Samenvatting artikelen bij de colleges 5 t/m 7 deel II International
Governance (Europese Unie)
Artikelen College 5:
1. BOMBERG, E., PETERSON, J. AND CORBETT, R. (2012). THE EU'S
INSTITUTIONS. IN THE EUROPEAN UNION: HOW DOES IT WORK? (PP. 47–
65). OXFORD UNIVERSITY PRESS..........................................................2
1.1 DE EUROPESE COMMISSIE................................................................................... 2
1.2 DE RAAD (VAN MINISTERS) / RAAD VAN DE EU.......................................................3
1.3 DE EUROPESE RAAD (VAN REGERINGS- OF STAATSHOOFDEN).....................................4
1.4 HET EUROPESE PARLEMENT................................................................................. 4
2. NUGENT, N. (2010). THE BUDGET. IN THE GOVERNMENT AND POLITICS
OF THE EUROPEAN UNION(PP. 401–410). PALGRAVE MACMILLAN............5
2.1 HET BUDGET VAN DE EU IN CONTEXT....................................................................5
2.2 DE MEERJARIGE FINANCIËLE KADERS......................................................................6
2.3 HET JAARLIJKSE BUDGET...................................................................................... 6
Artikelen College 6:
3. LELIEVELDT, H. & PRINCEN, S. (2011). SELECTION FROM CHAPTER
'HISTORY MAKING DECISIONS' LE. IN THE POLITICS OF THE EUROPEAN
UNION (PP. 232–238). CAMBRIDGE UNIV. PRESS....................................7
3.1 WAT STAAT ER OP HET SPEL IN ONDERHANDELINGEN?...............................................7
3.2 ONDERHANDELINGSSTRATEGIEËN (BARGAINING TACTICS)...........................................8
4. SCHARPF, F.W. (1999). NEGATIVE AND POSITIVE INTEGRATION.
IN GOVERNING IN EUROPE: EFFECTIVE AND DEMOCRATIC? (PP. 43–49).
OXFORD UNIV. PRESS..........................................................................9
4.1 DOELEINDEN VAN DE REGIONALE INTEGRATIE..........................................................9
4.2 STADIA VAN ECONOMISCHE INTEGRATIE..................................................................9
4.3 DE POLITIEKE DYNAMIEK VAN ECONOMISCHE INTEGRATIE.........................................10
5. WALLACE, H., POLLACK, M.A. & AND YOUNG, A.R. (2010). THE SINGLE
MARKET : DEREGULATION, REREGULATION, AND INTEGRATION.
IN POLICY-MAKING IN THE EUROPEAN UNION(PP. 107–117). OXFORD
UNIVERSITY PRESS. & WALLACE, H., POLLACK, M.A. AND
YOUNG A. (2015). POLICY-MAKING UNDER ECONOMIC AND MONETARY
UNION CRISIS, CHANGE, AND CONTINUITY. IN POLICY-MAKING IN THE
EUROPEAN UNION (PP. 165–176). OXFORD UNIVERSITY PRESS.............11
5.1 OPRICHTING VAN DE INTERNE MARKT...................................................................11
5.2 HARMONISATIE EN DE EUROPESE CRISIS..............................................................11
5.3 HET EUROPESE INTERNE MARKT PROGRAMMA (WEDERZIJDSE HERKENNING).................12
Artikel College 7:
7. CINI, M., & BORRAGAN, N.P. (2015). THE AREA OF FREEDOM,
SECURITY AND JUSTICE. IN EUROPEAN UNION POLITICS (PP. 281–294).
OXFORD UNIVERSITY PRESS..............................................................13
7.1 VOORAF AAN DE SAMENWERKING........................................................................13
7.2 HET SCHENGEN EXPERIMENT............................................................................. 14
1
, 7.3 MAASTRICHT EN DE ‘DERDE PIJLER’.....................................................................14
7.4 VAN AMSTERDAM NAAR LISSABON......................................................................15
- Artikelen bij college 5 -
1. Bomberg, E., Peterson, J. and Corbett, R.
(2012). The EU's Institutions. In The European
Union: how does it work? (pp. 47–65). Oxford
University Press.
1.1 De Europese Commissie
De oprichters van de EU stonden voor een grote uitdaging: als lidstaten op
bepaalde gebieden gemeenschappelijk beleid willen voeren, moeten zij dan
verantwoordelijkheden overdragen aan een gemeenschappelijke instelling,
waarbij er belangrijke vragen over democratische verantwoording ontstaan? Of
moet het beleid worden geregeld door overleg tussen nationale overheden,
waardoor het risico ontstaat van eindeloze intergouvernementele
onderhandelingen. Uiteindelijk kwamen ze tot een compromis: een
gemeenschappelijke institutie (de EC) werd belast met het opstellen van
beleidsvoorstellen (en het uitvoeren daarvan als het goedgekeurd was), maar een
aparte instelling (de Raad van ministers) met volksvertegenwoordigers zou de
meeste besluiten op basis van deze voorstellen nemen.
