Een volledige samenvatting van het vak Inleiding in het Publiekrecht.
De samenvatting bevat:
Het deel Europees recht van het boek 'Praktisch Europees recht';
Het deel Staatsrecht van het boek 'Staatsrecht begrepen';
Het deel Strafrecht van het boek 'Straf(proces)recht begrepen';
De bijbehoren...
1.1 Internationaal recht
Als personen of rechtspersonen afspraken met elkaar maken, stellen zij een contract op
volgens de nationale wet.
Staten maken afspraken op grond van het internationale recht. Dit rechtsgebied regelt alle
betrekkingen tussen staten. Afspraken die staten op basis van internationaal recht met
elkaar maken, worden meestal in een verdrag vastgelegd.
1.1.1 Staatssoevereiniteit
Overheid heeft staatssoevereiniteit: andere staten kunnen bv. niet bepalen hoe Nederland
zijn regelgeving vormgeeft, deze macht ligt alleen bij de nationale overheid.
Deze macht kan op twee manier worden beperkt:
1. Soevereiniteit vrijwillig overgedragen: staat kan beslissen om de
beslissingsbevoegdheid (een gedeelte) over te dragen aan bv. een internationale
organisatie.
2. Soevereiniteit onvrijwillig beperkt: bv. als een staat wordt binnengevallen door een
ander land en de macht overneemt.
1.1.2 Internationale organisaties
Twee soorten organisaties:
1. Gouvernementele organisaties (onder te verdelen in intergouvernementeel en supra)
2. Non-gouvernementele organisaties
Gouvernementele organisaties
- Een samenwerkingsverband tussen staten. (Bijv. Europese Unie, Verenigde Naties)
- Oprichting gebeurt in een verdrag.
Intergouvernementele organisatie: als lidstaten geen soevereiniteit afstaan. Samenwerking
tussen de lidstaten
Supranationale organisatie: als lidstaten wel beslissingsbevoegdheid afstaan aan de
organisatie. Staat boven de lidstaten.
Non-gouvernementele organisatie
- Is onafhankelijk van staten en heeft vaak een ideële doelstelling, hoeft niet
internationaal te zijn. (Bijv. Amnesty international, Rode Kruis)
- Ngo`s publiceren jaarlijks rapporten over de stand van zaken op hun
aandachtsgebied, ze hebben geen stemrecht maar wel een adviserende rol als ze
worden uitgenodigd om deel te nemen aan internationale vergaderingen.
,1.2 De EU en haar doelstellingen
De EU is het resultaat van verschillende opeenvolgende internationale verdragen.
Op dit moment gelden de verdragen:
- Het verdrag betreffende Europese Unie (VEU)
- Het verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie (VwEU)
Belangrijkste doelstellingen EU: (zie o.a. art. 2 en 3 VEU)
1. Vrede en welzijn
2. Creëren van vrijheid, veiligheid en recht
3. Interne markt
4. Instellen van een Economische en Monetaire unie (EMU)
5. Beschermen van mensenrechten
1.2.1 Vrede en welzijn
Economische verwevenheid tussen lidstaten zorgt ervoor dat conflicten tussen lidstaten
eerder op een diplomatieke wijze worden opgelost ➔ zorgt ervoor dat binnen de Europese
lidstaten geen oorlog meer is geweest. Je maakt namelijk geen ruzie met je handelspartners!
1.2.2 Ruimte van vrijheid, veiligheid en recht
Er is vrij verkeer van personen, maar dus ook vrij verkeer van criminaliteit.
De EU zorgt er daarom voor een beleid dat vrij verkeer van personen mogelijk maakt, maar
ook regels om grensoverschrijdende criminaliteit te bestrijden.
1.2.3 Interne markt
De interne markt maakt het mogelijk dat er steeds meer gehandeld wordt tussen bedrijven
die in de lidstaten zijn gevestigd, dat er steeds meer personen over de grens gaan werken en
dat iedereen overal in de EU kan investeren. Bedoeling is dat de nationale markten steeds
meer geïntegreerd worden tot één interne markt.
1.2.4 Economische en Monetaire unie (EMU)
De EMU valt uiteen in twee pijlers; het monetair beleid vormt de ene pijler en het
economisch beleid de andere.
Monetair beleid:
- De Europese Centrale bank: verantwoordelijk voor het monetaire beleid➔ euro moet
een stabiele koers houden en zijn daarom veel gestelde eisen waaraan de lidstaten
moeten voldoen.
- De euro zorgt ervoor dat de handel tussen lidstaten worden bevorderd ➔
consumenten kunnen de prijzen van producten en diensten in zijn eigen land
vergelijken met andere landen.
Economisch beleid
- Blijft grotendeels de verantwoordelijkheid van de lidstaten en heeft een
intergouvernementeel karakter.
