100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Complete samenvatting Obesitas Diabetes en Lifestyle $7.85   Add to cart

Summary

Complete samenvatting Obesitas Diabetes en Lifestyle

 7 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

In dit document zijn alle casussen behandeld van blok 1.6 geneeskunde, Obesitas, diabetes en lifestyle. Aan het eind van het blok heb ik het tentamen afgesloten met een Goed (>80% score). De informatie komt uit silverthorne, en guyton en hall. Daarnaast zijn soms ook artikelen gebruikt om dieper...

[Show more]

Preview 3 out of 16  pages

  • January 13, 2023
  • 16
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
SGEN1106 Samenvatting
Casus 1 leerdoelen
1. Diabetes
a. Types
Je hebt twee subtypen bij diabetes, je hebt type 1 en type 2. Type 1 is een auto-
immuunziekte, hierbij worden je eigen bètacellen van de pancreas aangetast waardoor ze
geen insuline meer kunnen produceren. Hierdoor kun je ziek worden. In type-2-diabetes is
meestal sprake van obesitas, obesitas kan de bètacellen zo aantasten dat ze te veel insuline
moeten produceren. Totdat er insuline resistentie optreedt en de bètacellen zichzelf gaan
aantasten en ze uiteindelijk afsterven. Type-2-diabetes noemen we ook vaak het
metabolische syndroom. Dit houdt in (1) dat er sprake is van obesitas, abdominaal vet
accumulatie; (2) insuline resistentie; (3) hyperglycemie; (4) dyslipidemie, zoals hogere TG, en
VLDL vetten en lage HDL-cholesterol; en (5) hypertensie.
b. Diagnostisering
De diagnose voor diabetes doen we aan de hand van een orale glucose tolerance test
(OGTT), hierbij geven we een vastende patiënt oraal glucose. We kijken hierna naar de en
vastende glucose levels in het bloed. Wanneer je de glucose geeft aan een patiënt verwacht
je na 2 uur dat de glucose levels weer op normaal niveau zijn. Wanneer een patiënt
prediabetes heeft kan het zijn dat dit langer duurt dan normaal, en kan het zijn dat een
patiënt diabetes heeft. Je meet dus na 2 uur de glucose levels in het bloed, dit kan duiden
op hyperglycemie. Verder kan je een aceton adem ruiken bij mensen met diabetes type-1,
dit is in een fase van een hypo. Wanneer er veel ketolichamen worden verbruikt als energie
en er weinig glucose in het lichaam aanwezig is. Ketolichamen kunnen dan ook in de urine
worden gevonden. Bij type-2 kan je dit ook ruiken, maar ze worden meestal niet
geproduceerd in extreme hoeveelheden. Wanneer iemand een erge insuline resistentie
heeft opgebouwd en veel vetten verbrand dan zal je ook ketolichaam productie zien in
mensen met diabetes type-2.
c. Epidemiologie
Diabetes neemt de laatste jaren toe, ook onder kinderen. Diabetes komt vaker voor bij
vrouwen. 90% van de diabetespatiënten heeft type-2. We zien ook steeds meer “ouderdom
diabetes” in kinderen met ernstig overgewicht, dus diabetes-type-2 is geen ouderdom ziekte
meer. 9% van de mensen in de wereld heeft diabetes, het is de laatste jaren dus flink te
genomen. De hoogste stijging is te zien in ontwikkelingslanden, hier wonen ook de meeste
diabeten. Wereldwijd hebben 415 miljoen mensen diabetes. Grootste groep mensen met
diabetes is tussen de 40-59 jaar.
d. Pathologie
Pathologie tussen type 1 en type 2-diabetes verschilt, mensen met type-1 hebben meestal
geen overgewicht terwijl type-2 dit wel heeft. Bij type-1 zijn de bètacellen niet
functionerend, bij type-2 hoeft dit niet per se het geval te zijn. Hierdoor is in type-1 diabeten
de insuline niet aanwezig of heel laag aanwezig en moet je insuline bij spuiten. In type-2 zal
in het begin hoge insuline of normale insuline aanwezig zijn, omdat de pancreas gaat
compenseren. Wanneer er te veel compensatie nodig is zou het kunnen dat de bètacellen
afsterven, waardoor je uiteindelijk toch lagere insuline niveaus gaat zien. Maar de initiële
reactie is het verhogen van insuline. Bij Type-2 diabeten is er een verlaagde insuline
sensitiviteit, omdat er insuline resistentie optreedt.

