100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Inleiding Privaatrecht $3.44   Add to cart

Summary

Samenvatting Inleiding Privaatrecht

 7 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting van inleiding Privaatrecht gebaseerd op de gegeven leerdoelen van canvas en de colleges.

Preview 3 out of 18  pages

  • No
  • Besproken gedeelten in colleges
  • January 13, 2023
  • 18
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Verbintenissenrecht

Week 1
Vermogen  het geheel van op geld waardeerbare rechten en verplichtingen van iemand

Het objectieve vermogensrecht is op te delen in twee categorieën:
- Het goederenrecht: dit betreft de rechtsverhouding tussen een persoon en een goed
- Verbintenissenrecht: dit betreft de rechtsverhouding tussen een persoon en een
ander persoon

Rechtsobject = een voorwerp van recht, iets waarop rechtsregels van toepassing zijn en bij
betrokken kunnen worden. Dit zijn veel zaken (goederen, diensten producten).
Rechtssubject = ieder persoon die rechten en plichten kan hebben, dus rechtsbevoegd is.

Erkende rechtsbronnen binnen privaatrecht:
- Wet
- Jurisprudentie
- Gewoonte recht
- Europese + internationale richtlijnen en verdragen
- Bijzondere wetgeving

Recht kent twee betekenissen:
1. Objectief recht (geldende recht) – binnen een rechtsgebied op een bepaald moment
geldende regels
2. Subjectief recht – een aan iemand toekomende bevoegdheid
a. Absolute rechten  rechten die een rechthebbende tegen eenieder kan inroepen
b. Relatieve rechten  rechten die een rechthebbende slechts tegen een bepaalde
persoon kan inroepen

Grofweg heeft een verbintenis twee kenmerken:
1. Een partij is verplicht om een bepaalde prestatie te verrichten
2. De onderlinge band van de verbintenis is vermogensrechtelijk van aard

Verbintenis is een vermogensrechtelijke verhouding tussen twee partijen waarvan de ene
partij (schuldenaar) verplicht is tot een bepaalde prestatie, waartoe de andere partij
(schuldeiser) is gerechtigd.

Actieve kant Passieve kant
(schuldeiser) (schuldenaar)
Basis (kern) Vorderingsrecht Schuld
- Recht van schuldeiser - Rechtsplicht tot het
tegenover schuldenaar op verrichten van de
het verrichten van de prestatie
prestatie
Veroordelingsmogelijkheid Rechtsvordering Aansprakelijkheid
(voor rechter slepen)
Executiemogelijkheid Executierecht Uitwinbaarheid

, - Recht dat de uitvoer van - Recht om zich te verhalen
een vonnis/recht regelt op materiële goederen

art. 6:213 bw is voorbeeld van een wettelijke bepaling die een bron van verbintenis in het
leven roept  ‘verbintenis scheppende overeenkomst’ is het uitgangspunt, ook wel
obligatoire overeenkomst: roept verbintenissen in het leven.
- Liberatoire overeenkomst: doet verbintenissen teniet

Een rechtsfeit is een feit waaraan het objectieve recht een rechtsgevolg koppelt.
- Klaas en Willem spreken af dat Klaas het appartement van Willem schoonmaakt voor
een broodrooster. Er is dus sprake van overeenkomst (basis art. 6:213 bw) wat hier de
rechtsregel betreft. Het rechtsfeit is dat er een overeenkomst bestaat tussen Klaas en
Willem en het rechtsgevolg is dat zowel Klaas als Willem hier een subjectief recht
heeft op de ander.

Een belangrijke subgroep van de categorie rechtsfeiten zijn de rechtshandelingen:
betreft een menselijke handeling die gericht is op het tot stand brengen van een
(beoogd) rechtsgevolg (art. 3:33 bw).
- Eenzijdige rechtshandeling: wordt slechts door één persoon tot stand gebracht.
a. Ongericht  rechtshandeling is niet gericht tot een bepaald persoon. Voor
haar geldigheid hoeft dit ook niet aan personen ter kennis zijn gebracht.
b. Gericht  rechtshandeling is wel gericht tot een of meer personen. Voor haar
geldigheid moeten de personen tot wie de rechtshandeling is gericht ter
kennis zijn gebracht.
- Meerzijdige rechtshandeling: vereist een samenwerking van meerdere personen.
Voor totstandkoming van de rechtshandeling moeten ten minste twee personen
samenwerken bijv. art. 6:213 bw.
Een feitelijke handeling = een menselijke handeling die niet gericht is geweest op het
intreden van een bepaald rechtsgevolg terwijl het rechtsgevolg wel ontstaat.