- Economisch beleid wel coördineren met het oog op de gezamenlijke doelstellingen
van stabiliteit, groei en werkgelegenheid in de eurozone (SGP)
1.2.5 Beschermen van mensenrechten
Art. 2 VEU: bescherming van mensenrechten.
,Democratische samenleving en een rechtsstaat: fundamentele begrippen voor lidstaten.
Vanwege het belang van de mensenrechten in de EU, wordt de Europese Unie naast een
economisch samenwerkingsverband, steeds vaker bestempeld als een
waardengemeenschap.
Art. 3 lid 5 VEU: blijkt dat deze waarden verder gaan dan de grenzen van de Unie, ook in
relaties met andere landen zet de EU zich in voor de verbetering van mensenrechten en
democratie➔ dit beleid heeft betrekking op bv. niet alleen handelsbelangen maar ook
ontwikkelingshulp.
1.4 Beginselen
Twee van deze beginselen worden in dit hoofdstuk uitgelegd de andere beginselen zijn
belangrijk voor de machtsverdeling tussen de EU en de lidstaten.
- Om ervoor te zorgen dat de interne markt goed functioneert, is onderscheid op
grond van nationaliteit verboden: iedereen is gelijk ➔ gelijkheidsbeginsel.
- Soms zijn er situaties waarin het noodzakelijk is om onderscheid te maken, maar dit
moet wel evenredig zijn aan het nagestreefde doel ➔ evenredigheidsbeginsel.
1.4.1 Gelijkheidsbeginsel
Art. 18 VwEU: Er mogen volgens dit artikel geen belemmeringen zijn. Dit betekent dat er
geen onderscheid mag worden gemaakt op grond van nationaliteit.
Het idee achter het discriminatieverbod is dat de interne markt optimaal kan functioneren
en aan iedereen dezelfde kansen en mogelijkheden worden geboden.
, - Gelijke gevallen: er is sprake van gelijke gevallen als beide gevallen dezelfde
kenmerken hebben. Geldt voor zowel goederen als personen.
- Ongelijke gevallen: als gevallen juist niet dezelfde kenmerken
hebben, mogen ze dus niet op dezelfde manier behandeld worden.
1.4.2 Evenredigheidsbeginsel (proportionaliteitsbeginsel)
Definitie: het minst belemmerende alternatief moet altijd gebruikt worden om het doel te
bereiken.
Als het toegestaan is om onderscheid te maken, mag dit alleen als daarmee een belangrijk
doel wordt bereikt. De maatregel waarmee men dat doel wil bereiken moet evenredig zijn.
En als het doel ook met minder zware maatregelen bereikt had kunnen worden, dan is de
maatregel niet evenredig.
Hoofdstuk 2 Instellingen van de Europese Unie
Art. 13 VEU noemt de instellingen die het mogelijk maken dat de doelstellingen die
besproken zijn in hoofdstuk 1 worden behaald. Dit hoofdstuk bespreekt de samenstelling, de
taken en de bevoegdheden van de vijf belangrijkste instellingen: de Europese Raad
(paragraaf 2.1), de Europese Commissie (paragraaf 2.2), de Raad van de Europese Unie
(paragraaf 2.3), het Europees Parlement (paragraaf 2.4) en het Hof (paragraaf 2.5)
2.1 Europese Raad
- De hoogste instelling binnen de EU is de Europese Raad.
- De Europese Raad sluit de verdragen: de belangrijkste vorm van het Europees recht.
- Art. 15 VEU: hier is de samenstelling en taken te vinden van de Europese Raad
2.1.1 Samenstelling van de Europese Raad
Staatshoofden of regeringsleiders van de lidstaten hebben zitting in de Europese Raad,
samen met de voorzitter van de Europese Commissie. Nederland wordt vertegenwoordigd
door de minister-president.
2.1.2 Taken van de Europese Raad
Komt over het algemeen twee keer per half jaar bij elkaar en vergadert dan over de
hoofdlijnen van het Europees beleid. Taken:
- Verdragen opstellen of wijzigen (Europese Raad is als enige bevoegd)
o De Europese Raad beslist definitief als er een verdrag gewijzigd wordt. Deze
wijziging wordt voorbereid door juristen en diplomaten uit alle lidstaten.
o Een beslissing in de Europese Raad wordt meestal genomen op basis van
unanimiteit (iedereen lidstaat moet er mee in stemmen). Dus deze
bijeenkomsten kunnen erg lang duren.
- Beleidslijnen vaststellen
o De staatshoofden en regeringsleiders houden zich bezig met de hoofdlijnen.
Ze zullen niet in detail met oplossingen komen, ze geven wel kaders aan
waarbinnen de andere instellingen met behulp van wetgeving de problemen
moeten gaan oplossen.
- De andere instellingen moeten hun taken uitvoeren binnen de kaders en
mogelijkheden die de Europese Raad hun geeft.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ajoostema. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.97. You're not tied to anything after your purchase.