Hier zijn al de QUIZ-vragen inclusief de juiste antwoorden die werden aangehaald in de lessen als voorbeeldvragen. Bij deze bespaar ik u de tijd en moeite om de antwoorden zelf te gaan opzoeken in ruil voor een kleine bijdrage (time is money ). :)
1. Beta meet de covariant tussen een aandeel en de markt
2. Beta meet de standaardafwijking van de aandelenreturn
3. Beta meet de mogelijkheid om risico te diversifiëren
4. Hoe groter beta, hoe kleiner de risicopremie zou moeten zijn
Welk risico is niet systematsch voor een onderneming?
1. Inflatie
2. Recessie
3. Het risico dat de vennootschapsbelastingen omhoog gaan als gevolg van
een begroting uit evenwicht
4. Het risico dat een topmanager het bedrijf verlaat.
Welke stelling is fout?
1. Diversificatie heeft tot gevolg dat het totale risico kleiner is dan het
gemiddelde van het risico van de individuele aandelen.
2. Het effect van diversificatie treedt op wanneer de rendementen van de
aandelen niet perfect gecorreleerd zijn.
3. Hoe hoger de correlatie, hoe sterker het effect van diversificatie.
4. Een perfect gediversifieerde portefeuille zal de marktbewegingen volgen
Welke stelling is juist?
, 1. De eindwaarde van een optie vormt de bovengrens van een
Amerikaanse optie
2. De beginwaarde van een optie vormt de bovengrens van een Europese
optie
3. De eindwaarde van een optie is de waarde die deze optie zou hebben als
het vandaag de afloopdatum was
4. De eindwaarde van een optie is de verdisconteerde waarde van de prijs
van de optie op afloopdatum
Welke stelling is fout?
1. Europese opties kunnen alleen worden uitgeoefend op afloopdatum.
2. Amerikaanse opties kunnen worden uitgeoefend op elke datum
voorafgaand aan de afloopdatum.
3. Europese opties worden enkel in Europa verhandeld.
4. Amerikaanse opties worden zowel in Europa als in Amerika verhandeld.
Welke van de volgende posities profiteren als de aandelenkoers stijgt?
1. LONG positie in een CALL
2. SHORT positie in een CALL
3. LONG positie in een PUT
4. SHORT positie in een PUT
Welke stelling is fout?
1. De IRR-investeringsregel indentificeert de juiste beslissing in veel, maar
niet alle situaties.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Entrepreneur21. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.17. You're not tied to anything after your purchase.