Psychopathologie = wetenschap of studie van het geestelijk of psychisch lijden
- Pathos = last/lijden (burden van patiënt of omgeving)
- Psyche = functioneren
2 benaderingen:
- Syndroombenadering
o Psychologie van het pathologische (= gegroepeerde entiteiten): Samenhangend geheel van klachten en symptomen
o Bv. Behandeling wordt bekeken o.b.v. het gemiddelde wat voor de meeste mensen werkte
o Holistisch beeld
- Symptoombenadering
o Pathologie van het psychisch (= algemene psychische processen of functies)
o Beschrijven van psychisch functioneren
▪ Bv.: bewustzijn, gevoelens … Dokter vaak een somatische benadering (fysiek) van de anamnese (bv. klachten
van cardioloog → bewustzijn, gevoelswereld)
o Cliënt een behandeling op maat geven o.b.v. hun symptomen
2 typen diagnosen:
- Syndroomdiagnose
o Synoniem: descriptieve diagnose
o Alleen beschrijvend en geeft geen info over de redenen en manier van ontstaan
o Heeft niets te maken met de patiënt voor je
- Structuurdiagnose
o Beschrijving van de symptomatologie waardoor en op welke wijze het syndroom ontstaan is
o Bv. Wat maakt dat die patiënt op dit ogenblik depressief is? Zonder de risicofactoren en productieve factoren te weten,
maakt dit het moeilijk om een behandeling op maat in te stellen. Wat doe je in een psycho-educatie?
o Verschillende factoren
▪ Predisponerende of voorbeschikkende factoren = factoren die iemand kwetsbaar maken
• Genetica: bv. Bipolair zijn
▪ Precipiterende of uitlokkende factoren = factoren die de stoornis uitlokken
• Bv. Cannabis kan een psychose triggeren (combinatie)
▪ Perpetuerende of onderhoudende factoren = factoren die de stoornis onderhouden
• Bv. Behandelplan: zijn er factoren aanwezig die de zaken op een
negatieve manier in stand houden?
o Klinisch relevant
o Door deze kenmerken na te gaan, ga je dichter bij de interventie/behandeling zitten
Abnormaal verschijnsel
- = afwijkend van de sociale norm of van wat in de cultuur als normaal gedrag geldt
- Veroorzaakt ongemak, lijden of bezorgdheid bij de betrokkende en/of omgeving
- Psychische klacht is niet hetzelfde als psychische stoornis
Bio-psycho-sociaal model:
- Medisch model
o Etiologie: het ontstaan
▪ Predispositie = oorzakelijke factoren
▪ Precipitatie = uitlokkende factoren
▪ Perpetuatie = in standhoudende factoren
o Pathogenese: ontwikkeling
o Prognose: natuurlijk beloop
o Behandeling: preventie en therapie
Bron: lessen en powerpoints gegeven door prof. Dirk van West ‘22-’23, aangevuld met eigen notities 3
, - Psychologisch model
o Ziektebeleving (= illness)
- Sociologisch model
o Ziekterol
Kwetsbaarheid uit zich in stress
Langdurige stress ga je decompenseren
Decompenseren kan zowel op lichamelijk als psychisch vlak
Het toegepaste model op de ziekte zal een invloed hebben op de behandeling
- Medisch model zal een medische behandeling toepassen zoals medicijnen
- Psychologisch model zal een psychologische behandeling toepassen zoals therapie
1.2 Classificatie
Doel:
- Orde scheppen (klinische klachten/symptomen gaan groeperen)
- Fenomenen groeperen
- Gemeenschappelijke taal ontwikkelen
o Bv. Patiënt heeft een depressie. Men spreekt over een depressie als ‘die’ klachten minimaal aanwezig zijn
o Steeds een eenzelfde verhaal met een classificatiesysteem
In een ideale wereld zou classificatie:
- Een perfecte representatie van onderliggende realiteit en diversiteit weergeven
- Verloop, oorzaken en reacties op behandeling voorspellen
Maar het is geen ideale wereld. Toch is classificatie nuttig als:
- Communicatiemiddel
- Registratiemiddel
Algemene classificatie:
- Categoriale classificatie
o Uitgangspunt: er is een kwalitatief onderscheid tussen ziek ↔ gezond en normaal ↔ abnormaal
▪ Het is alles of niets
o Werkwijze: psychiatrische stoornissen worden onderverdeeld in duidelijk afgebakende klassen, die elkaar niet
overlappen
o Bv.: je hebt depressie, ja of nee; bv. klasse depressie, klasse angsten
- Dimensionale classificatie
o Uitgangspunt: er is een kwantitatief onderscheid tussen ziek ↔ gezond en normaal ↔ abnormaal
▪ Het is meer of minder
▪ Het komt voor in bepaalde mate
▪ Continuüm van klachten (licht naar ernstige klachten) → meer bruikbaar in klinische praktijk)
o Werkwijze: personen of psychiatrische stoornissen worden gesitueerd op een dimensie of continuüm
o Bv.: je hebt een verkoudheid maar kan nog functioneren VS je hebt een verkoudheid maar je kan jouw bed niet meer
uit
o In praktijk is het niet zo afgebakend, eerder veel overlap (↔ categoriale classificatie)
o Dit hybride gegeven is het meest optimaal
Bron: lessen en powerpoints gegeven door prof. Dirk van West ‘22-’23, aangevuld met eigen notities 4
, - Prototypische classificatie
