Samenvatting Experience Human Development, ISBN: 9781259251627 Ontwikkelingspsychologie (PSBA1-07)
30 views 0 purchase
Course
Ontwikkelingspsychologie (PSBA107)
Institution
Rijksuniversiteit Groningen (RuG)
Book
Experience Human Development
Samenvatting van het boek Experience Human Development van het vak Ontwikkelinspsychologie aan de RUG. Ook kunnen er delen van de colleges tussen zitten. In het Nederlands geschreven.
Overview of fetal development from conception to birth
Psychological research methods
Psychological perspectives in human and lifespan development
All for this textbook (8)
Written for
Rijksuniversiteit Groningen (RuG)
Psychologie
Ontwikkelingspsychologie (PSBA107)
All documents for this subject (32)
Seller
Follow
manonhut
Reviews received
Content preview
Ontwikkelingspsychologie
Part 1: About Human Development
Oorzaken van ontwikkeling
- Biologisch
- Omgeving
- Complex samenspel van nature en nurture
Het onderzoek van Hoyland, Dye en Lawton laat zien dat kinderen die met honger naar school zijn,
lagere cijfers en meer emotionele en gedragsproblemen hebben dan hun kinderen die zonder honger
naar school gaan.
Levensloop als sociale constructie --> Een concept of praktijk die voor de hand liggend lijkt voor
diegenen die het accepteren, maar dat in werkelijkheid een uitvinding van een bepaalde cultuur of
samenleving is.
Invloeden ontwikkeling
- Heredity/erfelijkheid
- Omgeving
- Maturation/rijping --> ontvouwing van een natuurlijke reeks van fysieke en
gedragsveranderingen
- Familie
o Nuclear family/nucleaire familie --> twee generaties verwantschaps-, economische
en huishoudelijke eenheid bestaande uit een of twee ouders en hun biologische
kinderen, geadopteerde kinderen of stiefkinderen.
o Extended family/uitgebreide familie --> netwerk van meerdere generaties verwanten
van ouders, kinderen en andere familieleden, soms samenwonend in een gezin met
een grotere familie.
- Sociaaleconomische status
o Kinderen die in armoede leven hebben bijvoorbeeld een vergrote kans op een
verslechterde cognitieve ontwikkeling en slechte schoolprestaties.
o Kinderen van ouders met een hoge SES vormen ook een risicogroep. Het altijd
gepusht worden om goed te presteren en alleen gelaten worden door drukke ouders
kan leiden tot angst- en stemmingsstoornissen.
- Cultuur en etniciteit
o Ethnic gloss/etnische glans --> overgeneralisatie over een etnische of culturele groep
die de verschillen binnen de groep versluiert.
,Invloedenmodel van ontwikkeling (Baltes)
Normatief
leeftijdgebonden -->
kenmerkend voor
een gebeurtenis die
op een vergelijkbare
manier plaatsvindt
voor de meeste
mensen in een
groep.
Normatief historisch
--> gebonden aan
historie
Niet-normatief -->
kenmerkend voor een ongewone gebeurtenis die een bepaalde persoon overkomt of een typische
gebeurtenis die op een ongewoon moment in het leven plaatsvindt.
Timing van invloeden
- Imprinting (Lorentz) --> instinctieve vorm van leren waarin een jong dier tijdens een kritieke
periode in de vroege ontwikkeling een gehechtheid vormt aan het eerste bewegende
voorwerp dat het gewoonlijk de moeder ziet.
- Kritische periode --> periode waarin een bepaalde gebeurtenis (of de afwezigheid daarvan)
zijn ontwikkelingseffect heeft.
- Sensitieve periode --> periode waarin de gevoeligheid voor bepaalde ervaringen groot/groter
is
Baltes’ levensloopbenadering
- Levenslang --> ontwikkeling is levenslang, elke periode is uniek
- Multidimensioneel --> Het komt voor langs meerdere interagerende dimensies - biologisch,
psychologisch en sociaal - die zich elk in verschillende snelheden kunnen ontwikkelen.
