Volgende stappen zijn nodig om het meisje de eindoefening goed te laten uitvoeren:
o NIVEAU 1: WATERWENNEN
Op dit niveau besteedt het kind aandacht aan de bouwstenen die nodig zijn om waterangst weg te werken en
de omgeving van het water goed te leren kennen.
Het kind zal aan waterwennen moeten doen met de volgende bouwstenen:
o Bij het HOOFD moet het kind haar ademhaling leren controleren door uit te blazen onder water, want in
een eerste reflex zal ze haar mond dichthouden en de ademhaling blokkeren.
Ze zal ook moeten leren dat je niet alles even goed kan zien door de gebrekkige visuele oriëntatie, want in
eerste reflex zal ze haar ogen dichtknijpen.
o Bij de ROMP zal het kind ondervinden dat een horizontale ligging belangrijk is om een goede stroomlijn te
verzekeren. In het filmpje is te zien dat het meisje telkens terug naar de verticale ligging gaat, omdat ze
telkens haar voeten van de noodle lost. Ze zal de opwaartse stuwkracht moeten ondervinden. Rotaties
verlopen veel vrijer in het water, toch zullen kinderen wanneer ze al hebben leren rollen, dat niet
onmiddellijk in het water doen. Het meisje zal de weerstand van het water moeten voelen, zo zal ze
ondervinden dat je voortbewegen in water trager verloopt dan op het droge.
Wanneer het kind gewend is aan het water aan de hand van de bovenstaande bouwstenen kan het naar het
volgend niveau gaan, namelijk ‘leren overleven’.
o NIVEAU 2: LEREN OVERLEVEN
Op dit niveau combineert het kind twee bouwstenen en oefent de vaardigheden om tot de eindoefening
(kip aan’t spit) te komen:
o EVENWICHT
Doordat het kind de bouwstenen hoofd en romp nog niet optimaal beheerst, zal de bouwsteen evenwicht
ook niet voldoende ontwikkeld zijn. Het horizontaal ter plaatse drijven en het hoofd in een neutrale positie
houden, zijn nog niet genoeg ontwikkelt met als gevolg dat het evenwicht dat ook niet is. Door het lichaam
en het hoofd in het water te leggen ontstaat er de mogelijkheid tot ontwikkeling van het evenwicht. In het
begin zal het kind enkel ter plaatse kunnen drijven, maar na verloop van tijd zal het ook in beweging en in
combinatie met ademhaling kunnen drijven. Het evenwicht herstellen, kan het kind door middel van rotaties
De oefening kip aan’t spit hoort bij het niveau van leren overleven.
Het kind zal deze oefening moeten uitvoeren om zijn brevet Dolfijn te kunnen behalen.
Oefeningen:
BOUWSTEEN HOOFD
Oefening: HET DAK
De lesgever maakt een dak met een noodle zodat het kind er met de onderdompeling van de mond onder geraakt.
o Aandachtspunten:
Het kind moet inademen voordat het met zijn mond onder water gaat.
De mond moet dichtgehouden worden.
o Differentiatie:
Het kind kan tijdens de oefeningen bellen blazen.
Het kind kan tijdens de oefeningen iets in de handen hebben.
Het kind kan vanuit stand de romp voorwaarst buigen en zo onder de lage hindernis stappen.
Het kind gaat onder een dak dat is ingestort en net op het wateroppervlak ligt.
,Oefening: DE BELLENBLAZER
Het kind blaast bellen onder water in een gehurkte positie.
o Aandachtspunten:
Het kind moet zijn lippen tuiten.
De mond en de neus moeten in het water liggen.
Het kind moet onder water krachtig uitblazen.
Het hoofd van het kind moet verticaal worden gehouden.
o Differentiatie:
Het kind kan volledig ondergaan.
Het kind kan met beide handen de kant vasthouden en afwisselend inademen boven en uitademen onder water.
BOUWSTEEN ROMP
Oefening: DE HELIKOPTER
Het kind springt vanuit stand met een halve draai.
o Aandachtspunten:
Het kind moet in evenwicht landen.
