Inleiding in de Sociologie; volledige aantekeningen colleges
43 views 1 purchase
Course
Inleiding in de Sociologie (FSWS1010)
Institution
Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR)
Dit document bestaat uit aantekeningen uit de hoorcollege's van het vak Inleiding in de Sociologie. Het document is ingedeeld per college en tevens per onderwerp. Hierbij staat bij elk onderwerp de centrale vraag benoemd, samen met de kernbegrippen. Deze worden uitgelegd aan de hand van de voorbere...
Hoorcollege 2
De vier perspectieven zorgen ervoor dat alle kanten belicht worden. Hoe meer perspectieven je
eigen maakt, hoe makkelijker het is om een brede sociologische blik te vormen.
• Het functionalisme ziet de samenleving als een functioneel geheel.
• De con ictbenadering ziet de samenleving als strijdtoneel.
• Het symbolisch interactionisme ziet de samenleving van betekenisgevende individuen.
• De rationele keuzebenadering ziet de samenleving van calculerende individuen.
De eerste twee perspectieven kijken naar de samenleving als geheel en de laatste twee
perspectieven kijken naar de samenleving vanuit de individuen.
Veel ideeën zijn aan elkaar tegengesteld, zoals ham en eieren. Ze zien er anders uit en ze zijn ook
anders, maar ze versterken elkaar. Dit metafoor geldt ook voor de perspectieven. Deze verreiken
elkaar wanneer gecombineerd.
Sociologisch perspectief = een basisbeeld berustend op bepaalde aannames (assumpties) van
de samenleving, dat het sociologisch denken en onderzoek richting geeft. (syn. paradigma,
benadering). Perspectieven zijn geen verklaringen en zijn niet toetsbaar.
Sociologische theorie = een samenhangend stelsel van uitspraken over hoe en waarom
speci eke feiten met elkaar verbonden zijn. (bv. middle-range theory van Merton). Een theorie is
een verhaaltje waarmee je kan verklaren waarom een deel van de sociale werkelijkheid is zoals hij
is. De theorieën worden geïnspireerd door de verschillende perspectieven.
Functionalisme
Centraal uitgangspunt = de samenleving als complex sociaal systeem waarvan alle afzonderlijke
onderdelen samenhangen en samenwerken om stabiliteit en solidariteit in de samenleving te
produceren.
Alle onderdelen van de samenleving hebben een collectief doel; stabiliteit en solidariteit. Het gaat
hier niet om de losse onderdelen, maar om de samenwerking (tandwielen die in elkaar haken).
Cultuur is de olie tussen deze tandwielen. Alles wat bestaat heeft een maatschappelijke functie
(kunnen ook negatieve functies zijn).
Voorbeelden van functionalisme; instituties als onderwijs, de economie, het recht, de
politiek, gezondheidszorg.
Kernbegrippen van functionalisme; sociale structuur en sociale functies. Daarnaast richt
het functionalisme op het macro niveau.
1
fi fl
,Een ander metafoor is de samenleving als een lichaam, waarbij alle ondereen van de sociale
structuur samenwerken opdat de gehele samenleving harmonieus functioneert. Functionalisten
zijn niet geïnteresseerd in de losse organen, maar in hoe deze samenwerken zodat het lichaam
kan blijven functioneren. Daarnaast wordt er gehamerd op cultuur, belang van morele consensus
(gedeelde normen en waarden) voor orde en stabiliteit.
In het functionalisme is wel aandacht voor het individu, echter zijn dit pionnen van de
samenleving. De samenleving indoctrineert (socialiseert) deze individuen. Ook heb je rollen,
mensen die een bepaalde rol in nemen in een bepaalde sociale structuur, waarbij bepaalde
verwachtingen horen. Dit houdt in dat iets gepast kan zijn in een situatie, maar niet gepast in een
andere situatie. Wat mensen doen is niet universeel gegeven, maar is afhankelijk van de rol die
men inneemt.
Wat deze rollen zijn en hoe je je moet gedragen leert de samenleving in en proces genaamd
socialisatie. Dit is het internaliseren (eigen maken alsof ze vanzelfsprekend zijn) van
rolverwachtingen, normen en waarden. Dit gebeurt grotendeels impliciet, met weinig formele
regels (straf en beloning). Er wordt sociale controle uitgeoefend door de positieve en negatieve
sancties. Het afwijken van de norm heet deviantie. Deze afwijkingen zijn heel belangrijk en spelen
een functie in het sociale leven. Deze bevestigen de norm en herbevestigen dat de mensen die
zich wel aan de regels houden een cohesie vormen.