, 2. De energieomzetting in het lichaam
a. Eiwitten, en vetten
Vetten kunnen ook worden omgezet tot energie. Dit gaat voor vetten via bèta-oxidatie. Bij
de beta-oxidatie komen acetyl-CoA moleculen vrij, dit kost energie om te maken en deze
producten zullen uiteindelijk de citroenzuurcyclus in gaan. Eiwitten zullen worden omgezet
door een transaminase, deze hangt de aminogroep aan een ketozuur. Hierdoor kan het
ketozuur gebruikt worden in de cori-cyclus als energie. Dit proces gaat via oxidatieve
desaminering, hierbij komt ammonium vrij. Ammonium wordt omgezet in ureum waardoor
het niet meer schadelijk is.
b. Fysiologische rol glucose
Glucose speelt een rol bij de opname van energie in de hersenen en rode bloedcellen, ze zijn
hierbij essentieel. Glucose gaat via glycolyse naar pyruvaat, via pyruvaat kan het in de
citroenzuurcyclus. Hier wordt het omgezet tot acetyl-CoA en de producten hiervan kunnen
worden gebruikt in de oxidatieve fosforylatie cyclus. Glucose kan aeroob via glycolyse en
anaeroob naar lactaat worden omgezet.

3. Obesitas
a. Epidemiologie
Obesitas wordt gezien als chronische ziekte, het neemt de laatste jaren alleen maar toe en
meer dan 13% van de wereldbevolking kampt met obesitas. Bijna 40% van de
wereldbevolking heeft overgewicht. Obesitas is een belangrijke factor voor het ontstaan van
verschillende ziekten zoals CVD en diabetes. Prevalentie van obesitas neemt toe met de
leeftijd en de piek ligt rond de 55-60. 2/3 van de bevolking in ontwikkelde landen heeft
overgewicht of obesitas. Obesitas is verdrievoudigd de afgelopen jaren. De prevalentie
hangt samen met een laag inkomen, maar ook met ontwikkeling van een land. Wereldwijd
zijn er 650 miljoen mensen met overgewicht. In Nederland heeft 50% overgewicht en 14%
heeft obesitas. Obesitas komt vaker voor bij vrouwen, en overgewicht bij mannen. We zien
dat obesitas en overgewicht ook steeds vaker voorkomt bij kinderen wat kan leiden tot het
ontstaan van diabetes type-2.
b. Verschillende afkapwaarden
In kinderen heb je geslacht specifieke afkapwaarden, deze bereken je door het BMI van het
kind (afhankelijk van leeftijd en geslacht) – BMI Referentie (afhankelijk van leeftijd en
geslacht)/ standaarddeviatie referentie (afhankelijk van leeftijd en geslacht).
Hier krijg je een Z-score uit, als deze Z-score boven de 1.04 is dan heb je overgewicht.
BMI gebruiken we om overgewicht en obesitas te classificeren, een BMI >25 maar <30 is er
sprake van overgewicht. Bij een BMI van >30<35 is er sprake van obesitas en bij een BMI
>35 is er sprake van morbide obesitas. De BMI is niet altijd representabel, omdat het
lichaamsgewicht niet alleen vet zit maar ook spieren. Daardoor kan je bij twijfel ook de
buikomvang meten, hierdoor krijg je een indruk van het viscerale vet, en abdominaal vet.
Voor Aziatische mensen zijn deze afkap waarden lager, bij Aziatische mannen met een BMI
van 22,6 is er vergeleken met blanke mannen bij een BMI van 30 dezelfde hoeveelheid
glucose, 26 van lipidenwaarden, en 28 voor bloeddruk. Voor vrouwen was dit 21.5, 23.9, en
29.1.
c. Verschil Azië en westerse
Aziaten hebben veel meer vetopslag in de buik, waardoor ze eerder blootgesteld worden
aan het vervetten van organen. Westerse mensen hebben meer opslag plekken voor vet,
waardoor ze een hogere BMI kunnen hebben dan Aziatische mensen.

