Het Nederlandse waterbeleid was eeuwenlang gericht op het zo snel mogelijk afvoeren van
water, zodat de bevolking er geen last van zou hebben. Het klimaat verandert waardoor het
in de toekomst moeilijker zal worden.
Als gevolg van de klimaatverandering zullen er warmere, drogere zomers en nattere,
zachtere winters komen. Hierdoor zal er in de hoeveelheid neerslag meer en grotere
schommelingen plaatsvinden, de schommelingen van de neerslag in een jaar wordt het
neerslagregiem genoemd. Grotere schommelingen in de neerslag zorgen voor een
onregelmatiger neerslagregiem.
Als de neerslaghoeveelheid in de winter toeneemt moeten de rivieren en sloten meer water
verwerken, dus moet er meer water worden weggepompt om een overstroming te
voorkomen. Bij vorst blijft de gevallen sneeuw liggen, als het vervolgens gaat ontdooien komt
er in een korte tijd veel water vrij en dit kan niet infiltreren.
Vooral in de zomer krijgen natuurgebieden en landbouwgronden vaker last van droogte, dat
komt doordat: De verdamping neemt toe (stijging zomertemperatuur) waardoor de nuttige
neerslag neemt af, waardoor er minder water in de grond zakt om de grondwaterspiegel aan
te vullen en de bodem eerder uitdroogt.
De verstedelijking bracht steeds meer verstening van het oppervlak met zich mee. Door de
toename van bebouwing, erfverharding en bestrating wordt regenwater snel afgevoerd naar
riolen en grachten, zodat er minder regenwater in de grond zakt.
Drietrapsstrategie: aanpak die moet voorkomen dat
waterhuishoudkundige problemen van het ene gebied op het andere
gebied worden afgewenteld, volgens het principe van het ‘eerst
vasthouden, zo nodig bergen en dan pas afvoeren’ van overtollig water.
- Vasthouden/ retentie, wil zeggen dat het water op de plaats blijft waar het is gevallen
- Bergen, als het water niet voldoende ter plaatse kan worden vastgehouden, moet het
iiiworden geborgen in plassen, meren of kanalen.
- Afvoeren, wanneer er een lange periode achtereen veel neerslag valt, zal de bodem
iiiverzadigd raken en zullen ook de bergingsgebieden overstromen
Watertoets: Beschrijving van de wijze waarop rekening moet worden gehouden met de
waterhuishouding bij nieuwe besluiten op het gebied van ruimtelijke ordening.
Bij het maken van gemeentelijke bestemmingsplannen of de uitvoering van een bouwproject
moeten altijd de waterschappen, een regionale overheidsinstantie die tot taak heeft om de
waterhuishouding te regelen, worden betrokken.
Bij de beoordeling van de bouwplannen wordt er speciaal gelet op twee criteria:
- Er mag geen gebouw, wegen of andere infrastructuur worden neergezet op een plaats die
nodig is voor de uitvoering van de drietrapsstrategie.
- Waterproblemen mogen nooit worden afgewenteld in ruimte of in tijd.
, Aan het einde van het Pleistoceen werd het warmer op aarde en vond er zeespiegelstijging
plaats. Door de temperatuurstijging smolt het landijs en steeg de zeespiegel 120 tot 140 m.
Sinds 1850 neemt de gemiddelde temperatuur opnieuw toe en worden de gletsjers kleiner.
De combinatie van bodemdaling (t.o.v. NAP) en (absolute) zeespiegelstijging veroorzaakt
een relatieve zeespiegelstijging.
Tijdens overstromingen, werden zand en klei afgezet in een groot gebied naast de rivier,
deze sedimentatie compenseerde de bodemdaling. Tegenwoordig vindt alleen nog
sedimentatie plaats in de uiterwaarden en dat betekent dat het waterbergende vermogen van
het gebied tussen de winterdijken (het winterbed) afneemt.
Door verlaging van de waterstand komen de bodemdeeltjes dichter bij elkaar te liggen
(inklinking) en zakt de bodem van het klei- en veengebied in. Bovendien droogt het veen uit
door de ontwatering, waardoor het krimpt. Veenoxidatie is een proces waarbij het veen dat
boven het grondwater uitkomt, verteert door blootstelling aan de lucht (bijdrage bodemdaling).
Door de zeespiegelstijging, bodemdaling en een onregelmatig neerslagregiem is de kans op een
overstroming groter, de economische waarde en het aantal inwoners achter de dijken en duinen
is sterk toegenomen dus de gevolgen van een eventuele overstroming zijn groter geworden.
De Tweede Deltacommissie heeft in 2008 drie doelen gesteld om de
waterveiligheid van Nederland te garanderen:
1. Hetzelfde beschermingsniveau bieden aan iedere Nederlander die
iiiiiachter de dijk woont.
2. Meer bescherming bieden op plaatsen waar sprake kan zijn van grote
iiiiigroepen slachtoffers en/of grote economische schade.
3. Meer bescherming bieden op plaatsen waar uitval van vitale of
iiiiikwetsbare infrastructuur grote landelijke gevolgen kan hebben.
Nederland moet zich bewuster maken van het overstromingsgevaar, het
overstromingsrisicobewustzijn. Dat is de mate waarin de inwoners van een gebied zich
bewust zijn van de natuurlijke gevaren die hen omringen en welk risico ze daarbij lopen, in
dit geval overstromingsgevaar.
Integraal waterbeleid: de mate waarin de inwoners van een gebied zich bewust zijn van de
natuurlijke gevaren die hen omringen en welk risico ze daarbij lopen, overstromingsgevaar.
De Rijn is de belangrijkste leverancier van water. Het (zoete) water wordt gebruikt voor
allerlei verschillende functies: drinkwater, landbouw, industrie, visserij, scheepvaart en
energievoorziening. Ook wordt het gebruikt voor natuur- en recreatiefuncties.
Er zijn drie manieren om Nederland in de toekomst van voldoende zoet water te voorzien:
- Het zuiniger omgaan met zoet water
- Water opslaan voor droge tijden
- Prioriteiten stellen waarvoor het water mag worden gebruikt
Tijdens de winter is er meer neerslag dan verdamping, waardoor de grondwaterstand hoog
is.
Ook het IJsselmeer is een belangrijke bron van zoet water. Door de klimaatverandering kan
de afvoer van de IJssel naar het IJsselmeergebied in de winter toenemen, maar ook de
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lenascheerder. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.97. You're not tied to anything after your purchase.