Vennootschaps- en rechtspersonenrecht (3011PFX6VY)
Summary
Vennootschaps- en rechtspersonenrecht samenvatting
72 views 3 purchases
Course
Vennootschaps- en rechtspersonenrecht (3011PFX6VY)
Institution
Universiteit Van Amsterdam (UvA)
Volledige samenvatting van het vak Vennootschaps- en rechtspersonenrecht van de master Commerciële rechtspraktijk op de uva. Samenvatting bevat naast alle lesstof ook alle jurisprudentie.
Vennootschaps- en rechtspersonenrecht (3011PFX6VY)
All documents for this subject (1)
Seller
Follow
gdekooker
Reviews received
Content preview
Vennootschaps- en rechtspersonenrecht samenvatting
Inhoudsopgave
VENNOOTSCHAPS- EN RECHTSPERSONENRECHT SAMENVATTING....................................................1
WEEK 1: INLEIDING, VESTIGINGSVRIJHEID..................................................................................................1
H. J. DE KLUIVER, KRONIEK VAN HET ONDERNEMINGSRECHT, NJB 2020/956.......................................................1
VAN SCHILFGAARDE/WINTER, WEZEMAN & SCHOONBROOD, VAN DE BV EN DE NV 2017, H. 1 EN H. 16 PAR. 150. 7
ASSER/VAN OLFFEN & RENSEN 2-IIA 2019, NRS 13, 16-20, 25-26, 40-41.....................................................12
JURISPRUDENTIE........................................................................................................................................18
WEEK 2 & 3: PERSONENVENNOOTSCHAPPEN...........................................................................................19
HOOFDSTUK 1: KORTE KARAKTERISTIEK PERSONENVENNOOTSCHAP.....................................................................19
HOOFDSTUK 2: KENMERKEN PERSONENVENNOOTSCHAP...................................................................................22
HOOFDSTUK 3: ONDERSCHEID MAATSCHAP, VOF, CV......................................................................................23
HOOFDSTUK 4: AANGAAN VAN EEN PERSONENVENNOOTSCHAP..........................................................................24
HOOFDSTUK 5: RECHTSBETREKKINGEN TUSSEN DE VENNOTEN ONDERLING............................................................28
JURISPRUDENTIE........................................................................................................................................45
WEEK 4: OPRICHTING EN ORGANISATIE VAN RECHTSPERSONEN.....................................................................45
VAN SCHILFGAARDE ..................................................................................................................................45
JURISPRUDENTIE........................................................................................................................................68
WEEK 5 & 6: TOETSING VAN BESLUITEN EN VERTEGENWOORDIGING..............................................................68
JURISPRUDENTIE WEEK 5............................................................................................................................90
JURISPRUDENTIE WEEK 6............................................................................................................................90
WEEK 7: KAPITAAL- EN VERMOGENSBESCHERMING....................................................................................90
VAN SCHILFGAARDE HOOFDSTUK 3 NUMMERS 19, 26 EN 27............................................................................90
KAPITAAL EN VERMOGEN............................................................................................................................90
VAN SCHILFGAARDE HOOFDSTUK 11 NUMMERS 99 T/M 102 EN 108................................................................98
INSTRUMENTEEL EN INSTITUTIONEEL ONDERNEMINGSBEGRIP ZIJN TERMEN DIE AL EERDER ZIJN TOEGELICHT. HOE MEER
HET INSTITUTIONELE ELEMENT ERKENNING VINDT (HOE MEER DE ONDERNEMING WORDT GEZIEN ALS MAATSCHAPPELIJK
INSTITUUT), HOE MEER BEHOEFTE ER ONTSTAAT AAN VERANTWOORDING VAN HET IN EN DOOR DE ONDERNEMING
GEVOERDE BELEID......................................................................................................................................98
ASSER 2-LLA NUMMERS 206-214..............................................................................................................105
JURISPRUDENTIE......................................................................................................................................109
WEEK 8: AANDELEN -> UITGIFTE & OVERDRACHT....................................................................................109
WEEK 9: CONCERNVERHOUDINGEN......................................................................................................128
WEEK 11: GESCHILLEN IN DE ONDERNEMING..........................................................................................136
WEEK 12: ONBEHOORLIJK BESTUUR EN AANSPRAKELIJKHEID......................................................................137
WEEK 13: AANSPRAKELIJKHEID EN AFGELEIDE SCHADE..............................................................................159
Week 1: inleiding, vestigingsvrijheid
H. J. de Kluiver, Kroniek van het ondernemingsrecht, NJB 2020/956
Coronacrisis en het ondernemingsrecht
Beperkt tot de effecten van de crisis voor het functioneren van de vennootschappen. Aangezien het
ondernemingsrecht met name de verhouding tussen en de besluitvorming van bestuur,
commissarissen en aandeelhouders regelt, is allereerst de vraag naar de voortgang van die
besluitvorming relevant. Dat raakt met name de in dit seizoen te houden algemene vergaderingen
,van aandeelhouders, maar ook van leden van verenigingen en coöperaties. Tweede vraag heeft
betrekking op de effecten van de crisis op de handel van aandelen.
