Samenvatting van het deel propedeutica GHD van het vak propedeutica GHD en KHD --> zeer fijn om de diersoorten apart te hebben voor als je iets snel wilt opzoeken en je bvb al je optie hebt gekozen, ik gebruik heb zelf ook nog steeds.
PROPEDEUTICA VD GHD
Doelstellingen
grote huisdieren onderzoeken, een klinisch onderzoek uitvoeren. Klinische tekenen kunnen
herkennen en benoemen + interpreteren van klinische tekenen + interpreteren van bijkomende
onderzoeken (bloedwaardes/labo-onderzoeken).
Voorbeeld filmpje veulen:
- Snurkend geluid bij uitademen → inspiratoire stridor
- dyspnee (ook veelste veel spieren gebruikt)
- Tachypnee → veel te snelle ademhalingsfrequentie
Hoe stellen we een diagnose?
- Klacht van de eigenaar
- Klinisch onderzoek uitvoeren
- Probleemlijst
- Differentiaal diagnose
- Diagnose
- Prognose en therapie
KLINISCH ONDERZOEK
Het klinisch onderzoek bestaat uit verschillende delen:
- voedselproducerend of niet voedselproducerend paard (belangrijk om te weten welke
medicatie je kan gebruiken
- Chip: linkerkant
- paspoort
- Identificatie van het dier is verplicht.
RUND:
- identificatiecode op oormerk
- SANITEL systeem (registratie)
VARKEN:
- Oormerk
- Aantal dieren op een bedrijf moet zijn geregistreerd.
Diersoort
heel veel ziektes kun je al wegstrepen bij een bepaalde diersoort en andere die juist voorkomen
bij die diersoort kan je meer waarschijnlijk trachten
- Diersoortgebonden afwijkingen
- Diersoortgebonden gevoeligheden vb. lama → heel gevoelig voor parasitaire infecties en
gaan pas als ze echt ziek zijn laten merken dat ze ziek zijn)
Leeftijd
Jong vs oud dier
Vb lammetje wat pas geboren is → moet binnen de 5 uur drinken want anders gaan die in
hypoglycemie (neonati gevoelig voor hypoglycemie) vaak jonge dieren dan ook hypothermie
(altijd eerst de suikerspiegel corrigeren en dan pas het dier gaan opwarmen anders wordt de
hypoglycemie alleen maar erger als je ze eerst gaat opwarmen)
FPT bij jonge dieren → failure of passieve transfer: belang van biest, jonge dieren die ineens een
infectie gaan ontwikkelen (koorts, opgezette gewrichten etc.. → meestal gelinkt doordat ze
onvoldoende antistoffen hebben binnengekregen via de biest FPT)
Geslacht
- Liesbreuk → mannelijk
- Urethra-obstructie → mannelijk (geiten: geit die niet eet ongemakkelijk is.. kan om
een urethra obstructie gaan omdat zij ook een processus … hebben)
- Hypocalcemie → vrouwelijk (heel stijf en korte passen, vaak hypocalcemie
tijdens de dracht of tijdens de lactatie)
,Ras
Vb: hyperlypemie komt typisch voor bij pony’s (bij paarden mag je dat niet verwachten)
Vb: dikbillen zijn door hun genetische afwijking zeer gevoelig voor (congenitale) spierdystrofie
(filmpje van het kalfje: SMA) (zwak of juist verstijven en omvallen)
Vb: vaak metabole stoornissen bij hoog productief melkvee
2. ANANMNESE
=het verhaal van de eigenaar
Belangrijk → klinisch onderzoek is slechts een momentopname, als een eigenaar zegt dat het
vermagert of juist verdikt is dat kan je op dat moment niet weten, omdat je niet weet hoe het er
voor was. Kennis van de voorgeschiedenis is essentieel om alles in een historisch kader te
kunnen plaatsen.
Ervaring van de ondervrager is belangrijk voor een goede doorgrondige anamnese. (door
ervaring ga je beter weten wat je nog extra moeten gaan vragen of wat de eigenaar bedoelt)
oefening baart kunst
NIVEA → niet invullen voor een ander, Maar je mag wel proberen inschatten:
- Ervaring met het dier/de diersoort?
