Dit is een samenvatting van het boek Omgaan met dyslexie van Jan Hindrik Loonstra & Tom Braams. Het boek is tentamenstof bij de minor dyslexie op de Hogeschool van Utrecht. Hoofdstuk 1 tot en met 6 staan in de samenvatting. Dit is het theoretische deel van het boek. Het laatste hoofdstuk is niet in...
Samenvatting
Omgaan met Dyslexie – Jan Hindrik Loonstra & Tom Braams (2015)
H1 – Wat is dyslexie?
Genotype = verzameling van eigenschappen van het individu dat is geërfd van
beide ouders en zich in de genen en het DNA bevindt
Fenotype = het gedragsniveau
1.1 Geschiedenis
Woordblindheid = verschillen tussen letters niet kunnen zien verouderde term
Geschiedenis termen
- Voor 1872: gevalsbeschrijvingen van mensen die hun vermogen tot lezen
hadden verloren
- 1872: Berlin gebruikte als eerste de term dyslexie. Ook gebruik van
alexie en woordblindheid
- 1896: Pringle Morgan: gebruikte de term aangeboren leesstoornis
- 1917: Hinshelwood bundelde alle bestaande kennis in zijn boek ‘Congential
Word Blindness’. Hij maakte onderscheid tussen
Alexie = op volwassen leeftijd gaat de vaardigheid van het lezen
verloren als gevolg van een hersenbeschadiging
Dyslexie = ontwikkelingsachterstand waardoor lezen trager verliep
Woordblindheid = niet leren lezen
Geschiedenis oorzaken
- 1892: Dejerine plaatste de oorzaak van dyslexie in de taalgebieden
- 1937: Orton dacht door de plaatsverwisseling en spiegeling van letters dat
er een probleem in de visuele waarneming van letters een oorzaak van
dyslexie was. Dit zou liggen aan de dominantie van het visuele
waarnemingsgebied van de ene hersenhelft over de andere. Hij zag dat
een leesstoornis in bepaalde families meer voorkwam en vaker bij jongens
en linkshandigen voorkwam. (zijn ideeën hadden nog lang invloed)
- Tot na WO II: dyslexie was een onderzoeksgebied van artsen
- Jaren 50: dyslexie werd een onderzoeksgebied van psychologen,
sociologen en onderwijskundigen
- Jaren 70: steeds meer wetenschappelijk bewijs dat ernstige lees- en
spellingprobemen een primair taalprobleem zijn
- 1979: Frank Vellutino verschillen in taalvaardigheid verklaren verschillen
in waarnemings-, geheugen- of sequentieervaardigheden
1.2 De oorzaak van dyslexie: het biologische en het cognitieve
verklaringsniveau
Omgevingsfactoren spelen op beide niveaus een rol
Het biologisch niveau: genotype
Dyslexie is aangeboren. Er zijn verschillende genen bij lees- en spellingproblemen
betrokken. Er kunnen geen subtypes onderscheiden worden.
1
, Genen + omgevingsinvloeden genotype ontwikkeling van cognitieve
vaardigheden lezen en spellen (fonologisch tekort)
Bij dyslectici zitten er afwijkingen in de taalgebieden van de linkerhersenhelft en
op specifieke plaatsen in de thalamus en het cerebellum
Normale lezers laten tijdens het lezen veel activiteit zien in
- Brocagebied voor in de hersenen
- Twee pariëto-temporale gebieden in het midden
- Visueel occipeto-temporaal gebied achterin
Bij dyslecten is er midden en achterin veel minder activiteit, in het Brocagebied
juist meer
Het cognitieve niveau: fonologische verwerking
Klankeenheden
- Fonemen = betekenisonderscheidende klankeenheid. Deze zijn
opgebouwd uit nog kleinere fonologische elementen:
kenmerken/features
- Allofonen = twee fonetisch verschillende klanken die geen verschillende
fonemen zijn
Baby’s worden geboren met de aanleg om alle mogelijke klankverschillen waar te
nemen. Klanknuances waar de hersenen niet in geoefend worden om deze te
onderscheiden, worden naarmate een kind ouder wordt moeilijker herkend.
Dyslectici nemen de irrelevante klankverschillen beter waar moeite met
onderscheid maken
Reduntante informatie = steun aan de context. Je hoeft niet alles te horen om
te begrijpen wat er gezegd wordt.
Transparante taal = de koppeling tussen letters en klanken is geheel 1 op 1
(Spaans, Italiaans, mindere mate Nederlands)
Niet transparante taal = er worden meerdere letters aan 1 klank gekoppeld en
meerdere klanken aan 1 letter (Engels)
1.3 Het gedragsniveau (fenotype)
Al op zeer jonge leeftijd zijn er duidelijk verschillen waarneembaar tussen
kinderen met een erfelijk risico op dyslexie en kinderen zonder dit risico.
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Kimromeijnders. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.79. You're not tied to anything after your purchase.