verbod van analogie: verbiedt de rechter om de wet te ruim te interpreteren. Het recht
leent zich om bepaalde begrippen en verboden ruim te interpreteren, bijvoorbeeld het
begrip moord, maar er worden dus wel grenzen gesteld aan het ruime interpreteren.
- Artikel 1 Sr + Sv: heeft tot doel rechtszekerheid te bewerkstelligen.
De rechtszekerheid eist onder andere dat omschrijvingen van wettelijke
strafbepalingen voldoende helder zijn.
Uit de tekst van delictsomschrijving moet duidelijk blijken wat precies verboden is,
zodat burgers hun gedrag daarop kunnen afstemmen.
Onduidelijkheden of vaagheden in de wet zet de deur wagenwijd open voor
willekeur en misbruik.
Belangrijkste interpretatiemethoden
- Wetshistorische interpretatie: om te kunnen bepalen wat de inhoud is van een
wetsbepaling, wordt gekeken naar de totstandkomingsgeschiedenis van de bepaling in
kwestie.
- Grammaticale interpretatie: hierbij wordt de inhoud van de wet bepaald aan de hand van de
taalkundige betekenis van de woorden in de desbetreffende bepaling.
- Systematische interpretatie: bij deze interpretatiemethode wordt de wet uitgelegd aan de
hand van de systematiek van de wet.
, - Teleologische interpretatie: bij het bepalen van de inhoud van een wetsterm wordt gekeken
naar het doel van de wet.
Procesdeelnemers
Verdachte: op grond van feiten en omstandigheden die worden geconstateerd in een bepaald
strafrechtelijk onderzoek, kan het redelijke vermoeden ontstaan dat een strafbaar feit heeft
plaatsgevonden (verdenking) en dat een bepaald persoon dat feit heeft begaan (verdachte)
- Tot het moment van de veroordeling wordt uitgegaan van de onschuld van de verdachte.
Raadsman: een raadsman is een advocaat die de verdachte adviseert en met hem de verdediging
voert. De verdachte en zijn raadsman samen worden de verdediging genoemd.
Getuige: dikwijls spelen getuigenverklaringen een belangrijke rol bij het bewijs.
Slachtoffer: slachtoffers hebben bepaalde rechten in het strafproces (Art. 51aa – 51g Sv)
- ‘’Fons heeft schade geleden doordat hij doktersrekeningen heeft moeten betalen en pijn
heeft geleden’’. In het strafrecht wordt hij de benadeelde partij genoemd.
- Slachtoffers hebben in veel gevallen ook het zogenoemde spreekrecht. Dit betekend dat het
tijdens het onderzoek ter terechtzitting mag vertellen over bijv. de gevolgen die het strafbare
feit voor hem hebben gehad. (Art. 51e Sv)
Deskundige: deskundigen die speciaal onderzoek verrichten voor een rechter worden forensische
deskundige genoemd. Zij kunnen worden benoemd met de opdracht bepaald onderzoek uit te
voeren.
Rechtbank, gerechtshof en Hoge Raad: door deze 3 rechterlijke colleges kunnen strafzaken worden
berecht.
- Rechtbank: rechtsgebied van een rechtbank wordt arrondissement genoemd.
Er bestaan 11 rechtbanken
Enkelvoudige kamer: voor eenvoudige en minder ernstige strafzaken.
Kantonrechter: oordeelt over de meeste overtredingen.
Politierechter: oordeelt over eenvoudige misdrijven. De politierechter behandelt
alle soorten strafzaken waarvoor maximaal twaalf maanden gevangenisstraf zal
worden geëist tegen een meerderjarige. De officier van justitie bepaalt of de zaak
door de politierechter of de meervoudige strafkamer van de rechtbank wordt
berecht. Eist de officier van justitie een gevangenisstraf van langer dan twaalf
maanden, dan moet hij de zaak voorleggen aan de meervoudige strafkamer.
Kinderrechter: oordeelt over zaken met minderjarige verdachten.
Meervoudige kamer: bestaan uit 3 rechters, waarvan één voorzitter is.
Oordeelt over ingewikkelde en ernstige strafzaken.
- Gerechtshof: gebied dat een aantal arrondissementen omvat heet een ressort.
Gerechtshoven zijn verbonden aan een ressort.
Kent enkelvoudige en meervoudige kamers.
Rechters worden hier raadsheren genoemd.
- Hoge Raad: wordt beslist over cassatie
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller celineschaap98. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.52. You're not tied to anything after your purchase.