Centrale vraag = wat is de functie van sociale verschijnselen?
Sociale verschijnselen kunnen het beste worden verklaard in termen van de functies die zij
vervullen….
Er zijn volgens Merton drie soorten functies:
1. Manifeste functies. Herkende en bedoelde gevolgen van een sociaal verschijnsel voor het
sociale systeem. Het bevorderen van de gezondheid van mensen zodat zij in staat zijn hun rol
te vervullen. Bv. sporten voor de gezondheid. Bv. arbeid verrichten ter produceren van
goederen en diensten.
2. Latente functies. Vaak niet-herkende, onbedoelde (positieve) gevolgen van een sociaal
verschijnsel voor het sociale systeem. Bv. sport gebruiken als uitlaatklep. Bv. arbeid geeft
mensen een doel om naar toe te leven (welbevinden).
3. Disfuncties. Onbedoelde nadelige gevolgen van een sociaal verschijnsel voor het sociale
systeem. Bv. agressie langs de voetballijn. Bv. arbeid kan mentale en fysieke klachten
veroorzaken waardoor men niet meer in staat is de arbeid te verrichten.
Manifeste functies zijn cruciale functies van instituties die primair door deze instituties worden
vervuld. Daarnaast veranderen functies door de tijd heen.
2
, Emile Durkheim is grondlegger van functionalisme.
Kritiek op fuctionalisme is de eenzijdige nadruk op consensus (blinde vlek voor con ict, macht en
ongelijkheid) en eenzijdige nadruk op stabiliteit (blinde vlek voor verandering). Daarnaast is
teleologie een kritiek, dit houdt in dat waargenomen gevolgen worden opgevat als oorzaken,
terwijl de samenleving geen bewuste actor met behoeften is. Tot slot is het reductionistisch,
reductie van sociale verschijnselen tot hun rol voor het functioneren van de samenleving. Er is
geen oog voor de bredere betekenis van verschijnselen.
Con ictbenadering
Centraal uitgangspunt = de maatschappelijke verhoudingen zijn het resultaat van constante
strijd tussen sociale groepen. Sociale con icten zijn onvermijdelijk en zorgen voor sociale
verandering en vernieuwing.
Kernbegrippen van de con ictbenadering; sociale ongelijkheid, strati catie, macht, strijd,
Focus ligt op macro-niveau.
De con ictbenadering legt de nadruk op ongelijkheid. Deze ongelijkheid zorgt voor con ict en dat
zorgt ervoor dat de samenleving werkt zoals deze werkt. Sociale structuren bevorderen niet het
functioneren van het gehele systeem, maar bevoordelen sommige groepen meer dan anderen.
Daarnaast is macht cruciaal. De bovenliggende groep probeert positie te handhaven ten koste
van onderliggende groep. De onderliggende groep probeert positie te verbeteren. Dit is ook een
perspectief die voorbij gaat aan de betekenis van betrokkenen.
Het gaat om con ict, maar niet alleen om felle en/of zichtbare strijd. Het gaat niet om groepen die
gewapend tegenover elkaar staan, maar over processen van overheersing. Sociale groepen
voeren belangenstrijd, ongeacht of dit leidt tot uitbarstingen of niet. Soms heeft een sociale groep
niet eens door dat het zich in een con ict bevindt. Het openlijk con ict (wat zichtbaar is) is het
topje van de ijsberg.
Centrale vragen van de con ictbenadering zijn anders dan het functionalisme. Con ictbenadering
staat stil bij het ontstaan van de vormen van maatschappelijke onder- bovenbeschikking.
Marx is de grondlegger van con ictbenadering. Hij is materialistisch en kijkt vanuit economisch
aspect.
Kritiek is dat er eenzijdige nadruk ligt op con ict (blinde vlek voor consensus en harmonie),
eenzijdige nadruk op verandering (blinde vlek voor stabiliteit) en is reductionistisch. Reductie van
sociale verschijnselen tot hun rol bij con icten in de samenleving. Bv religie bestaat omdat het
een weerspiegeling is van de verschillen in de samenleving.
3
fl fl fl fl flfl fl fl fl fl fl fi flfl fl
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller celine222. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.32. You're not tied to anything after your purchase.