Waarheen met de fysieke algemene vergadering van aandeelhouders in tijden van corona?
De periode van april tot juli is het typische vergaderseizoen waarin allerlei besluiten worden
genomen. Tijdens de coronacrisis met het voorschrift dat mensen juist niet moeten samenkomen is
duidelijk dat algemene vergaderingen in de vorm zoals wij die kennen, geen doorgang kunnen
vinden.
Uitgangspunt in dit verband is dat geldend Nederlands recht vereist dat er daadwerkelijk een fysieke
vergadering is op een specifieke plaats waar aandeelhouders of leden ook daadwerkelijk aan de
vergadering kunnen deelnemen. Het is wettelijk niet mogelijk om een vergadering te houden zonder
fysieke aanwezigheid van aandeelhouders waartoe de coronacrisis ons dwingt.
Men zag de afgelopen weken veel ondernemingen en rechtspersonen zoeken naar mogelijkheden
om met vergaande beperking of zelfs uitsluiting van fysieke aanwezigheid van aandeelhouders toch
de noodzakelijke besluiten te kunnen nemen. Kleine ondernemingen is geen probleem. Er kan
telefonisch of via video worden vergaderd en dat geldt als een fysieke vergadering. Bij grote
rechtspersonen, is dat echter geen optie. Daar rest dan niet anders dan aandeelhouders c.q. leden te
ontmoedigen om te verschijnen en aan te moedigen om vragen via e-mail voor te leggen en via
volmachten te stemmen terwijl bestuur en commissarissen hun presentaties en antwoorden op
vragen van aandeelhouders c.q. leden online zetten.
Tijdelijke spoedwetgeving ingediend ter facilitering van een niet-fysieke algemene vergadering.
‘Het bestuur van rechtspersonen kan straks bepalen om een algemene vergadering te houden die
uitsluitend via livestream (audio of video) te volgen is. Voorwaarde is wel dat de leden en
aandeelhouders tijdens die vergadering of van tevoren vragen kunnen indienen, die uiterlijk op de
vergadering zelf worden beantwoord. Mocht een lid of aandeelhouder niet optimaal hebben kunnen
deelnemen aan zo’n vergadering, dan zijn de genomen besluiten toch rechtsgeldig. Ook kan het
bestuur de termijn voor het houden van een algemene vergadering en de termijn voor het opmaken
van de jaarrekening uitstellen.’
Voorts voorziet de spoedwet in verruimde mogelijkheden om mondelinge behandelingen van
rechtszaken mogelijk te maken met de inzet van elektronische communicatiemiddelen alsmede
notariële akten tot stand te brengen zonder fysieke aanwezigheid van partijen.
Los van de coronacrisis kan de vraag worden gesteld of de AV in fysieke vorm nog wel van deze tijd is
aangezien aandeelhouders van grote ondernemingen over de hele wereld gevestigd zijn. Volgens
Kluiver kan met verdere innovaties een goede AV worden gerealiseerd zonder fysieke samenkomst.
Verdere innovaties zijn volgens Kluiver:
Op gestructureerde wijze voorafgaand aan de AV schriftelijk vragen kunnen worden
ingediend en dat deze eveneens op gestructureerde wijze voorafgaand aan de AV worden
beantwoord.
De vermelde spoedwet voorziet ook in verlenging van bepaalde wettelijke termijnen
AV zou ook kunnen worden uitgesteld. Dit stuit echter op wetten en praktische bezwaren.
Belangrijkste wettelijke bezwaar is dat algemene vergaderingen binnen een bepaalde periode na
afloop van het boekjaar moeten worden gehouden. In het wetsvoorstel van de spoedwet is voorzien
dat dit kan worden verlengd. Echter zal dit voor veel vennootschappen geen optie zijn omdat
machtigingsbesluiten om te delegeren aan het bestuur (uitgeven van aandelen) jaarlijks opnieuw
moeten worden gevraagd in een AV.
