MET3012 Metajuridica – tweede stroom Tutorialgroep 3
Inhoud
1. De figuur van de Homo Sacer in het denken van Giorgio Agamben...................................................2
Het voorbeeld en het paradigma........................................................................................................2
De taal................................................................................................................................................2
Het leven............................................................................................................................................3
De wet................................................................................................................................................3
2. Valkuilen in de rechtszaal...................................................................................................................4
3. De imprévision en de Hoge Raad in en rond het interbellum.............................................................5
Vóór 1914...........................................................................................................................................6
1914-1918..........................................................................................................................................7
Na 1918..............................................................................................................................................7
Conclusie............................................................................................................................................9
4. Iustitia omnibus – de toegankelijkheid van de Maastrichtse civiele rechtspraak 1430-1800.............9
5. De persoon en het recht...................................................................................................................12
Wat is een persoon?.........................................................................................................................12
Wat betekent het om een persoon te zijn?......................................................................................13
Wanneer ben je geen persoon meer?..............................................................................................14
Is een persoon een mens?................................................................................................................15
De persoon van de toekomst............................................................................................................16
6. Introductie rechtseconomie.............................................................................................................16
Wat is rechtseconomie?...................................................................................................................16
Rechtseconomische begrippen.........................................................................................................17
Functie van het recht: remedie tegen marktfalen............................................................................18
Waarde en betekenis van de rechtseconomie.................................................................................18
7. Vervolg rechtseconomie...................................................................................................................19
Eigendomsrecht................................................................................................................................19
Contracten........................................................................................................................................20
Strafrecht.........................................................................................................................................21
1
, Metajuridica 2021/2022
Linda Hamid
1. De figuur van de Homo Sacer in het denken van Giorgio Agamben
Giorgio Agamben is een Italiaanse filosoof die het boek Homo Sacer schreef. Hierin tracht hij dit
begrip te gebruiken om de Westerse politieke tradities te analyseren.
Agamben bespreekt in zijn werken een aantal prominente motieven uit de geschiedenis van de
filosofie aan.
Het denken van het zijn-op-zich (Heidegger) neemt bij Agamben de vorm aan van het denken van
het leven-op-zich;
Het denken van politiek in termen van een direct op de menselijke biologie geënte systeem
(Foucault) wordt bij Agamben doorgetrokken naar een algemene visie op wat politiek in het
Westen betekent;
De politieke theologie van verscheidene 19e en 20e-eeuwse denkers (Kierkegaard, Schmitt,
Benjamin) wordt door Agamben verder ontwikkeld en in verband gebracht met de postmoderne
filosofie die sinds de jaren 1960 opgang maakte (Derrida).
Ook haalt Agamben in zijn werk de discussie van het ‘ding-op-zich’ aan. Plato stelt dat er een kennis
is van het ‘ding-op-zich’; het object zelf is kenbaar. Aristoteles stelt juist dat het ‘ding-op-zich’ wordt
begraven onder het symbool van de letter.
Het voorbeeld en het paradigma
Agamben en Franse filosoof Jacques Derrida voerden een polemiek over het voorbeeld. Derrida is
vooral bekend van zijn manier van teksten analyseren middels deconstructie: hij verklaart een tekst
aan de hand van hetgeen dat de tekst voor mogelijk verklaart. Hij zoekt de verbeterpunten in de
tekst en maakt hier het zwakke punt van. Deze techniek past hij ook toe op de hoofdvraag in de
metafysica: wat hebben alle zijnden – entiteiten – nu gemeen?
Meestal nemen filosofen een voorbeeld (een voorbeeldig zijnde) om aan te tonen dat ze gelijk
hebben; zij nemen een voorbeeld en leggen aan de hand daarvan de kenmerken van een gehele
groep of klasse uit.1 Echter, Derrida stelt dat het voorbeeld juist uitgesloten is van de klasse omdat
het voorbeeld anders is dan de rest van de klasse. Het voorbeeld is slechts voorbeeldig voor zover
het niet-representatief is (uniek), maar de niet-representatie maakt het voorbeeld ook gelijk niet-
voorbeeldig. Uit het voorbeeld zijn geen mogelijkheidsvoorwaarden van de klasse te herleiden.
Agamben is het hier niet mee eens en stelt dat het gebruik van een voorbeeld een paradigma
impliceert. Het buiten de orde plaatsen van het voorbeeld (door de niet-representativiteit) betekent
niet dat het voorbeeld niet als voorbeeld gebruikt kan worden. Volgens Agamben representeert het
voorbeeld de canon (de regels) van de klasse. 2
Een hypothese betekent een veronderstelling. Daar waar het de taak van de filosofie is
veronderstellingen te doordenken, maakt zij deze opdracht vaak niet waar, en nemen onze
veronderstellingen als uitgangspunten aan. Elke veronderstelling, elke hypothese, verbergt een
restant, genaamd het paradigma, dat niet aan de voorwaarden van de hypothese tegemoet komt.