- Niveau?
- Eerlijkheid?
Maar altijd bevragen of je inschatting juist was! Bij twijfel van de eerlijkheid van het verhaal kan
je herhalen van vragen aan zelfde of andere persoon. Eventueel controle met objectieve cijfers.
Anamnese gegevens:
Er is geen universele vragenlijst! Je vragen gaan afhangen van wat de klacht is, vragen
ontwikkelen zich in functie van de klacht en voorafgaandelijke antwoorden.
Altijd zo volledig mogelijk proberen te zijn maar zonder overdreven of irrelevante informatie te
vragen (kort maar krachtig)
Nooit vragen stellen die het vertrouwen van de eigenaar kunnen schaden → gesloten vragen
kunnen meer overvallend overkomen dan open vragen.
- Vb: hoe gaat uw melkroutine (open) ipv: gebruik je wel handschoenen?
Altijd oogcontact houden en zo weinig mogelijk onderbreken.
Veel voorkomende algemene vragen:
- Aard van de hoofdklacht
- Zijn er bijkomende afwijkingen of klachten
- Duur van de klacht (acuut of chronisch)
- Evolutie ziektebeeld
- Eventueel vroegere behandelingen en hun resultaat
- Groepsproblemen (specifiek voor grote huisdieren)
o Open bedrijf vs gesloten bedrijf
o Voeding, hygiëne en het stalklimaat (navragen en bekijken)
o Preventieve maatregelen
o …
, Wat doe je met de anamnese gegevens:
- Noteren van de gegevens, dit kan tijdens de anamnese maar altijd eerst
vragen/aankondigen dat je dat aan het doen bent.
- Waarom gegevens noteren:
o Voor eigen gebruik of voor collega’s
o Wettelijk verplicht (GVP)
o Juridische problemen
- Tijdens of kort na consultatie → KORT zodat je nog goed de gegevens weet
3. ALGEMENE INDRUK
Observatie van op afstand → het gedrag van een paard/dier kan sterk veranderen op het
moment dat je hem/haar gaat manipuleren. Kan gedrag/symptomen doen verdwijnen of juist
doen toenemen.
Vooral bij grote huisdieren op bedrijven belangrijk → vaak kijk je naar een grote groep, de
algemene indruk is dus zeer belangrijk en vaak belangrijker dan het individuele dier in detail.
Filmpje: paard gaat door de voorbenen en staat dan weer op en hapt naar zijn buik
Wat zou het kunnen zijn? Koliek maar hier was het narcolepsie (elk moment in slaap kan vallen)
het paard valt net in slaap/begint te slapen en zakt door zijn benen en dan schiet hij weer
wakker. (sleepdeprivation bij paarden → het is niet echt narcolepsie maar eerder een probleem
dat het paard op een of andere reden te weinig echt diep kan slapen)
Algemene indruk:
1. Gedrag/mentale status: alertheid, afwijkend gedrag, tekenen van pijn?
2. Houding: decubitus, rugkromming, ontlasten van lidmaat, koppositie, …
3. Gang: kreupelheid
4. Huid
5. Voedingstoestand (BCS)
6. In het oog springende klinische afwijkingen
1. gedrag
Filmpje geit:
gang van de geit is abnormaale (ataxie) maar de geit is wel gewoon alert, het gedrag is normaal
(centraal in orde, het lijkt eerder een perifeer probleem). Perifeer probleem kan van alles zijn, bij
deze geit kwam het door een koper tekort.
Filmpje pony:
afwijkend gedrag (ook ataxie, geen coördinatie). Wel een centraal probleem want is totaal niet
alert en krijgt weinig/niets mee van de omgeving.
Het is een dikke kleine pony: hyperlypemie zorgt voor een overbelasting van de lever → zorgt
voor een hyperammoniakemie en dit zorgt voor een hepato-encephalopathie (centrale
zenuwstelsel stoornissen ten gevolgen van leverfalen)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Milanugent5. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.06. You're not tied to anything after your purchase.