Virologie
Hoofstuk 1: inleiding
Virussen zijn aanwezig in mens, planten, dier en ook bacteriën. Ze zijn dan ook enkel te kweken
op een gastheer. Tegenwoordig celculturen.
Pokkenvirus is het eerste virus waartegen een vaccin gevonden werd. Tevens is het het enige
menselijke virus dat volledig is uitgeroeid. Het pokkenvirus heeft heel veel slachtoffers gemaakt.
(kolonisatie van Amerika: veel doden, niet door omkomen tijdens gevecht, maar door het
pokkenvirus)
In de tijd van de lichtmicroscoop dacht men dat alle infectieuze organismen zichtbaar waren zoals
bacteriële infecties. Uiteindelijk kwam men erachter dat ziekte verwekkende agentia geïnactiveerd
werden door verhitting en dat bijvoorbeeld besmette planten, na genezing niet meer besmet
konden worden. Het eerste dierlijke virus dat ontdekt werd was MKZ. Bij de mens was het gele
koorts: hepatitis, dit werd later ontdekt omdat het een bijzondere manier van overdracht heeft:
namelijk via muggen. Sommige virussen kunnen ook aanleiding geven tot de ontwikkeling van
tumoren.
Hoofdstuk 2 algemene eigenschappen virussen
Wat zijn virussen en wat zijn de belangrijkste verschilpunten met bacteriën?
Virussen zijn infectieuze agentia van kleine afmetingen met een eenvoudige inhoud en ze kunnen
slechts vermenigvuldigen in een gastheer: obligaat pathogeen. Buiten de gastheer, geen metabole
processen: volledig afhankelijk van de metabole energie van de eindgastheer om zichzelf te
vermenigvuldigen.
Virussen zijn vele male kleiner dan bacteriën: 10^-9 (nm). Ze vermeerderen niet op een
synthetische voedingsbodem. Ze hebben ofwel DNA ofwel RNA, maar nooit beide. Geen
ribosomen, geen RER, geen golgi-apparaat. Ze zijn niet gevoelig aan antibiotica.
Centraal nucleïne zuur, omgeven door een eiwitmantel: kapsied. Samen = nucleo-kapsoid
(nucleinezuur+kapsied) . Soms ook een envelop maar deze is niet afkomstig van het virus zelf. Het
is een lipoproteine-membraan.
Virion gebruikt men alleen voor het extracellulaire viruspartikel. Viroid is een plantenvirus.
Peplomeren zijn glycoproteinen op het kapsied of op een virale envelop.
Het is nodig om het virus vooraf te behandelen met een metaalzoutoplossing, wilt men het
zichtbaar maken op de E.M. Deze metaalzouten gaan tussen de peplomeren kruipen. Nu zullen de
elektronenstralen erop vallen waardoor er contrast ontstaat: het virus kleurt wit, de achtergrond
zwart.
Naakte viruspartikels (zonder envelop): adenovirus: deze heeft wel een soort eiwit-uitsteeksels,
papillomavirus (wratten), parvovirus (klein).
Filovirus heeft wel een envelop: Ebola.
Naakte viruspartikels zijn beter bestendig in de omgeving dan zonder, want de envelop is
vetoplosbaar en daardoor gevoeliger voor zepen, detergenten. Ook het Corona-virus heeft een
envelop.
Het HIV virus hecht vast op oppervlakte van de T-lymfocyt. Ook dit is zichtbaar met de E.M. We
kunnen hiermee dus ook interactie tussen het virus en de gastheercellen waarnemen.
Cryo-E.M: creëeren van een contrast tussen eiwit en vet van het virus en de omgevende
watermatrix. Hierbij is geen kleuring met metaalzouten nodig waardoor het virus minder
beschadigd wordt en een betere resolutie bekomen kan worden.
,Het herpesvirus heeft ook nog een tegument, naast een envelop.
Eicosaheder: (een voetbal heeft ook een eicosahedrische symmetrie.)
20 gelijkzijdige driehoeken, 12 hoekpunten, 30 ribben. Symmetrie tegenover 3 rotatieassen. (zie
slides-> afb toevoegen)
Minimaal 3 capsomeren met vlak, bij de grotere virussen meer dan 3.
De helix heeft een schroefvorm. Bij een helix is er altijd een bepaald aantal capsomeren per draai.
De diameter is overal gelijk.
Het tabacs mosaic virus ziet er langwerpig uit en het groene is het nucleinezuur. Het virus is
behoorlijk groot en behoorlijk lang. Het vesicular stomatitis virus nucleocapsid hebben een
kogelvormig uitzicht. Centraal het nucleinezuur (RNA) de capsomeren leggen zich daarrond. Ook
een vrij lang virus.
Niet alle virussen met een schroefvormig zijn ovaal, ze kunnen er ook rond uitzien.
