De staat
− Kenmerken van een staat zijn:
− Er is een hoogste gezag; gericht op handhaving orde en recht;
− Er is een gemeenschap van mensen; die zich met elkaar verbonden voelen;
− Er is een bepaald grondgebied; met bij voorkeur door de buren erkende grenzen;
− En erkenning door andere staten is meegenomen.
− “Staat”: 2 betekenissen: het Land (grondgebied en bevolking); het Gezag in dat land (overheid).
− Bij beide begrippen is de staat soeverein (zelfbeschikkingsrecht; hoogste gezag zonder
verantwoording af te hoeven leggen aan een hoger gezag).
Taken van de staat
− Dienen van het algemeen belang, waaronder:
− Bescherming van de burgers. Intern en extern. Handhaving van orde en veiligheid.
− Wetgever
− Bestuur
− Rechtspraak.
− Algemeen belang: dat wat in het belang is van de meeste burgers en van de staat als geheel.
Hoofdlijnen van ons staatsrecht
− Inrichting van de staat en verdeling van bevoegdheden;
− Handhaving individuele vrijheden van de burger;
− Rechtspraak en rechtsbescherming tegen de overheid;
− Totstandkoming, doen gelden en handhaving van het recht.
Het Koninkrijk der Nederlanden
− Nederland heeft een koloniaal verleden. Een aantal voormalige koloniën heeft ons verlaten
(NederlandsIndië, Suriname), met een aantal voormalige koloniën hebben we nog steeds een
staatsrechtelijke relatie. Dat heeft er toe geleid dat het koninkrijk op dit moment (vanaf 2010) als
volgt vorm is gegeven:
− Nederland met de overzeese BES eilanden (Bonaire, Sint Eustatius en Saba, alle drie openbare
lichamen in de zin van art. 134 Grondwet; een soort overzeese gemeenten);
− de zelfstandige staat Aruba;
− de zelfstandige staat Curacao;
− de zelfstandige staat Sint Maarten.
− Onderlinge relaties zijn geregeld in het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden.
1
, Nederlanders en hun rechten:
− Wie Nederlander is heeft recht van vrije toegang tot en verblijf in Nederland.
− Ons Wetboek van Strafrecht is ook (grotendeels) van toepassing op Nederlanders buiten Nederland
(art. 5 Sr); exterritoriale werking dus;
− Nederlanders genieten diplomatieke bescherming en ondersteuning in het buitenland.
− Nederlanders worden pas dan uitgeleverd aan andere landen om berecht te worden als zeker is dat
ze hun straf in Nederland mogen uitzitten (art. 4 Uitleveringswet).
− Art 4 GW: actief kiesrecht 2e kamer; passief kiesrecht.
− Benoembaar is bepaalde openbare functies (als bijvoorbeeld burgemeester).
− Recht op voorzieningen als bijstand, kinderbijslag, en huurtoeslag.
− Let wel: het Nederlanderschap behoort aan het Koninkrijk en zo zijn Arubanen dus ook Nederlanders.
Let wel: je kunt het Nederlanderschap ook verliezen (maar je mag niet statenloos worden volgens
internationaal recht).
Vreemdelingen
− Art. 1 lid 1 onder e Rijkswet op het Nederlanderschap: een vreemdeling is hij die de Nederlandse
nationaliteit niet bezit.
− Hoe wordt je Nederlander:
− Als je kind bent van Nederlandse ouders;
− 5RWN: derde generatie kinderen (waarvan dus de ouders in Nederland geboren zijn);
− 3RWN: geadopteerde minderjarigen;
− 6RWN: vreemdelingen die aan de voorwaarden voldoen en voor optie kiezen;
− 7RWN: na succesvol verlopen naturalisatie procedure (verzoek, toets, verklaring van
verbondenheid)
− Let wel: dit alles onder afstandsplicht: vreemdeling moet zijn uiterste best doen om zijn eigen
nationaliteit kwijt te raken (wat sommige landen verbieden, zoals Marokko).
