Week 1: hoofdstuk 1
Er zijne en aantal veranderingen in het bedrijfsleven:
1. Mondialisering van de handel
Oorzaken:
- Deregulering in veel bedrijfstakken
- Interculturele homogeniteit en daaruit volgend de homogenisering van klantenbehoeften
- De vorming van handelsblokken (NAFTA, GATT, EEC)
- Verbeterde transportmogelijkheden (goedkoper en sneller)
- Moderne informatie en communicatietechnologieën.
2. De informatiemaatschappij
- Meer economische waarde door informatie te genereren, te gebruiken en te verkopen
(klantenkaarten, on-line transacties via het Web)
- Moderne verkoop- en productiesystemen, die klantordergestuurde productie mogelijk maken
- Xerox: ‘Pay On Production’ (alleen betalen voor componenten op basis van wat er in de
productie werkelijk is verbruikt). Consignment businessmodel, gebruikt de Bijenkorf.
- Albert Heijn: ‘Vandaag voor Morgen’…alleen betalen voor producten die vandaag verkocht zijn
3. Veranderingen consumentenpatronen
- Klanten eisen steeds vaker koopgemak, after sales service, betrouwbaarheid, uniciteit,
kwaliteit, enz.
- De klanten zijn de baas; zij vertellen de producent wat ze willen, wanneer, hoe en wat zij
ervoor willen betalen. Dit komt o.a. door de grote informatiemaatschappij. Klanten weten al
veel meer over de producten die ze willen kopen en hoe het misschien in andere winkels is.
‘Ja maar bij die winkel is het 10 cent goedkoper’
- Dit leidt ertoe dat innovatie en service constant onderwerp van gesprek zijn.
Invloed op strategieën en structuren
1. Waardeketenmanagement
- Elke organisatie moet in principe worden gezien als een verzameling van kern- en
ondersteunende waardenactiviteiten die worden uitgevoerd om producten die waardevol zijn
voor klanten (Porter) te ontwikkelen, te produceren, op de markt te brengen, af te leveren en
in stand te houden.
- Concurrentievoordeel hangt in de eerste plaats af van de vaardigheid om de organisatie op de
juiste plaats in de waardeketen te positioneren ten aanzien van haar:
o Klanten, concurrenten en leveranciers
- Organisaties moeten zich richten op hun kernactiviteiten. Niet-kernactiviteiten worden
uitbesteed. Daardoor worden bedrijven steeds inkoopgevoeliger. De inkoop wordt steeds
belangrijker (inkoop van personeel/afdelingen).
2. Procesoriëntatie
- Van een functionele organisatie naar een procesorganisatie
- Procesmanagement heeft betrekking op het integreren van interne zowel als externe
processen
3. Uitbesteden en het ontwikkelen van leveranciersnetwerken van wereldklasse
- Specialistische leveranciers kunnen de uitbestede activiteiten vaak goedkoper uitvoeren dan
de klant zelf en er een hogere waarde aan toevoegen
- Waar het om gaat is dan de allerbeste leveranciers op wereldschaal te vinden (‘World Class
Suppliers’)
Plaats van de inkoopfunctie in de waardeketen
Uitgangspunt is de waardeketen (Porter, 1985)
Waarde/marge wordt gevormd door;
, - Primaire activiteiten (5 typen)
inkomende logistiek, productie, uitgaande logistiek, marketing en verkoop en service
- Ondersteunende activiteiten (4 typen)
organisatiestructuur, personeelsmanagement, technologie en ontwikkeling en inkoop en
bevoorrading
- Totale waarde moet groter zijn dan kosten
De rol van inkoop
- Aangestuurd door primaire en ondersteunende processen
- Je hebt projectmatige (wat niet elke dag/week moet worden ingekocht, denk aan een kassa)
en routinematige (altijd op voorraad hebben, denk aan eten en drinken) aanschaffingen en
diensten.
- Dit heeft gevolgen voor inrichting en verankering van inkoop
Definiëring en begripsafbakening
• Inkoop:
– Zorg dragen voor beschikbaarheid van grondstoffen, hulpstoffen, componenten en
andere goederen en diensten
• Beschikbaarheidsaspect = ervoor zorgen dat de gevraagde goederen in de
juiste kwaliteit en hoeveelheid op tijd ter beschikking van de aanvrager zijn
• Commercieel aspect = men moet ervoor zorgen dat dit gebeurt tegen de
laagst mogelijke integrale kosten.
• Bestellen:
– Rechtstreeks uit catalogus plaatsen van een opdracht tot levering onder acceptatie
van prijs en overige voorwaarden.
• Kopen:
– Op basis van specificatie, aanvragen van offertes van verschillende leveranciers,
onderhandelen over condities.
• Purchasing:
– Specificeren, selecteren, contracteren, onderhandelen, bestellen en bewaken. (
• Procurement:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Malouvandolderen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.46. You're not tied to anything after your purchase.