Taken
Op basis van de verdragen kreeg de Commissie meer macht dan alleen het
maken van beleidsvoorstellen. De Commissie is belast met het
vertegenwoordigen van de algemene belangen van de EU en heeft daaro meen
aantal taken:
Het voorbereiden en initiëren van de wetgeving.
o Op alle gebieden behalve CFSP (Common Foreign and Security
Policing) en sommige beleid wat te maken heeft met
politiesamenwerking.
o Arbitreert of managet het wetgevingsproces
De uitvoering van beleid.
o Neemt uitvoeringsbesluiten (gedelegeerde wetgeving) om EU-beleid
te laten werken.
o Beheert de begroting van de EU.
o Beheert de Europese programma’s
Bijv. regionaal beleid, research & development,
ontwikkelingshulp
Externe vertegenwoordiging in veel beleidsarena’s.
o Bijv. belangrijkste onderhandelaar van de EU in bilaterale en
multilaterale handelsbedsprekingen.
Hoedster van het verdrag
o Toezicht houden op de naleving (/ correcte toepassing) van
verdragsverplichtingen (‘primair recht’) en regelgeving, richtlijnen en
beschikkingen (‘secundair recht’)
o Handhaven van de naleving.
2
, Bijv. door het verzenden van waarschuwingen, het opleggen
van boetes en door zaken voor te leggen aan het Hof.
De EC beheert en onderhandelt over internationale handels- en
samenwerkingsovereenkomsten
Het belangrijkste is dat (bijna) niks EU-wetgeving kan worden zonder dat de EC
het heeft voorgesteld. Dit maakt de Commissie erg machtig. De verdragen
beperken de macht en autonomie van de EC wel.
Hoe is de Commissie georganiseerd?
De commissie refereert aan twee takken van dezelfde instelling: het college van
commissarissen (College of Commissioners) ofwel de uitvoerende Commissie en
de administratieve Commissie (haar vaste ‘diensten’). In het College van
Commissarissen zitten 28 commissarissen, één van elke lidstaat die is gekozen
door de premier of president van hun land.
De President van de Commissie wordt gekozen door het Europese Parlement na
een voorstel van de Europese Raad. Als deze gekozen is moet de President met
elk regeringshoofd overeenkomen over de kandidaat voor elk land voor de
overige plekken in de Commissie. Vervolgens distribueert de President de
beleidsportfolio’s. Als dit is gebeurd moet de aanstaande Commissie zichzelf
voorstellen aan het Parlement voor een motie van vertrouwen over de gehele EC.
De Commissie staat voor 5 jaar vast, alleen het Parlement kan de Commissie
eerder ontbinden door middel van een motie van wantrouwen. Elke commissaris
heeft 7 persoonlijke adviseurs. Elke commissaris is verantwoordelijk voor een of
meer Directoraat-Generaals, deze DG’s zijn het equivalent van nationale
ministeries.
Ondanks dat de individuele commissarissen allemaal een eigen portfolio hebben,
is de mate waarin zij eigen beleid kunnen vormen beperkt door het
collegialiteitsbeginsel: de hele Commissie moet het eens worden over alle
beleidsvoorstellen. Als het moet door een meerderheidsstemming, maar bijna
altijd door concensus. Als de EC een beleidsvoorstel doet is dit een voorstel van
de gehele Comissie.
Het behartigen van nationale belangen kan eigenlijk nooit helemaal worden
verwijdert uit de Commissie, dit gebeurd zowel bij het distribueren van de
portfolio’s als bij het kiezen van de persoonlijke adviseurs. Commissarissen
moeten een eed van onafhankelijkheid afleggen als zij worden aangewezen,
maar ze verliezen niet hun nationaliteit.
1.2 de Raad (van Ministers) / Raad van de EU
De Raad was opgericht als het primaire besluitvormingsorgaan van de EU.
Volgens de verdragen moet de Raad bestaan uit ‘een vertegenwoordiger van elke
lidstaat op ministerieel niveau die de regering van de lidstaat verbind en haar
stem uitbrengt en dat het samen met het EP wetgevingstaken en
begrotingstaken uitvoert en beleidsuitvoerende en coördinerende functies heeft.’
De Raad is dus zowel een wetgevende kamer van de staten als een orgaan
waarin de overheden van lidstaten samen komen om kwesties van buitenlands
beleid of EU beleid op te lossen. In de Raad worden de nationale belangen van
elke lidstaat vertegenwoordigd.
Taken
Belangrijkste functie: Het vertegenwoordigen van de lidstaten
Speelt een belangrijke rol in het bemiddelen bij deals en het creëren van
compromis tussen lidstaten.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller 118465BSKstudent. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.59. You're not tied to anything after your purchase.