- Multidirectioneel --> als mensen winnen in een gebied, kunnen ze verliezen in een ander,
soms op hetzelfde moment.
- Verschuiving van relatieve invloed biologie en cultuur
- Verandering van bronnen
- Plasticiteit --> veel vaardigheden, zoals geheugen, kracht en uithoudingsvermogen, kunnen
aanzienlijk worden verbeterd door training en oefenen, zelfs laat in het leven.
- Onder invloed van historische en culturele context --> maakt uit waar en wanneer je geboren
bent
Basismodellen van ontwikkeling
- John Locke vs Jean-Jacques Rousseau
o John Lock --> kinderen zo snel mogelijk als rationele wezens moeten worden
opgevoed, omgevingsinvloed, grote verantwoordelijkheid ouders
o Jean-Jacques Rousseau --> al eerste schreef over ontwikkelingsstadia, kinderen zijn
geen kleine volwassenen, kind heeft al een eigen manier van denken, natuur de
beste plek voor opvoeden, beter dan de maatschappij, na 12e jaar intellectueel
genoeg
- Mechanistisch vs organistisch model
, o Mechanistisch model --> model dat menselijke ontwikkeling ziet als een reeks
voorspelbare reacties op stimuli.
o Organistisch model --> model dat menselijke ontwikkeling ziet als intern geïnitieerd
door een actief organisme en als voorkomend in een opeenvolging van kwalitatief
verschillende stadia
- Continue vs discontinue ontwikkeling
- Kwantitatieve vs kwalitatieve verandering
o Kwantitatieve --> veranderingen in aantal of hoeveelheid, zoals in lengte, gewicht,
grootte van de woordenschat of frequentie van communicatie
o Kwalitatieve --> discontinue veranderingen in soort, structuur of organisatie
Theoretische perspectieven
- Psychoanalyse
o Freuds psychoseksuele ontwikkeling --> dit perspectief gaat er vanuit dat
ontwikkeling wordt gevormd door onbewuste krachten die gedrag motiveren.
▪ Id --> handelt volgens het genotprincipe en zoekt naar onmiddellijke
bevrediging van behoeftes en verlangens
▪ Ego --> handelt volgens het realiteitsprincipe. Het doel van het ego is om
realistische manieren te vinden om het id te bevredigen op een acceptabele
manier.
▪ Superego --> omvat het bewustzijn en de sociale normen en waarden waar
een individu zich aan moet houden
Vijf fasen van psychoseksuele ontwikkeling
▪ Fase 1: Orale fase --> de bron van het genot concentreert zich rond de mond
▪ Fase 2: Anale fase --> de bron van genot concentreert zich rond de anus
▪ Fase 3: Fallische fase --> de bron van bevrediging verplaatst zich nar de
genitaliën.
▪ Fase 4: Latentiefase --> de tijd van relatieve kalmte tussen twee turbulente
fasen in
▪ Fase 5: Genitale fase --> herhaling van seksuele impulsen zoals in da fallische
fase, maar nu gegoten in een meer volwassen vorm van seksualiteit
o Eriksons psychosociale theorie --> persoonlijkheid wordt beïnvloed door de
samenleving en ontwikkelt zich door een reeks crises.
▪ Fase 1: Basisvertrouwen vs. Wanttrouwen (geboorte – 12 a 18 maand)
• Deugd: hoop
▪ Fase 2: Autonomie vs. Schaamte (12/18 maand – 3 jaar)
• Deugd: wilskracht
▪ Fase 3: Initiatief vs. Schuld (3 – 6 jaar)
• Deugd: doelgerichtheid
▪ Fase 4: Nijverheid vs. Minderwaardigheid (6 – puberteit)
• Deugd: competentie
▪ Fase 5: Identiteit vs. Identiteitsverwarring (puberteit – jonge volwassen)
• Deugd: trouw
▪ Fase 6: Intimiteit vs. Isolatie (jonge volwassenheid)
• Deugd: liefde
▪ Fase 7: Onderwijzen naar volgende generatie vs. Stagnatie (midden volw)
• Deugd: zorg
▪ Fase 8: Integriteit vs. Wanhoop (late volwassenheid)
• Deugd: wijsheid
- Leren
, o Behaviorisme of traditionele leertheorie --> beschrijft observeerbaar gedrag als een
te voorspellen reactie op ervaring. Behavioristisch onderzoek concentreert zich op
associatief leren, waarbij een mentale link wordt gelegd tussen twee stimuli of
sensorische gebeurtenissen.
