Dit is een samenvatting van het vak Europese Instellingen (Handelswetenschappen, campus Brussel) gegeven door Ann Pauwels. De samenvatting bevat heel de examenleerstof met beantwoordde examenvragen.
1. Historisch overzicht van de Europese integratie:
1.1 Basisbegrippen
EU = internationale organisatie (NAVO bv.), staten beslissen om samen een internationale
organisatie op te richten om samen te werken waarbij afspraken gemaakt worden in een
verdrag (contract tussen landen). Er worden organen of instellingen opgesteld die het
beleid van die organisatie gaan uitvoeren. Een internationale organisatie bezit ook een
internationaal rechtspersoon die houdt in dat je wordt beschouwd als een internationale
actor binnen de internationale handel, dit betekent dat de EU zelfstandig een internationaal
verdrag kan sluiten met andere landen.
Internationale organisaties zijn onderverdeeld in (supranationale vs. intergouvernementele
organisaties)
supranationaal = wilt zeggen boven de staat, soevereiniteit (gezag) is afgestaan aan de
organisatie
een gevolg hiervan is dat ook al stemt een lidstaat tegen een bepaald iets maar de
meerderheid stemt voor dan moet de lidstaten die tegen stemmen dit ook volgen
het orgaan kan ook niet bestaan uit lidstaten maar uit deskundigen die beslissingen
kunnen nemen
intergouvernementele = de soevereiniteit van een land wordt behouden
de organisatie kan nog bindende beslissingen opleggen maar enkel voor de landen die
voor stemmen
De Europese Unie heeft beide supranationale als intergouvernementele kenmerken. NAVO is
bijvoorbeeld ook overwegend intergouvernementeel.
1.2 Historisch overzicht:
Na WO2
OEES (Organisatie voor Europese Economische Samenwerking, 1948) opgericht om de
problemen die WO2 stelde op te lossen, zoals de heropbouw van Europa. Dit was toen een
zuiver intergouvernementele organisatie die focuste op samenwerking.
Raad van Europa (1949): vermeiden dat Europa opnieuw slachtoffer zou worden van een
zwaar conflict met dezelfde fundamentele beginselen (respect voor rechten van de mens,
rechtsstaat en democratie) samenwerking op elk vlak BEHALVE militaire samenwerking
(daarvoor NAVO)
Bestaat nog steeds, is gevestigd in Straatsburg tegenwoordig: Europees verdrag voor de
rechten van de mens
,NAVO (1949): Noord-Atlantische Verdragsorganisatie, west Europese landen besloten om
samen met Amerika een militaire band op te richten tegen de dreigingen van het Oosten
tijdens de koude oorlog, deze was ook een intergouvernementele organisatie
Jaren 50
naar de toekomst conflict proberen te vermeiden door bouwstenen in te voeren waarover
men akkoord kan zijn
een voorbeeld hier was het EGKS (Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal), een
overeenkomst om de bevoegdheid voor de productie van kolen en stalen uit handen te
geven aan een hogere autoriteit, dit was de eerste supranationale organisatie
Europese Defensie Gemeenschap (EDG,1952), gezag over defensie onttrekken aan de staten
en hierin overeenkomen MAAR Frankrijk weigert dus wordt deze niet opgericht
Hierdoor werd de West-Europese Unie opgesteld (WEU, 1954) hier zat Groot-Brittannië bij
en doordat deze organisatie gouvernementeel is deed Frankrijk toch mee
Rond dezelfde periode probeerde ze rond het concept van de kolen stalen overeenkomst
ook overeen te komen over andere dingen. Er ontstond dus een overeenkomst tussen de 6
originele leden van de EGKS over economische feiten en atoomenergie (Benelux, Duitsland
Frankrijk en Italië) deze was ook supranationaal. Europese Economische Gemeenschap en
Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (1957) ook verdragen van Rome genoemd
(bevat ook EGKS en EEG).