Een voorbeeld is een paradigma, volgens Agamben. Hij noemt dit désoeuvrement
(buitenwerkingstelling). We leren iets kennen in de buitengewone staat van de opschorting, buiten
werking gesteld.
De taal
Een groot deel van Agamben’s werk bestaat uit het analyseren van taal. Dit wordt niet volledig
uiteengezet in dit hoorcollege. Hier kan wel het paradigma bij betrokken worden – als men
1
Denk aan het voorbeeld met de popmuziek
2
Parodie van popmuziek
2
, Metajuridica 2021/2022
Linda Hamid
veronderstelt dat de mens de taal machtig is, sluit hij daarmee uit dat de mens ook de mogelijkheid
heeft om te zwijgen. Agamben interpreteert Aristoteles en zegt dat het ware vermogen het
vermogen tot reserve is.
Het leven
De oude Grieken hadden twee begrippen voor het leven: bios, zijnde het leven in een gemeenschap,
en zōe, zijnde het leven als natuurlijk feit. Door de moderne toepassing van de populatie als ultieme
soeverein (denk aan Hobbes etc.) is het naakte leven (het leven gestript van alle eigenschappen)
hetzelfde als het politieke leven. Voor de oude Grieken stond het natuurlijke leven naast het politieke
leven (bios), maar in de moderne rechtsorde wordt een deel van het politieke leven uit de
gemeenschap gebannen als naakt leven. De moderniteit betekent de intieme en onmiddellijke relatie
tussen politiek en naakt leven. Dit zie je heel duidelijk terug in Rousseau: de poging om aan het
apolitieke leven van het volk een politieke vorm te geven. Samengevat beschrijft Agamben de
levensbegrippen als volgt:
Bios: het leven binnen een ecosysteem, een politieke gemeenschap – een vorm-van-leven.
Zōe: het leven dat op algemene wijze op alle levende wezens van toepassing is.
Het naakte leven: een leven gestript van al zijn eigenschappen.
Dit principe is ook toe te passen op Plato’s de Meno: het politieke, filosofisch-geëngageerde leven
van Socrates is alleen maar mogelijk op grond van het naakte leven van de slaaf – waar Socrates
tegelijkertijd de uitsluiting van betekent (want de slaaf verdwijnt van het toneel zodra hij niet meer
nodig is).
De wet
Het centrale deel van het hoorcollege. Wat is nu het paradigma van de wet – welke vorm van de wet
is begraven onder de meest centrale hypothesen van het juridische denken? Agamben betrekt hierbij
het figuur van de homo sacer3: in het antieke Romeinse recht werd een mens voor een ernstig
vergrijp homo sacer verklaard, oftewel uitgebannen. Een ter dood veroordeelde verlaat niet de
ruimte van de wet, een homo sacer verklaarde wel, en wel tot twee keer toe; hij mag door iedereen
gedood worden, en zijn lichaam mag niet geofferd worden aan de goden. Agamben’s voorbeeld van
de wet is er een waarin de wet zijn eigen toepassing opheft: de homo sacer valt volledig buiten de
wet. We leren een fenomeen pas kennen in opschorting van de normale werking van het fenomeen.
Het leven van de homo sacer heeft geen waarde; het ontnemen van het leven is immers geen moord.
De dood van de homo sacer kan als volledig betekenisloos worden beschouwd.
Agamben pleit dus voor verbanning als essentieel gebaar van de wet. Het paradigma van de moderne
politiek is dan ook niet de gevangenis – waarin het leven binnen een wettelijke orde wordt gehouden
– maar het concentratiekamp, waarin leven buiten de rechtsorde bewaard wordt. In het kamp is de
uitzonderingstoestand de regel geworden; de wet is van toepassing door niet van toepassing te zijn.
Dit betekent niet dat de wereld één groot concentratiekamp zou zijn, maar dat de moderne
rechtsorde steeds teruggaat op de mogelijkheid van de beslissing dat een mensenleven gestript zou
worden tot een naakt leven, en als zodanig verbannen wordt. Een vluchteling in een kamp in
Griekenland is dan ook te begrijpen als een hedendaagse homo sacer: een mensenleven waarvan de
politieke orde de dood noch als moord, noch als offer kan beschouwen. Een mensenleven waarvoor
in de politieke gemeenschap geen plaats is.
Agamben zoekt naar een manier om de sacrale wet buiten werking te plaatsen. Dit zou een profane
wet zijn, een wet die terug binnen het gebruik van de mens is geplaatst. Daartoe tracht Agamben de
3
Sacraal = heilig, of buiten de orde gesteld
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lzhamid2301. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.58. You're not tied to anything after your purchase.