100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Complete lecture samenvatting Verteer en Verweer I $7.49
Add to cart

Class notes

Complete lecture samenvatting Verteer en Verweer I

 3 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

In dit document zijn alle lectures behandeld van blok 1.5 geneeskunde, Verteer en Verweer I. Aan het eind van het blok heb ik het tentamen afgesloten met een Goed (>80% score). De informatie komt uit silverthorne, en guyton en hall. Daarnaast zijn soms ook artikelen gebruikt om dieper in te gaan...

[Show more]

Preview 4 out of 54  pages

  • January 13, 2023
  • 54
  • 2020/2021
  • Class notes
  • -
  • All classes
avatar-seller
Lectures GEN1105

P-scribe
- Spijsvertering gaat om het afbreken van koolhydraten, vetten, en eiwitten in vormen
die kunnen worden verwerkt in de cellen.
- Amylase begint met het afbreken van zetmeel in de mond.
- De maagwand, bestaan uit verschillende cellen. Er zijn cellen die pepsinogeen en HCl
produceren. HCl is heel zuur, het zorgt voor een pH range van 1.5-2.5. De muceuze
wand van de maag beschermt de maagwand tegen het maagzuur.
- Wanneer je het zuur voelt branden in de slokdarm, dan kan er sprake zijn van reflux
van het zuur in de slokdarm. Dit noemen wij heartburn. In hoge concentratie
maagzuur, kan er ook voor zorgen dat je een maagzweer krijgt. De maagzweer
ontstaan wanneer er een imbalans is tussen mucosa bescherming en het zuur met
pepsine.
- Het ontstaan van de maagzweren, speelt zuur een belangrijke rol. Maar er is ook een
H pylori infectie, deze kan ervoor zorgen dat de muceuze laag verdwijnt. Dit kan
ervoor zorgen dat er een ontsteking ontstaat in de wand, omdat H. pylori eiwitten en
toxines interactie hebben met epitheelcellen.
- Prostaglandines helpen met het beschermen van de maagwand, de NSAIDs kunnen
deze prostaglandines remmen. Dit kan ervoor zorgen dat COX-1 en COX-2 geremd
worden. Zo kunnen maagzweren ontstaan.
- Voedsel kan ook invloed hebben op de maagwand. Roken kan ook invloed hebben
op de maagwand, er zijn verminderde spierreflexen, en verhoogt de zuur productie.
- Histamine receptor, zorgt ervoor dat de H2 receptor geactiveerd wordt. ACh werkt
op de M3 receptor, zo wordt de parietaal cel geactiveerd om zuur te maken.
- De behandeling voor maagzuur, heb je maagzuurremmers, Histamine-receptor
antagonisten, en de PPI (protonpomp inhibitoren).
- Maagzuurremmers werken meteen in de maag, dit zijn meestal zwakke basen en
deze zullen het zuur neutraliseren. De remmers worden gebruikt als er al sprake is
van een ulcus zodat je constant een verlaging van het zuur hebt. Maar ze worden
gebruikt in combinatie met medicijnen die een beschermlaagje maken in de maag.
- Alignates vormen juist een beschermende laag in de maag, deze worden meestal in
combinatie gegeven met de maagzuurremmers. Dan heb je nog de sucralfaten.
- Dan heb je middelen die de aanmaak van zuurremmen. Zuur wordt gemaakt door
een protonpomp in de cel. Aan de andere kant heb je de histamine receptoren, de
H2 receptor blokkers zorgen ervoor dat de histamine 2 receptor uitgeschakeld is.
Hierdoor heb je minder zuur productie, het is een reversibele blokker. Dit betekent
dat wanneer het in het lichaam is blokt het maar wanneer het uit het lichaam is dan
werkt het niet meer.
- H2 blokkeren de h2 receptor op de parietaalcellen, hierdoor rem je de pariëtaal cel
en rem je de HCL-productie. Deze middelen zorgen niet voor de genezing voor
maagzweren, maar voorkomen het ontstaan van gastrische en duodenum zweren.
- De afbraak van H2 antagonisten, gaat als volgt: Het wordt opgenomen, hier komen
ze in het bloed en gaan ze naar de maag. Ze gaan eerst naar de lever, hier worden ze
wateroplosbaar en dan zijn ze niet meer werkend.

