Op basis van hoogte en reliëf kun je Brazilië indelen in deelgebieden:
- Het Hoogland van Guyana, dit ligt in het uiterste noorden. Kenmerkend voor dit gebied de ii
ii tafelbergen tot ruim 2900 m
- Het Hoogland van Brazilië, dit ligt in het midden en zuiden. Dit is een uitgestrekt ii ii ii ii ii ii ii
ii hoogvlakte/ hoogland tot 1100 m. Een belangrijke bergketen is de Serra do Mar, deze ii ii ii
ii vormt zuidoostelijke grens en ligt in een strook langs de Atlantische Oceaan
- De Amazonebekken, dit ligt tussen het Hoogland van Guyana en het Hoogland van ii ii ii ii ii
ii Brazilië. Dit is een groot, vlak of licht golvend gebied waar de Amazone doorheen stroomt.
ii De Amazone ontspringt in de Andes en mondt uit in de Atlantische Oceaan
- De Pantanal en andere kleine vlakten, deze liggen in het westen van het land. Het zijn ii ii ii
ii laaggelegen, uitgestrekte moerasachtige gebieden
Door het bewegen van de aardplaten zijn er oceanen, bergen en grote continenten ontstaan.
Erosie en verwering breken de gevormde landschappen weer af en door sedimentatie
worden landschappen weer opgebouwd.
De twee hooglanden bestaan uit gesteente van bijna 2 miljard jaar oud, een gebied dat
ouder is dan 1 miljard jaar wordt een schild genoemd. De hooglanden werden miljoenen
jaren geleden samengevoegd met stukken continent die nu tot Afrika behoren, deze
vormden samen het oude continent Gondwana.
In de twee hooglanden vind je tegenwoordig stollingsgesteenten, metamorfe gesteenten en
sedimentgesteenten. Graniet en metamorfe gesteenten zijn diep in de aardkorst gevormd,
maar die zijn door de opheffing en de erosie aan de oppervlakte gekomen.
Bij een divergente breuk kwam magma naar boven en stolde tot hard gesteente, er werd een
nieuwe oceanische korst gevormd met in het midden de Mid-Atlantische rug. Zuid-Amerika
bewoog naar het westen (hierbij vormden zich plateaus, omgeven door hoge steile wanden)
en Afrika naar het oosten.
De rivieren die in het hoogland ontspringen en vervolgens door het Amazonebekken stromen
voeren veel sediment mee. In het vlakke, laaggelegen gebied wordt het erosiemateriaal en
vruchtbaar slib afgezet. In de loop van miljoenen jaren werden de zand- en kleilagen
samengedrukt tot sedimentgesteenten.
Grondstoffen: materialen uit de natuur
Delfstoffen: gesteente en mineralen
Een erts is een gesteente of een mineraal waarin een metaal zit, de dikke ertslagen liggen
dicht aan het aardoppervlak waardoor dagbouw mogelijk is. Erts komt voor in de hooglanden
en in het grensgebied met Bolivia. Andere ertsen zoals tin, koper en zilver vind je in het
Amazonegebied. Brazilië beschikt ook over de belangrijke energiebron (en grondstof)
aardolie.
IJzererts is opgebouwd uit horizontale gesteentelaagjes met en zonder ijzer, dat betekent dat
bij de ertsvorming sedimentatie een rol heeft gespeeld. De grootste ijzererts voorraden vind
je in gebieden met van de oude schilden. Drie miljard jaar geleden lagen de
ijzerertsgebieden in een ondiepe zuurstof arme oceaan, onder die omstandigheden konden
soms ijzerhoudende sedimenten worden gevormd. Deze lagen werden afgewisseld met
sedimentlagen zonder ijzer en werden samengedrukt tot gesteenten. Dit werd door
gebergtevorming omhoog gedrukt tot hoge plateaus, de druk werd zo groot dat metamorfose
, optrad en ijzererts ontstond. Verwering en erosie verwijderden de bovenliggende lagen en nu
ligt het dicht aan de oppervlakte.