,Jaarrekeningen moeten ook binnen een bepaald aantal maanden worden opgemaakt. Als in de huige
tijd een accountant zijn fysieke controle niet tijdig kan afronden kan dat zomaar langer duren. De
AFM heeft aangekondigd dat in samenspraak met de Europees toezichthouder ESMA, coulance zal
worden betracht (termijn van twee maanden voor afronden van de jaarrekening voordat er wordt
overgegaan tot opleggen van boetes).
Vragen met betrekking tot de beurshandel in aandelen in tijden van corona
Coronacrisis bedreiging voor alle ondernemingen maar het effect is het snelst zichtbaar bij
beursgenoteerde bedrijven. Juist in tijden van crisis is de vraag waar de grens ligt tussen het gaande
houden van de beurshandel en ongewenste of zelfs onaanvaardbare speculatieve activiteiten. Denk
aan shortselling: partij verkrijgt aandelen voor bepaalde periode, deze aandelen worden verkocht en
er wordt uitgegaan dat op het moment dat de aandelen aan de belegger moeten worden terug
geleverd de prijs van de aandelen in een bepaalde onderneming zodanig is gedaald dat daarop winst
kan worden gemaakt. Dit is (nog niet) verboden. In aantal landen nu tijdelijk verboden.
Onderneming en maatschappelijke verantwoordelijkheid. Over corporate governance, climate
change en diversiteit
In coronacrisis wordt een beroep gedaan op de maatschappelijke verantwoordelijkheid van
ondernemingen. In de praktijk illustreert dit zich als de stakeholder benadering. Ondernemingen zijn
er niet slechts om het belang van de aandeelhouders te dienen, maar hebben rekening te houden
met alle stakeholders. Die belangen kunnen in elkaars verlengde liggen, maar dat hoeft niet. Als men
bijvoorbeeld kijkt naar het recente koersverloop van de grote beursgenoteerde banken dan is
duidelijk dat de focus op de belangen van alle stakeholders vooralsnog zeker geen positief effect
heeft gehad op de beurskoers.
De brug tussen maatschappelijke opvattingen over wat ondernemingen te doen staat enerzijds en de
vorming van beleid door ondernemingen anderzijds, blijkt in de afgelopen bijna zeventien jaar steeds
meer te worden gevormd door zogenaamde corporate governance codes. Nederlandse versie
hiervan betreffen kernwoorden als ‘langetermijnwaardecreatie’ en de belangen van ‘stakeholders’.
Eerste bepaling van die Nederlandse code draagt het bestuur op zich te richten op
langetermijnwaardecreatie’ en vervolgens daaraan toevoegt dat zulks de verplichting meebrengt
‘daartoe de in aanmerking komende belangen van de stakeholders’ te wegen. Als stakeholders
gelden in ieder geval werknemers, klanten, toeleveranciers en de gemeenschappen waarin
ondernemingen werkzaam zijn.
Hoewel nu natuurlijk terecht tijdelijk overschaduwd door de coronacrisis blijft, als het gaat om
milieuaspecten, ‘climate change’ het grote thema voor de lange termijn en daarmee (dus) ook een
belangrijk thema bij het denken over ‘langetermijnwaardecreatie’. Zowel bij grote ondernemingen
zelf als bij hun aandeelhouders is hier steeds meer aandacht voor.
Een ander thema dat zeker ook als een maatschappelijk belang kan worden geduid, is het
bevorderen van diversiteit in ondernemingen. Ook dat is uitdrukkelijk onderdeel van de Code. Zo
vereisen bepalingen 2.1.5/2.1.6 van de Code dat de raad van commissarissen een ‘diversiteitsbeleid’
opstelt voor de samenstelling van het bestuur, de raad van commissarissen en het executive
committee. In dat beleid moeten concrete doelstellingen zijn opgenomen en daarover moet elk jaar
in de verslaggeving weer verantwoording worden afgelegd. Onderdeel van de doelstelling is dat in
ieder geval zo snel mogelijk de door de overheid gestelde streefcijfers voor bijvoorbeeld de
man/vrouwverhouding worden gerealiseerd.