Het kind moet een halve draai naar rechts en links maken.
De romp van het kind moet recht blijven.
De armen van het kind moeten zijwaarts gestrekt naast het lichaam staan.
o Differentiatie:
Het kind kan met armbewegingen de draai ondersteunen.
Het kind kan de armen boven zijn lichaam strekken als een ballerina.
Oefening: DE BABYKROKODIL
Het kind moet met een voorlingse handensteun op de bodem, de benen laten drijven op het wateroppervlak.
o Aandachtspunten:
Het kind moet aan vormspanning doen.
Het hoofd van het kind moet boven water blijven.
De handensteun staat recht onder de schouder van het kind.
o Differentiatie:
Het kind kan al stappend met de handen een balletje voortblazen.
Het kind kan onder water kloppen met de benen.
Het kind kan met het hoofd onder water de oefening uitvoeren.
Het kind kan tijdens de oefening een drijvend voorwerp wegblazen.
VAARDIGHEID EVENWICHT (vooral bouwstenen hoofd en romp)
Oefening: DE DRAAIENDE KROKODIL
Het kind moet met voorlingse handensteun, een halve draai maken tot ruglig.
o Aandachtspunten:
In buiklig bevindt het hoofd zich in het water en in ruglig bevinden de oren zich in het water.
Het kind moet op de vormspanning letten, namelijk het hoofd - de romp - de voeten in elkaars verlengde.
o Differentiatie:
Het kind kan de oefening zonder handensteun doen, met de armen naast het lichaam.
Het kind kan zijn hoofd boven het water houden.
, Plaats in de zandloper:
Het zandloper model is een nieuwe leerlijn zwemmen.
De nieuwe leerlijn bestaat uit drie grote fasen of clusters die op hun beurt nog eens verdeeld zijn in niveau’s.
In deze leerlijn starten we met een brede basis bij fase 1, hierna wordt fase 2 smaller en uiteindelijk wordt er in fase
3 weer breder gewerkt. Hierdoor krijg je een zandloperfiguur:
FASE 1: BEWEGEN IN HET WATER
Niveau 0: Baby-peuter wennen
Niveau 1: Waterwennen
Niveau 2: Leren overleven
FASE 2: LEREN ZWEMMEN
Niveau 3: Leren zwemmen
FASE 3: ZWEMMEN
Niveau 4: Anders leren zwemmen
Niveau 5: Beter zwemmen
FASE 1, NIVEAU 0: BABY-PEUTER WENNEN
Het begint vroeg zodat het kind een goed gevoel aan water kan linken. Wanneer het kind water associeert met
angst gevoelens, dan zal het gevolgen hebben bij de volgende fases en niveau’s van de nieuwe leerlijn. Dit kan je
voorkomen door de baby/peuter al spelend der wijs te laten wennen aan water.
Bv. spatten met water, water over het hoofdje laten gooien, zorgen dat water niet te koud of te warm is…
FASE 1, NIVEAU 1: WATERWENNEN
Het kind leert de nodige basis kennis om in fase 2 te leren zwemmen.
Aan de verschillende bouwstenen die nodig zijn om goed te leren zwemmen, wordt aandacht besteed.
De kind zal rond de bouwstenen hoofd, romp en ledematen werken om over te gaan naar niveau 2.
HOOFD
Situering van de oefeningen het dak en de bellenblazer wordt er vooral gewerkt rond deze bouwsteen.
Het kind leert hoe hij zichzelf onderwater kan houden zonder te panikeren. Hoe het moet ademen en zichzelf
onderdompelen in het water.
o HET DAK
Er is sprake van onderdompeling, want het hoofd is helemaal of deels onder water.
Er is sprake van ademhaling, want voor het kind onder gaat, ademt het in en uit onder water.
o DE BELLENBLAZER
Er is sprake van onderdompeling, want het hoofd is deels onder water.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mariegoesaert. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.87. You're not tied to anything after your purchase.