Jaren 80
herziening van het verdrag van Rome door een nieuw verdrag namelijk de Europese akte
(1986).
Jaren 90
de EGKS, EEG en EURATOM worden behouden tot de jaren 90 waarna door de val van de
Sovjet-Unie de Europese Unie wordt opgericht. Doordat Duitsland door de val van de Sovjet-
Unie terug één is wouden ze dit machtig land inbedden in deze verdragen en is de Europese
Unie opgericht. Hier worden zowel supranationale als intergouvernementele elementen
samengebracht
de eerste pijler zijn de elementen die supranationaal waren ervoor, blijven dit ook zoals
de EGKS, EEG en EURATOM (vooral economisch)
er wordt een extra pijler toegevoegd Gemeenschappelijk Buitenlands en
Veiligheidsbeleid en deze wordt intergouvernementeel
derde pijler houdt in dat we samenwerken op vlak van justitie en binnenlandse zaken
(terrorisme bv.) en ook deze is intergouvernementeel.
Verdrag van Amsterdam (1997):
EU beter uit te rusten voor uitbereidingen MAAR in beperkte mate gerealiseerd
Begin nieuw millennium
Verdrag van Nice (2001): betere versie van verdrag Amsterdam, met oog op uitbereiding
worden instellingen EU gedeeltelijk hervormd.
, Verdrag van Lissabon (2007), zeer belangrijke institutionele hervorming van Europese
Grondwet (pijlerstructuur wordt afgeschaft)
Brexit (2020) spreekt voor zich
1.3 Uitbereidingen terugtrekkingen:
Nieuw aanvraag van Oekraïne, Georgië en Moldavië tot toetreding van de EU
vereiste: elke Europese staat die de waarden deelt en deze ook belooft uit te dragen
Kopenhagen criteria:
- Een vrijemarkteconomie
- Een stabiele democratie en rechtsstaat
- Instemming met alle wetten en regels van de EU
Procedure:
Raad spreekt zich uit na de Commissie te hebben geraadpleegd en na goedkeuring van het
Europees Parlement dat zich uitspreekt bij meerderheid van zijn leden.
Terugtrekking:
Land dat zich wil terugtrekken geeft dit aan de Europese Raad, hierna volgt een overleg
waarbij rekening wordt gehouden met de toekomstig betrekkingen van die staat met de
Unie
akkoord wordt namens de Unie gesloten door de Raad, die met gekwalificeerde
meerderheid van de stemmen besluit na goedkeuring van het Europees Parlement
2. Instellingen van de EU
2.1 Belangrijkste instellingen
Europese Raad Europees Parlement De Raad Commissie
(ER) (EP)
Samenstelling Staatshoofden en 704 leden, gekozen op Bestaat uit Meer dan een traditioneel
regeringsleiders nationaal niveau door vertegenwoordigers uit elke secretariaat
(lidstaten), verkiezingen (5j), lidstaat MAAR verschil met ER Functionarissen die belangen van
voorzitter onderverdeel in fracties is dat er fracties zijn (bv. raad EU verdedigen en niet elke
Europese Raad van financiën…) afzonderlijke lidstaat (27
en Commissie commissarissen, voor elke
lidstaat)
Voorzitter Gekozen door ER Verkozen om de 2,5 Verkozen door lidstaat als het Geeft leiding, kan een
bij jaar en kan worden die lidstaat zijn beurt is (6 commissaris vragen zij. Ontslag te
gekwalificeerde herkozen maanden), zit bijeenkomst nemen (Ursula von der Leyen)
meerderheid Raad voor en Elke politieke fractie stelt een
(2,5j, éénmaal vertegenwoordigt deze intern kandidaat voor
hernieuwbaar) en extern (Spitzenkandidaten)
EP keurt voordracht goed (5j,
zelfde als bij EP)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller emiledeferme. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.98. You're not tied to anything after your purchase.