Binnen de categorie ‘overeenkomst’ onderscheiden we:
1. Wederkerige overeenkomst (art. 6:261 bw) betreft een overeenkomst die voor beide
partijen verbintenissen schept.
2. Eenzijdige overeenkomst betreft een overeenkomst waarbij er slechts aan één zijde
een of meerdere verbintenissen worden geschept.

Rechtsfeiten, die geen rechtshandelingen zijn:
1. Onrechtmatige daad (art. 6:162 bw), het plegen van onrechtmatige daad betreft een
rechtsfeit, maar het is geen rechtshandeling, want voor het intreden van het gevolg is
niet vereist dat de dader het rechtsgevolg ook voor ogen had.
2. Rechtmatige daden (boek 6, titel 4)

De rechtshandeling, onrechtmatige daad en rechtmatige daad zijn rechtsfeiten die bestaan
uit menselijk handelen. ‘blote feiten’, feiten die niet uit menselijke gedragingen bestaan
kunnen echter ook een rechtsfeit vormen, omdat het objectieve recht hier rechtsgevolgen
aan verbindt.
- Voorbeeld bloot rechtsfeit is minderjarigheid (art. 1:233 bw)

, 3 manieren waarop uit de wet kan voortvloeien dat een bepaald feit een verbintenis doet
ontstaan:
1. De wet wijst de feiten als bronnen van verbintenissen rechtstreeks aan, denk aan
overeenkomst en rechtmatige daden.
2. De wet wijst via het ongeschreven recht bepaalde feiten aan als bronnen van
verbintenissen, zie art. 6:162 lid 2 bw.
3. De wet wijst geen directe bron aan, maar het feit doet toch een verbintenis ontstaan,
omdat dit past in het stelsel van de wet en aansluit bij de in de wet geregelde
gevallen, zie hier HR Quint/Te Poel.

Week 2
De overeenkomst = gedefinieerd in art. 6:213 lid 1 BW
Het betreft een obligatoire overeenkomst oftewel een verbintenis scheppende
overeenkomst. Het gaat om een rechtshandeling die is opgebouwd uit wil en verklaring, we
hebben hierbij twee overeenstemmende wilsverklaringen nodig om een overeenkomst te
doen ontstaan. Belangrijk is dat de overeenkomst verbintenissen met zich meebrengt.

Hoe komt een overeenkomst tot stand?
- aanbod en aanvaarding (art. 6:217 BW)
- overeenkomst hoeft niet altijd schriftelijk te ontstaan, soms betreft een handdruk
ook aan de eisen aanbod en aanvaarding.

Vier leidende beginselen binnen privaatrecht:
1. contractsvrijheid (afgeleid vanuit autonomiebeginsel): partijen hebben de vrijheid om
een overeenkomst te sluiten met wie zij willen, met de inhoud die zij willen en op het
moment dat zij dat willen.
2. vormvrijheid: verklaringen kunnen geschieden in iedere vorm. uitzonderingen hierop
staan in een wetsartikel “tenzij anders bepaald”.
3. pacta sunt servanda: afspraken moeten worden nagekomen. partijen moeten zich
houden aan de overeengekomen rechtsgevolgen van de overeenkomst.
4. relativiteitsbeginsel: gemaakte afspraken gelden in beginsel enkel tussen partijen, ze
zijn relatief.

Een rechtsgeldig aanbod = voorstel tot het sluiten van een overeenkomst dat alle essentiële
elementen van die overeenkomst bevat en dat de wederpartij met een simpel “ja” kan
aanvaarden.
 bepaalbaarheidsvereiste art. 6:227 BW
 een concrete advertentie kan worden gezien als een aanbod, maar niet altijd soms is een
concrete advertentie bedoeld als een uitnodiging om in onderhandeling te treden. dit is vaak
het geval bij gevallen waarbij de persoon van de koper relevant is voor het product (grote
artikelen zoals huizen, bedrijven etc.)

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller arrezinaschra. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.44. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

73091 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.44
  • (0)
  Add to cart