Rechten van vreemdelingen
− Een vreemdeling heeft recht op voorzieningen (bijstand, huurtoeslag, etc) als hij rechtmatig in
Nederland verblijft (koppelingsbeginsel). 2
− Wie een visum heeft, heeft maximaal 3 maanden toegang tot Nederland;
− Wie langer wil blijven, moet een machtiging tot voorlopig verblijf aanvragen, gevolgd door
verblijfsvergunning regulier. Hierbij bepaalt het doel van het verblijf (werk, studie) de termijn.
− Voor inwoners van de EU (Unieburgerschap) gelden soepeler normen (6 maanden vrij toegang, geen
visumplicht, en lagere eisen voor langer verblijf).
2
, Vluchtelingen
− Asielzoekers moeten een verblijfsvergunning aanvragen. Die wordt verleend indien:
− Nederland hiertoe verplicht is omdat het gaat om een vluchteling als bedoeld in verdragen zoals
het Vluchtelingenverdrag;
− Als met de aanwezigheid van de vreemdeling een wezenlijk Nederlands belang is gediend
(Maxima; cruciale buitenlandse werknemers); -
− Als er klemmende redenen zijn van humanitaire aard, zoals ziekte of hereniging met kind of
partner.
− Uitgeprocedeerde vluchtelingen zijn illegaal in Nederland en kunnen worden uitgezet.
− Na het krijgen van een verblijfsvergunning volgt de inburgeringsplicht.
Bronnen van het staatsrecht
− Het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden (regelt onderlinge verhoudingen);
− De Grondwet (belangrijk; regelt de inrichting en het functioneren van de Nederlandse staat en de
staatsorganen en de verdeling van de staatsmacht);
− Organieke wetten (wetten in formele zin op basis van de Grondwet, zoals de Gemeentewet,
Provinciewet), reglementen (zoals reglement van orde 2e kamer);
− Gewoonterecht (zoals het vertrouwensbeginsel);
− Verdragen en Europese maatregelen (EU verdrag; Vluchtelingenverdrag);
− Jurisprudentie.
Van statenbond naar eenheidsstaat
− 1579: Unie van Utrecht. Republiek der 7 verenigde Nederlanden. Statenbond. 7 zelfstandige staten
die bij verdrag afspraken maken over onderlinge samenwerking. Staten-Generaal was de vergadering
van de afgevaardigden van de 7 staten.
− Eind 18e eeuw: de statenbond raakt in verval; patriotten accepteren niet dat de macht in te kleine
kring wordt gehouden. Opstanden; in 1787 hersteld Oranje met hulp van het Pruisische leger de
orde, maar wordt daar natuurlijk niet populair mee.
− 1795 komt na de Franse inval een eind aan de oude statenbond. Nederland wordt een eenheidsstaat:
de Bataafse Republiek, met een moderne staatsregeling en rechten voor burgers.
− In 1806 Koninkrijk Holland (vazalstaat van Frankrijk); 1810 onderdeel van Frankrijk. 1813 herstel van
zelfstandig Nederland, wederom als eenheidsstaat
Bondsstaat
− Een tussenvorm tussen statenbond en eenheidsstaat, is de structuur van de bondsstaat (federatie).
− Hierbij hebben zelfstandige staten zich verenigd en een belangrijk deel van hun staatsmacht
overgedragen aan een centraal gezag. Voorbeelden zijn de BRD en de USA.
Gedecentraliseerde
− Eenheidsstaat Nederland is een gedecentraliseerde eenheidsstaat:
− De centrale overheid een deel van haar regelende en bestuurlijke taken en bevoegdheden over
heeft gedragen aan lagere overheden;
− Daarmee is het staatsgezag zowel centraal als decentraal;
− De centrale overheid handhaaft de eenheid door toezicht te houden en door kaders te stellen
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller dilara31. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.04. You're not tied to anything after your purchase.