In de deelstaat Pará in Noord-Brazilië liggen hele dikke lage bauxiet aan de aardoppervlakte,
dit is de grondstof voor aluminium. In de hooglanden liggen oude gesteenten aan het
oppervlakte en door het vochtige tropische klimaat en dichte begroeiing vond chemische
verwering plaats, waardoor het gesteenten uiteen viel in fijne kleideeltjes en het
verweringsmateriaal in de laaggelegen omringende bekkens terecht kwam. Er ontstond een
dikke sediment laag. De goede oplosbare deeltjes spoelden door de vele neerslag uit, maar
de slecht oplosbare aluminium- en ijzermineralen bleven in de grond achter. Deze rode,
uitgespoelde laag, noem je lateriet. Langzaam werd het lateriet harder, dit verharde
gesteente noem je bauxiet.
Aardolie is ontstaan uit oude planten- of dierenresten en is dus een fossiele energiebron. Het
reservoirgesteente is de gesteentelaag waar olie of gas in zit, door de zoutlaag die boven het
reservoirgesteente zit laat het gas en de olie niet ontsnappen.
Pangea brak open bij een divergente breukzone, het gebied in de breukzone zakte weg en
er ontstond een diepe slenk. Hier leefden veel algen, bacteriën en plankton, wanneer dit
afstierf zakte het naar de modderige bodem. Er zat weinig zuurstof in die blubber, waardoor
het dode materiaal daar niet kon verteren. Zo ontstond een dikke organische massa, de
basis vorming voor olie en gas.
Boven op deze lagen werden sedimenten afgezet, de slenkzone werd breder en vulde zich
met oceaanwater. Het zeewater verdampte in de smalle bekkens en zout bleef achter, deze
zoutlagen dekten de sedimentlagen af en vormden een ondoordringbare laag. Olie en gas
konden langzaam naar boven bewegen, maar bleven hanger achter de zoutlagen.
Brazilië heeft verschillende klimaten, dat komt vooral door de breedteligging, de druk- en
windsystemen, de zeestromen en de ligging van de bergen.
Het noorden van Brazilië ligt dicht bij de evenaar en heeft een tropisch regenwoudklimaat
(Af), temperaturen van 30 ºC overdag en ruim 20 ºC ’s nachts. Er valt ongeveer 2000-3000
mm neerslag per jaar, dus heeft het geen droge tijd. Tussen juni en september valt wel
minder, maar alsnog boven de 60 mm. Het midden van Brazilië heeft een savanneklimaat
(Aw), ook bij dit klimaat komt de gemiddelde temperatuur in de koudste maand niet onder de
18 ºC. Het savanneklimaat heeft wél een droog tijd, namelijk in de winter (van juni tot
augustus)
In de tropen staat de zon het hele jaar bijna loodrecht boven het aardoppervlak, daarom
warmt het land sterk op en verdampt er veel vocht. De vochtige lucht stijgt op (waardoor er
een lagedrukgebied ontstaat, de ITCZ) en condenseert in de atmosfeer, vervolgens ontstaan
er wolken die uitgroeien tot regen- en onweersbuien (stijgingsregens).
Eind december, de zomer in Brazilië, staat de zon loodrecht boven de zuidelijke keerkring,
de ITCZ heeft zich naar het zuiden verplaatst. Maar niet overal even ver, boven de oceaan
en langs de Zuid-Amerikaanse kust verschuift de ITCZ weinig naar het zuiden. Dat komt
doordat de zee niet zo sterk opwarmt als het land, de oostkust van Brazilië blijft daardoor wat
koeler door wind van zee. In juli staat de zon loodrecht boven de keerkring op het noordelijke
halfrond, dan is de ITCZ naar het noorden geschoven en komt vaak niet verder dan het
uiterste noorden van Brazilië. De neerslag valt dan vaak in het noorden terwijl het in het
zuiden droger is.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lenascheerder. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.16. You're not tied to anything after your purchase.