Accountancy
Een ander onderwerp dat ook maatschappelijk op veel aandacht mag rekenen betreft de accountant
en de accountancy-sector. In de afgelopen jaren is er met regelmaat stevige kritiek uitgeoefend op
, de rol van accountants bij diverse bedrijfsongevallen en het beweerdelijk tekortschieten van de
accountant in het signaleren van boekhoudkundige onregelmatigheden. Deze kritiek gaat overigens
deels eraan voorbij dat uiteindelijk de mogelijkheden van de accountant om bijvoorbeeld fraude op
te sporen uit de aard der zaak aan beperkingen onderhevig zijn.
Bescherming van ondernemingen en vijandige overnames; inzake de wettelijke bedenktijd
Als ondernemingen mede worden gezien als onderdeel van de samenleving is niet verwonderlijk dat
er veel aandacht is voor degenen die over een onderneming controle uitoefenen en in het verlengde
daarvan wie de controle over die ondernemingen kunnen verkrijgen. In het bijzonder gaat de
aandacht dan uit naar beursgenoteerde vennootschappen. Als uitgangspunt geldt bij dergelijke
vennootschappen immers dat iemand die zulks wenst eenvoudig aandelen in de vennootschap kan
verwerven. Leidt dat tot een meerderheidsbelang dan kan de verkrijger in beginsel (binnen
beperkingen van wet en statuten) ook de bestuurders en commissarissen van deze vennootschappen
ontslaan en aldus de controle over de vennootschap uitoefenen. In Nederland kennen veel
beursgenoteerde vennootschappen om die reden specifieke beschermingsconstructies die vijandige
overnames bemoeilijken. Daarvoor gelden echter wel beperkingen krachtens wet en jurisprudentie
met als uitgangspunt dat bescherming slechts tijdelijk mag zijn en een vijandige overname niet
onmogelijk mag worden gemaakt.
Wetsvoorstel bedenktijd: Het komt erop neer dat in geval van een vijandige overname of een
situatie waarin reeds bestaande (activistische) aandeelhouders de controle over de vennootschap
willen verkrijgen, bestuur en commissarissen een bedenktijd kunnen inroepen van 250 dagen,
gedurende welke de algemene vergadering niet kan stemmen over een voorstel tot ontslag van
zittende bestuurders of commissarissen of een voorstel tot statutenwijziging dat daarop gericht is.
Wel moet dan voldaan zijn aan het criterium dat een dergelijk voorstel ‘naar het oordeel van het
bestuur wezenlijk in strijd is met het belang van de vennootschap en de met haar verbonden
onderneming’. Menen aandeelhouders dat aan dit criterium in redelijkheid niet is voldaan dan
kunnen zij de Ondernemingskamer verzoeken zulks te toetsen.
Toetsing van (buitenlandse) investeringen
De afgelopen jaren is die zorg gaan omvatten dat investeerders vanuit andere delen van de wereld
interesse kunnen hebben in Europese ondernemingen waarbij echter twijfel kan bestaan of de
doelstellingen zich wel verhouden met de uitgangspunten en beginselen zoals die hiervoor in deze
kroniek zijn geschetst.
Wetsvoorstel ongewenste zeggenschap telecommunicatie: Deze wetgeving voorziet in vergaande
bevoegdheden voor de overheid om overnames van ondernemingen die van cruciaal belang zijn voor
het ongestoord verlopen van het telecommunicatieverkeer te toetsen en eventueel te verhinderen.
De doelstelling daarvan is te voorkomen dat na overdracht van telecombedrijven aan derden door
misbruik of uitval de nationale veiligheid of de openbare orde wordt bedreigd.
Daarnaast wordt in NL gewerkt aan een algemene investeringstoets op risico’s voor de nationale
veiligheid waarbij het accent ligt op de vermelde vitale ondernemingen en infrastructuur of bedrijven
die hoogwaardige technologie ontwikkelen die raakt aan de nationale veiligheid. Deze toets is erop
gericht om in kaart te brengen of sprake is van strategische afhankelijkheden en mogelijke aantasting
van continuïteit van dienstverlening of integriteit van kennis en informatie. Deze toets sluit aan bij de
ontwikkelingen op EU-niveau -> verordening 2019/452 (FDI screeningsverordening): beoogt een
kader te scheppen voor de screening van buitenlandse directe investeringen in de EU. Die
verordening, die op 11 oktober 2020 van kracht zal worden, gaat ervan uit dat EU-lidstaten
informatie over directe investeringen uit niet-EU-landen met een andere lidstaat delen als de
investering de openbare orde en veiligheid van die lidstaat kan bedreigen. Om dat te faciliteren zal er
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller gdekooker. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.61. You're not tied to anything after your purchase.