o Uitgangspunt: er is een grote variabiliteit bij individuen, die anderzijds ook veel kenmerken gemeen hebben
o Werkwijze: psychiatrische stoornissen worden onderverdeeld naar de mate waarin ze gelijken op een prototypisch
voorbeeld
o Heeft te maken met de persoonlijkheidsproblematieken
2 classificatieboeken: (belangrijksten in Europa)
- DSM = Diagnostic and Statistical Manual for Mental Disorders
o Boek van APA = American Psychiatric Association
o Bevat psychische en psychiatrische aandoeningen
o 6 versies:
▪ DSM-I: na WOII (1952)
▪ DSM-II (1968)
▪ DSM-III (1987)
▪ DSM-IV (1994)
▪ DSM-IV-TR (2000)
▪ DSM-5.0 (2013)
o Voordelen:
▪ De research is verbeterd (waarom? Gemeenschappelijke taal → meer homogene groepen)
▪ Communicatiemiddel tussen onderzoekers en behandelaars
▪ Vrij hoge betrouwbaarheid! (Goed psychologisch testmateriaal = bezit goeie psychometrische eigenschappen,
goeie validiteit en betrouwbaarheid) (bv. Inter-beoordelaarsbetrouwbaarheid)
o Nadelen: (negatieve implicaties)
▪ Koppeling met hulpverlening: er moet diagnose zijn vooraleer er hulpverlening kan geboden worden
▪ Koppeling met verzekeringsmaatschappij: Nederlands gegeven, diagnosebehandelcriteria
▪ Koppeling met psychofarmaca
▪ Lage validiteit!: Meet het wat we willen meten? Onderdeel: constructvaliditeit. Aantal van de syndromen kent
een minder goede validiteit, nochtans essentieel om te kunnen spreken over goede psychometrische
eigenschappen
o Geschiedenis
▪ DSM-I/II: Freud model (psychoanalyse)
▪ DSM-III/IV: Kraepelin model
• Schizofrenie
• Bipolaire stoornis
• Schizoaffectieve stoornis
▪ DSM-5: neurowetenschappen model
• Wordt steeds meer geïnspireerd door neurowetenschappelijk onderzoek
- ICD = International Classification of Diseases
o 11 versies: ICD-1 tot ICD-11
o Boek van WHO = World Health Organisation
o Bevat psychische, psychiatrische en somatische aandoeningen
o Meestal in Scandinavische landen
Verschil in classificatiesysteem: Prevalentie kan dus anders liggen van land tot land
- Er zijn nog meer dan twee classificatiesystemen
Verschil classificatie en diagnostiek
- Classificatie gaat snel
- Diagnostisch proces kost tijd
Bron: lessen en powerpoints gegeven door prof. Dirk van West ‘22-’23, aangevuld met eigen notities 5
, 1.3 Diagnostiek
- Classificerende (beschrijvende) diagnostiek
- Handelingsgerichte (verklarende) diagnostiek
- Mild: geen psychiatrie, wel milde/matige klachten. Ernstige psychische klachten, daar kan je wel spreken over psychopathologie
(sprake van last en lijden)
- Er moet een afkappunt zijn wanneer normaal abnormaal wordt
o Bv. Lengte
~ Afbeelding: continuüm tussen klinische psychologie en klinische psychiatrie. Psychiatrie enger domein
~ last; verschillende benaderingen in
Verschil classificatie en diagnostiek
Classificatie Diagnostiek
o Wat is er aan de hand? o Hoe is dat zo gekomen?
o Algemene kennis o Specifieke kennis
o Beschrijvend o Verklarend
o Betreft groepen o Betreft een individu
o Gedragskenmerken o Zijn meerdere niveaus van de persoon en
o Relatief snel te stellen context bij betrokken
o Tijdrovend proces
o Geeft enige richting aan hulpverlening o Is voorwaardelijk voor (goede)
hulpverlening
Veel ruimer
1.4 Globale veranderingen DSM-5
Het belang van ontwikkelingsaspecten die met de stoornissen samenhangen
- Volgorde hoofdstukken volgen ongeveer de levensloopbenadering
- Ontstaan, ontwikkeling en beloop van de stoornis
- Leeftijdsgerelateerde factoren
- Sekse/gender en cultuuraspecten
De samenvoeging van de autistische stoornis, de stoornis van Asperger en de pervasieve ontwikkelingsstoornis (PDD-NOS) tot 1 stoornis,
nl de autismespectrumstoornis
- Al die subtypes vallen samen en hebben ook dezelfde behandeling
- Comorbiditeit
Integratie van wetenschappelijke bevindingen uit het meest recente genetisch onderzoek en onderzoek met
beeldvorming van de hersenen
- Genetische en fysiologische risicofactoren
- Prognostische indicatoren
- Veronderstelde biologische markers
Een gestroomlijnde classificatie van bipolaire en depressieve stemmingsstoornissen
- Alle deelcriteria zijn opgenomen in de criteria voor elke stoornis
- Nieuwe specificaties zoals ‘met angstige spanning’ of ‘met gemengde kenmerken’
De herstructurering van de stoornissen in het gebruik van een middel met als doel meer consistentie en helderheid
- Misbruik en afhankelijkheid worden vervangen
Een overgang in de conceptualisering van de persoonlijkheidsstoornissen
- Hybride model in deel III
Bron: lessen en powerpoints gegeven door prof. Dirk van West ‘22-’23, aangevuld met eigen notities 6
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller psonneck. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.89. You're not tied to anything after your purchase.