, - Protonpomp inhibitoren, remmen de proton pump. Hierdoor hebben ze drie vliegen
in een klap. Terwijl de Histamine receptor alleen 1 van de drie is. De PPIs remmen
dus de H+/K+ ATPase.
- Keuze wordt vaak gemaakt op basis van wat de goedkoopste PPI is. Ze moeten in de
parietaalcel geactiveerd worden. Wanneer ze geactiveerd zijn dan kunnen ze ook
niet meer uit de cel. Hierdoor heb je langdurige remming van de zuurproductie.
- Ze zorgen voor een behoorlijke verlaging van het maagzuur, hierdoor kunnen ze een
ulcus voorkomen maar ook bij de behandeling ervan speelt het een rol. Ze kunnen
gebruikt worden in combinatie met een medicijn wat de maagwand herstelt.
Omeprazol is een veelgebruikte PPI, je neemt het als tablet in. Wanneer het in de
parietaalcel komt, wordt er een proton aangekoppeld. En dan in 3 stappen koppelt
hij zich aan de protonpomp. De werking is irreversibel, dus het kan zijn dat er geen
omeprazol meer in je bloed zit maar dat de protonpompen niet werken.

Academisch schrijven 1.5
- PICO question defining, (reference list on canvas) when you have been suffering
from a sports injury. Healthy adult (50 years), Intervention is taking probiotics,
control is a placebo, reduction in symptoms and return to daily life, or.
- 10 Papers in the literature search, you should include papers you are going to use.
When you exclude a paper, you should give a brief explanation on why you excluded
the
- Absolute and relative effects of the probiotics in the evidence table. And take a look
at the Cochrane website, before creating the risk of bias table.
- Magnitude of the treatment effect, and the quality of the evidence should be
included in the conclusion

,Introductie Anatomie van de tractus digestivus
- Histologie, en anatomie kijken naar de practica voor de eindtermen.
- Buik en buikholte zijn twee verschillende dingen. De buikholte ligt ook onder de
ribben, de milt en nieren, de maag voor een groot deel, de lever worden beschermd.
- Peritoneum: Pariëtaal – Visceraal
Mesenterium: Dorsaal – Ventraal
Omenta: Groot – Klein
Peritoneaal holte (buikholte) (greater sac) – Omentaal Bursa (lesser sac)
Intra – of Retroperitoneaal (primair of secundair).
- Het peritoneum is een sereus vlies dat aan de antiluminale zijde zit (Lumen =
binnenzijde), aan de buitenzijde zit het peritoneum. Viscerale deel van het
peritoneum zit tegen het orgaan aan, dit kunnen we ook het tunica serosa
(histoloog), of het mesothelium (patholoog). De functie is het afscheiden van een
kleine hoeveelheid vloeistof, om frictie te voorkomen. De locatie van de cellen,
wordt de structuur anders genoemd. Pariëtaal zit tegen de lichaamswand aan,
visceraal zit tegen organen, mesenterium zit tegen het vet aan, dit doen ze allemaal
als bindweefsel.
- Retro (Onder), Intra (In). De blaas ligt retroperitoneaal, omdat het niet in de
buikholte ligt.
- In de buikholte zit geen lucht, en heel weinig vloeistof. De buik wordt voor het
merendeel opgenomen door het viscerale vet. Wanneer er meer vloeistof in de
buikholte komt, dan kun je een eiwit buik krijgen.
- Een mesenterium is de verbinding tussen de dorsale lichaamswand, en de intra
peritoneale membranen. De mesenterium voorkomt dat de darm gaat draaien ten
opzichte van elkaar. Tussen het mesenterium zit heel veel visceraal vet, dit zorgt
voor mobiliteit. De aorta en zenuwbanen lopen retroperitoneaal, dus heb je een
soort snelweg of van retroperitoneaal naar intra peritoneaal te gaan.
- In de embryologie zit de hele darmbuis nog verbonden aan het dorsale
mesenterium. Je hebt ook nog ventraal mesenterium, dit zit hoger ter hoogte van de
maag en duodenum (de voordarm). Daar gaat de lever in groeien in dit ventrale
mesenterium. Er is maar een buikholte in de buik, hij heeft echter wel niches.
- Voordarm: maag en duodenum; De middendarm: van halverwege duodenum tot
colon transversum; de einddarm: colon transversum tot anus.
- Het ventrale mesenterium zit tussen de maag en lever, en de lever en ventrale
lichaamswand. Dit krijgt nieuwe namen: tussen maag en lever is dit het omentum
minus, en tussen lever en ventrale lichaamswand ligamentum falciforme
- In het omentum minus, kun je ook wel het ligamentum hepatoduodenale noemen.
Hier zitten de grote portaal venen en arteriën, dus het moet goed benaderd worden
door chirurgen anders krijg je vreselijke bloedingen.
- De vena umbilicalis, die zat vroeger in het ligamentum falciforme. Tussen de lever en
de navel zit ook mesenterium, hier zat de vena umbilicalis in. In het mesenterium zit
een ligament met een klein lumen. Er zitten para-umbilicale venen rondom het
ligamentum falciforme heen.
- Achter de maag zit nog een stukje niche, door hoe de lever groeit in de peritoneale
holte. Dit noemen we de bursae omentalis, dit is voor de maag. Zodat de maag kan
glijden langs de andere organen. Het foramen omentalis, deze zit achter het

