Het nominale bbp stijgt van 100 miljard euro tot 120 miljard euro. De
BBP-deflator stijgt van 100 tot 110. De procentuele verandering in het
reële BBP is dan gelijk aan:
a) -10 %
b) 10%
c) 20%
d) 1,0%
reële economische groei= nominale economische groei – inflatie %
120−100
= −( 110−100 )=20 −10
100
We mogen het verschil als procent benoemen, want andere variabelen.
zie hoofdstuk 1
Voor de maand maart 2010 gelden de volgende gegevens voor land X:
100 miljoen mensen werken; 20 miljoen werken niet, maar zijn op zoek
naar werk; 40 miljoen werken niet en zoeken niet naar werk. De officiële
werkloosheidsgraad voor die maand is:
a) 16, 7 %
b) 37,5 %
c) 50 %
d) 12,5 %
werklozen 20
= =
beroepsbevolking 120
! Met werklozen bedoelen we enkel de werklozen die opzoek zijn naar
werk. De andere zitten niet in de statistieken. Ze zoeken geen werk. Deze
zijn ook geen lid van de beroepsbevolking
zie hoofdstuk 6
In een gesloten economie met C = c0 + c1YD, exogene investeringen en
forfaitaire belastingen , zijn de autonome bestedingen gelijk aan:
a) c0 + I + G - c1T zie hoofdstuk 3
b) C+I+G
c) Z
d) c0 + I + G + c1T
Autonome bestedingen zijn die factoren die niet beïnvloedt worden door Y.
≠ autonome consumptie (c0)
Forfaitaire belastingen zijn belastingen die onafhankelijk zijn van Y.
proportionele belastingen
, Ga uit van:
model A met I = I(i) en M/P= YL(i)
model B met autonome investeringen en M/P = YL(i)
model C met enkel autonome investeringen
De multiplicator van de overheidsbestedingen is
a) groter in model A dan in model B
b) kleiner in model A dan in model C
c) gelijk voor de modellen A en C
d) groter in model B dan in model C
model A: G ↑ Y ↑ (Md/P) ↑ i ↑ I ↓ Y ↓
model B: G ↑ Y ↑ (Md/P) ↑
model C: G ↑ Y ↑
De intrestvoet op de geldmarkt zal stijgen ten gevolge van :
a) een verhoging van de inkomstenbelasting
b) een open markt aankoop van obligaties door de centrale bank
c) een vermindering van de overheidsbestedingen
d) een verhoging van de kasreservecoëfficiënt door de centrale bank
zie hoofdstuk 4
De commerciële banken moeten meer geld in kas houden, dus gaat de
rente stijgen.
Het aanbod aan alternatieve energiebronnen verhoogt door de olieramp
met het boorplatform van BP. Welke gevolgen zal de daling van de vraag
naar aardolie hebben voor de arbeidsmarkt?
a) Een verschuiving van de prijsbepalingsrelatie (PS) naar boven,
waardoor de natuurlijke werkloosheidsgraad daalt en het reële
loon stijgt.
b) Een verschuiving van de loonbepalingsrelatie (WS) naar boven,
waardoor de natuurlijke werkloosheidsgraad stijgt en het reële
loon hetzelfde blijft.
c) Een verschuiving van de loonbepalingsrelatie (WS) naar beneden,
waardoor de natuurlijke werkloosheidsgraad daalt en het reële
loon hetzelfde blijft.
d) Een verschuiving van de prijsbepalingsrelatie (PS) naar beneden,
waardoor de natuurlijke
werkloosheidsgraad daalt en het
reële loon stijgt.
De vraag naar aardolie daalt, dus de
prijzen zullen dalen. We krijgen een
hogere PS door de daling van de mark-up.
De natuurlijke werkloosheid daalt en het
reëel loon stijgt.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kimberlyvidts. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.