HOOFDSTUK 2: GEOLOGIE EN LANDSCHAPSVORMING VAN BELGIË – CENOZOÏSCHE DEKLAGEN
2.1 mariene trans- & regressies
66Ma (overgang krijt (warm, geen ijs, veel water) – Paleogeen): inslag Chicxulub komeet
→ niet veel verandering buiten het traag dalen van het zeepijl
In Paleogeen en Neogeen sterke zeespiegelschommelingen met huidige kust die wordt gevormd:
▹ Bij zeespiegeldaling/stijging land: regressie ( = verschuiving van kustlijn richting zee)
▹ Bij zeespiegelstijging: transgressie ( = landinwaarts schuiven van kustlijn ; op bepaalde plekken
steeds dieper zeewater)
Oligoceen: toenemende continentale invloed
→ alpiene orogenese: paleozoïsche sokkel werd onderworpen aan een langzame epirogenese (=
stijgen/dalen van grote landmassa’s)
+ vorming van een anticlinicale plooirug tss Ardennen & Zuid-Eng ⇒ kam van Artesië
→ België verschoof noordwaarts
Mioceen: enkel transgressies ih noordoosten vh
land
→ kustlijn WNW-OZO
Plioceen: meer & meer
huidige kustlijn van
Europa
Pleistoceen: grote & snelle
zeespiegelschommelingen
(→ door glaciale cycli)
,2.2 Cenozoïsche deklagen
Voorkomen & lithologie
Mariene afzettingen (op deel onder water) = cenozoïsche deklagen
▹ Bedekken grootste deel Laag- en Midden België
▹ Afwezig ten zuiden van de Samber en de Maas
▹ Als gevolg van zeespiegelschommelingen → zeer afwisselende sedimenten
▹ Van West naar Oost en Zuid naar Noord → OUD naar JONG (zie verandering kustlijn)
▹ oudere lagen: enkel zichtbaar in valleien
▹ In heuvelachtig midden-België: jongere delen dagzomen
lithostratigrafie: bestudeert de gelaagdheid van afzettingen
▹ Groep: Opeenvolging van formaties met een duidelijk lithologisch verschil aanduiden; rang hoger
dan formaties
▹ Formatie: Basiseenheid lithostratigrafische classificatie ; de gesteenten bezitten uniforme
kenmerken die onderscheiden kunnen worden van onder- en bovenliggende gesteentepaketten
▹ Lid: eenheid ondergeschikt aan formatie
Zie stratigrafische tabel, tertiaire geologische kaart en profielen pg. 4-7
, 1. PALEOCEEN (66- 56 MA)
▹ Oudste afzettingen: sluiten aan bij Krijt
▹ Landen Groep (latere afzettingen): variëren naar gelang zeeniveau en dagzomen slechts heel
lokaal (Henegouwen en Haspengouw)
! Zee was diep: kleiige afzettingen !
! Kustnabije omstandigheden: zandige afzettingen !
2. PALEOGEEN (56-23 MA)
a. EOCEEN (56 – 33.9 MA)
Transgressie vanuit NW
→ afzettingen dik/kleiig in W, quasi afwezig/zanderiger in O
Ieper Groep (max. dikte = 200m)
▸ Formatie v. Kortrijk: Zware/stijve klei → bakstenen en dakpannen
▸ Formatie v. Tielt: Afwisseling zandige & kleiige lagen (voornaamste afzettingen ih W vh land)
▸ Formatie v. Gentbrugge: Glauconiethoudend zand met veldstenen (= verharde stukken)
(ook aanwezig in zuiden als erosieresten op heuvels); 20-30m
Zenne Groep (tot. Dikte = 80-100m)
▸ Formatie v. Aalter: Kalkrijk glauconietrijk fijn zand (plaatselijk zeer rijk aan fossielen); vaak
tot lagen zandige kalksteen aaneengeklit; dagzomend rond Aalter & Gent
▸ Formatie v. Brussel: Zand, dagzoomt oostelijk van Zenne, tot 60m dik (in Groenendaal)
▸ Formatie v. Lede: Fijn + kalkrijk + fossielhoudend zand, 5-10m dik, als erosieresten op
heuvels tussen Gent en Brussel, banken kalkzandsteen (Balegemse zandsteen)
Formatie v. Maldegem: Glauconietrijk & glimmerhoudend zand en soms zware klei, tot 50m
dik, dagzoomt in N van Oost- Vlaanderen en NO van West-Vlaanderen, in NW-Brabant en als
erosieresten op getuigenheuvels in Z-Vlaanderen; afkomstig vh Barthoniaan & Lutetiaan
3. OLIGOCEEN (33.9-23MA)
→ zowel diepe, als ondiepe sedimenten en zelfs continentale sedimenten (op het land afgezet)
→ sterke afkoeling van de planeet aarde ah begin vh Oligoceen
Tongeren Groep: Fijne glauconietrijke zanden; diepte schommelt tss 20 & 30m
Rupel Groep: Rupeliaan: dagzoomt langs W&Zrand van Waasland, ten N vd Rupel, tss Nete &
Demer & ih N van Haspengouw; diepte ravinatie ih Hagelanddie door recentere afzettingen
opgevuld werd
▸ Formatie v. Boom:
W- en Z-rand van Waasland en Rupelstreek, zware klei met septariaconcreties, 40-70m dik
In Hageland en oostelijker: Fijn zandig met ravinatie door F. v. Diest
4. NEOGEEN (23-2.6MA)
a. MIOCEEN ( 23.0-5.33 MA)
→ begin: regressie, dus geen afzettingen
→ later: 2 transgressies met specifieke afzettingen
▸ Formatie v. Berchem (W) en Formatie v. Bolderberg (O):
▹ Berchem: Glauconiethoudende zanden (B) (20-30m)
▹ Bolderberg: met bovenaan uitzonderlijk zuiver kwartszand (Genk -> glas) & onderaan
glimmer- & glauconiethoudende fijne zanden
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller neltaveirne. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.42. You're not tied to anything after your purchase.