, omentum minus. Het is de verbinding tussen het bursa omentalis en de rest van de
buikholte.
- Achter de maag, gaat het dorsaal mesenterium groeien. Dat is het omentum maius,
deze zit vol met lymfocyten. Dus het speelt een rol in de immuunreactie. Het hele
omentum maius kan migreren naar de plek van een ontsteking.
- De nieren liggen retroperitoneaal, deze liggen altijd al retro dus zijn die primair. Je
hebt ook secundaire retroperitoneale organen (zoals de pancreas).
- Het duodenum ligt retroperitoneaal. De dunne darm ligt intra peritoneaal. Het
mesenterium van de dunne darm heet mesenterium, de arteriën die hiertussen
liggen heten dus ook de a. mesenterica. Colon ascendum ligt samen met colon
descendens retroperitoneaal, colon transversum en sigmoïdeum liggen intra
peritoneaal.
- Abdominale aorta, is de hoofdlijn voor de buikholte. Drie grote ventrale takken,
celiac trunk, superior mesenterische arterie, inferior mesenterische arterie. De
voordarm wordt voorzien van de celiac trunk, de middendarm door de superior en
de einddarm door de inferieure mesenterische arterie.
- De truncus celiacus doet de voordarm (de lever, de milt, en de maag), de pancreas.
- De a. mesenterica superior, deze voorziet de middendarm. Van half duodenum, tot
halverwege colon transversum.
- De a. mesenterica inferior, voorziet vanaf de colon transversum tot het rectum.
- De venen is dit hetzelfde, je hebt een v. splenica, v. mesenterica superior en inferior.
Deze gaan niet naar de v. cava maar naar de v. portae. Hiernaast heb je ook het
azygos systeem. Deze lopen achter de ribben langs, en staan in verbinding met de
met de v. cava superior en de v. cava inferior.
- In de mondholte heb je de papilla, tonsillen (amandelen), en het palatum (het
gehemelte) hier heb je een zacht en een hard deel van.
- De keel, ook wel de farynx en de larynx (luchtgeleiding). In de larynx zit de epiglottis,
de farynx is in te delen in drie delen. Dit is de nasofarynx, de laryngofarynx en de
orofarynx (tussen naso en laryngo). Laryngofarynx is alleen voor voedsel en drank,
en de nasofarynx is puur voor de luchtgeleiding.
- Je kan vier hoofdgroepen spieren onderscheiden, tongue, supra-hyoid, palatine,
infra-hyoid.
- Hyoid botje zit boven in de trachea, en heeft aanhechtende spieren. Glossus is de
tong. Spieren die van het hyoid naar de tong lopen noemen we m. hyoglossus. Genio
noemen we de kin in het grieks. Dus de m. genioglossus is een spiertje van de kin
naar de tong. Mylo- lijkt op een molensteen. De stylo, lijkt op een pen en is een
spier. Digastricus, staat voor tweebuiken. Palatum, stonden bekend om de
boogvorm daarom noemen we dit het gehemelte zo (door de bogen). Tensor is een
spanner, velum is een zeil, en levator = optillen. Tyro is schild, dus het thyroid is de
schildklier.
- De stages van slikken, je hebt drie verschillende fases. De initiatie fase (somatisch),
dan een reflex die de luchtwegen dichtdrukt (autonomisch), en dan een transport
van de bolus de oesophagus in.
- Tijdens de reflex worden de neusholte en de luchtholte afgesloten. Afsluiten van de
bovenste luchtwegen gaat door de palatum spieren te heffen. De onderste
luchtwegen sluit je door de epiglottis. De larynx wordt opgetild bij het slikproces om
de luchtweg af te sluiten. Dat komt door de infrahyoidale spieren die allemaal aan

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller denzelsiera. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.49. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53068 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.49  1x  sold
  • (0)
Add to cart
Added