Influenzavirus heeft ook een schroefvormige symmetrie. Het uitzicht is rond, ovaal, pleiomorf
uitzicht. Ze hebben een envelop met erop 2 verschillende glycoproteinen.
De meeste vormen met schroefvormige symmetrie een envelop hebben. Er bestaat ook een
complexe symmetrie is dat het uitzicht een beetje balkvormig is. het extracellulaire partikels een
andere morfologie hebben. Het nucleinezuur is dubbelstrengig DNA. Je hebt een binnenste
envelop. Hierop zitten de spikes. Daarrond zit nog een buitenste envolop. Dit komt bij geen enkele
andere virus familie voor. Dit gaat om het pokkenvirus familie.
Een complexe structuur komt ook bij bacteriofaag T4 van E. coli voor. Hij heeft een hoofdje dat
een kubussymmetrie van het capsied. Zijn schede heeft een schroefvormige symmetrie. De basale
plaat gaat hierme zicht vasthechten aan bacteriele cellen. Dan gaat de schede in het bacteriele cel
waarna het genetisch materiaal in het hoofdje in de bacteriele cel wordt vrijgesteld.
De vrouwelijke blaas zit vol met bacteriofagen en E. coli. Ze zitten wijd verspreid. De omgeving en
de oceanen zitten vol virussen en genetisch materiaal van virussen. Deze zullen waarschijnlijk niet
ziekteverwekkend zijn.
chemische bestanddelen van virussen
Het virale genoom is ofwel DNA of RNA. Sommige virussen hebben een enkelstrengig DNA
andere dubbelstrengig DNA. De meerderheid van DNA zijn dubbelstrengig. Bij RNA ook hetzelfde
maar de meerderheid is enkelstrengig.
RNA virussen die in de cellen van de gastheer hun RNA gaan omzetten in DNA. Dit zijn de
retrovirussen. Zijn doen het omgekeerde dan wat er gebeurd in de normale biologie. Voor het
genetisch materiaal geldt het dat het lineair of circulair of gesegmenteerd kan zijn.
De DNA virus familie is het DNA bijna altijd dubbelstrengig DNA is en lineair. In kleine aantallen is
het circulair namelijk de papilloma virussen, circovirussen, etc. een aantal van deze DNA virussen
hebben een envelop. Dit zijn de herpesvirussen en de pokkenvirussen.
Bij de RNA virus families is dat ze enkel voor 10 a 12 eiwitten kunnen coderen. Ze bestaan
meestal uit enkelstrengig RNA. Dubbelstrengig RNA zijn de Reoviridae.
Soorten virale eiwitten worden onderverdeeld in de structurele en niet-structurele. De structurele
eiwitten worden verdere onderverdeeld in externe en interne. De externe eiwitten zijn alle eiwitten
die aan de buitenkant van het virussen zitten. De interne eiwitten aan de binnenzijde. Sommige
virussen zijn naakte partikels die omringd zijn door een eiwitmantel. Bij sommige virussen komt
een matrix voor, niet allemaal. Er zijn ook eiwitten nodig tijdens de replicatie bijvoorbeeld
polymerase eiwitten.
,Virologie
Week 2 19-02-2020
Hoofdstuk 3 Classificatie en systematiek van diervirussen
, Baltimore classificatie
classificatie aan de hand van de manier dat messenger RNA voorkomt.
Virus species:
onder de familie-tak
binnen eenzelfde species bevinden zich dan ook nog:
- Serotypen
- Subtypen
- Varianten
Virusisolaat is geen virusstam virus-isolaat is gekweekt in het labo, een virusstam is een
virusisolaat waarvan de eigenschappen beter gekend zijn (genetisch en antigenisch beter
gekaraktiseerd)
Mond en klauwzeer virus:
- RNA virus
- Onderhevig aan veel mutaties
- Verschillende serotypes die verschillen doordat ze verschillende eiwitten op hun
oppervlak hebben (serotype C wekt andere antistoffen op dan serotype A een
vaccin tegen serotype A geeft geen kruisbescherming voor serotype C)
- Binnen elk serotype bevinden zich nog veel subtypes (serotype A met subtypes
A1, A2,..) de subtypes lijken zeer veel op elkaar (antistoffen tegen A1 gaan ook
gedeeltelijk reageren tegen A2 er is een gedeeltelijke serologische
kruisreactie en gedeeltelijke kruisbescherming)
Kruisreactie vs kruisbescherming:
- Serologische Kruisreactie: verwijst naar testen die gebeuren in het labo
(antistoftesten)
- Kruisbescherming: dit verwijst naar de bescherming van het dier zelf, dit kan
enkel getest worden door het dier bloot te stellen aan infectie.
(enkel in vivo experimenten in het dier zelf)
o Er kunnen serologische kruisreacties optreden zonder dat er
kruisbescherming optreedt.
Vb koepokken vs mensenpokken virus
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Milanugent5. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.94. You're not tied to anything after your purchase.