o Sociaal leren theorie (Albert Bandura) → De klassieke sociale leertheorie gaat ervan
uit dat mensen gepast sociaal gedrag leren door anderen te observeren en te
imiteren. Later heeft Bandura zijn term aangepast naar sociale cognitieve theorie om
het belang van de cognities bij het sociale leren te benadrukken.
- Cognitief
o Piagets cognitieve stadia theorie --> cognitieve ontwikkeling begon met een
ingeboren vermogen om zich aan te passen aan de omgeving. Dit ontwikkelt zich
door middel van drie gerelateerd processen
▪ Organisatie --> de neiging om zeer complexe cognitieve structuren te
creëren. Deze structuren worden schema’s genoemd.
▪ Adaptie --> de term die wordt gebruikt voor de manier waarop kinderen
nieuwe informatie verwerken door middel van wat zij reeds weten. Adaptie
kan plaatsvinden volgens twee complementaire processen
• Assimilatie --> nieuwe informatie aanpassen om in een bestaand op
te kunnen nemen
• Accommodatie --> cognitieve schema’s aanpassen om de nieuwe
informatie op te kunnen nemen
▪ Evenwicht --> het constante streven naar een stabiele balans
o Lev Vygotsky’s socioculturele theorie --> sociale interactie staat centraal in cognitieve
ontwikkeling
▪ Scaffolding --> tijdelijke ondersteuning om het kind te helpen een taak te
beheersen
▪ Zone van de Naaste Ontwikkeling (ZPD) --> het verschil tussen wat het kind
met hulp kan en zonder hulp
o Informatie verwerkingstheorie --> mensen zijn verwerkers van symbolen
- Contextueel
o Contextueel perspectief van Bronfenbrenner --> ontwikkeling vindt plaats door
interactie tussen een ontwikkelaar en vijf omliggende, in elkaar grijpende
contextuele systemen van invloeden, van microsysteem tot chronosysteem
▪ Microsysteem --> bevat een hoeveelheid van activiteiten, rolgedragingen en
relaties binnen een setting waarbinnen een persoon dagelijks functioneert
▪ Mesosysteem --> bevat de interactie tussen twee of meer microsystemen die
betrekking hebbe op de ontwikkelende persoon
▪ Exosysteem --> hierbij gaat het eveneens om de interactie tussen twee of
meer setting, alleen bevat ten minste 1 van die settingen niet de
ontwikkelende persoon en beïnvloed hem of haar du indirect
▪ Macrosyteem --> bestaat uit algemene, culturele patronen
▪ Chronosysteem --> verandering of constantheid in de persoon en zijn
omgeving.
- Evolutionair/sociobiologisch
o Wilson is degene die de evolutionaire/Soci biologische benadering voorstelde.
Volgens hem komt ontwikkeling tot stand uit de survival of the fittest en natuurlijke
selectie. Volgens deze theorie zijn mensen er continue onbewust mee bezig om hun
genen veilig te stellen en door te geven. Ook hecht deze theorie veel waarde aan de
omgeving waaraan iemand zich moet aanpassen.
o Evolutionair, psychologisch Bowlby’s hechtingstheorie --> Mensen zijn het product
van adaptieve processen; evolutionaire en biologische grondslagen voor gedrag en
predispositie voor leren zijn belangrijk
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller manonhut. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.51. You're not tied to anything after your purchase.