, d. Oorzaken
Obesitas kan worden veroorzaakt door genetische factoren. Wanneer de energiebalans
positief is, dan zal het lichaam worden gestimuleerd om de vetten op te slaan. Hierdoor
neemt het gewicht toe. Omgevingsfactoren spelen hier een rol bij en individuele factoren, je
eetgedrag is hier een key role player in. Wanneer je ouders obesitas hebben dan zal je als
kind ook makkelijker het gedrag kopiëren en obese worden.

4. Metabolisme
a. BMR
Het basis metabolisme ook wel basal metabolic rate, is de minimale energie nodig is voor
het lichaam om te leven. Wanneer je in complete rust bent is er veel energie nodig om alle
chemische reacties in het lichaam uit te voeren. Dit minimale niveau is het BMR en is voor
50-70% verantwoordelijk voor de dagelijkse energie uitgaven in sedentaire mensen. Omdat
BMR een flinke variabele is tussen verschillende mensen, kan een meting een indruk geven
op iemand zijn metabolisme. De meest voorkomende methode voor het bepalen van BMR is
het zuurstof verbruik over een bepaalde tijd meten onder bepaalde condities. Dit zijn, (1)
geen voeding voor tenminste 12 uur, (2) een volle nacht slaap hebben, (3) geen inspanning
verrichten voor minimaal 1 uur, (4) psychische en fysieke factoren die blijdschap
veroorzaken mogen er niet zijn, (5) de temperatuur moet comfortabel zijn tussen 68 en 90
Fahrenheit, (6) en er mag geen fysieke activiteit plaats vinden tijdens de test.
Het BMR kan worden verhoogd door koorts, thyroid hormoon, groeihormoon en mannelijke
geslachtshormonen. Verlaagd kan het worden door slaap, en ondervoeding.
b. Warmte
Warmte is het eindproduct van bijna alle vrijgekomen energie in het lichaam. 35% van de
energie in voeding wordt warmte tijdens ATP-formatie. Dan, komt er meer energie wat
warmte wordt als het van ATP naar functionele systeem cellen gaat.
c. Beweging
De factor die het meest dramatisch de metabolische ratio verhoogd is inspannende sporten.
Kleine bursts van maximale spiercontractie in een enkele spier kan ervoor zorgen dat er
100keer zoveel warmte is dan normaal in rust. Voor het hele lichaam geldt, dat maximale
spier training de warmteproductie drastisch kan verhogen. Omdat er veel verschil zit in de
hoeveelheid sport tussen verschillende mensen, beïnvloedt dit het meest de energie
uitgaven. Wanneer er genoeg voedsel is, dan kan het voorkomen dat mensen te veel
calorieën gaan innemen waardoor je geen energiebalans meer hebt. Dit laat zien dat je een
goed niveau van sporten moet aanhouden, om te voorkomen dat er te veel vet wordt
opgeslagen en obesitas te voorkomen.
d. Energiebalans
De balans tussen verbranding en inname van energie. Als deze balans positief is zal je zien
dat iemand te veel calorieën binnen krijgt. Dit calorie overschot kan dan komen door te veel
eten, of te weinig beweging voor de hoeveelheid eten.


Casus 2 leerdoelen
1. Pathofysiologie diabetes type 2
a. Ontstaan (en risicofactoren voor het ontstaan)
Wanneer je gezonde bètacellen hebt in de pancreas zal je een adaptieve response hebben
voor insulineresistentie. Dit gaat via veranderingen in functie en massa, en is efficiënt dat

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller denzelsiera. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.85. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

83637 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.85
  • (0)
  Add to cart