3.1 Je eigen volk en je eigen land
Deelvraag: Waarom zochten de grote Europese mogendheden rond 1900 bondgenoten?
Eén volk, één land, één regering
In de 19e eeuw ontstonden nationale bewegingen. Deze bewegingen moesten ervoor zorgen dat alle
gebieden met Duitssprekende inwoners verenigd werden tot 1 democratisch bestuurd rijk. Dit alles
gebeurde tussen 1860-1869.
Otto van Bismarck was de kanselier (premier) van Pruisen, hij zei dat dit verenigen maar op 1 manier
kon en dat is ervoor vechten. Pruisen versloeg veel landen en daardoor gingen andere staten zich
aansluiten bij Pruisen.
Frankrijk was bang voor Pruisen en verklaarde daarom in 1870 de oorlog aan Pruisen. Frankrijk
verloor deze oorlog. En ze moesten veel geld betalen aan Pruisen, ook verloren ze Elzas-Lotharingen.
Op 18 januari 1871 werd Pruisen Duitsland met als leider Wilhelm I.
Industrie en wapenwedloop
Bij Duitsland was het nationalisme erg aanwezig. Het moest een modern industrieland worden.
De keizer, Wilhelm I en II vonden het niet fijn dat Frankrijk en Engeland al zoveel koloniën hadden.
Als ze veel wilde gaan handelen in grondstoffen en afzetmarkten moesten ze het binnenland van de
koloniën gaan veroveren. Dit lukte. Duitsland mengde zich heel erg om het grootste koloniale
wereldrijk te worden, het moderne imperialisme. Frankrijk was bang omdat ze achterliepen in de
industrie en bevolking, maar ze hadden wel weer genoeg soldaten voor een nieuwe oorlog.
De staalproductie was flink omhooggegaan, daardoor konden ze wapens en een oorlogsvloot maken
om koloniën te veroveren en de Britse marine tegen te gaan. De Engelse bouwden daarom een
slagschip.
Voor het eerst was een wapenwedloop tussen de Europese landen in volle gang.
Veelvolkerenstaten
Nationale bewegingen konden staten vormen, maar ook uit elkaar halen, een voorbeeld hiervan is
een veelvolkerenstaat. Oostenrijk-Hongarije was een veelvolkerenstaat, er leefden namelijk
Oostenrijkers, Hongaren, Tsjechen en Slowaken met ieder hun eigen taal.
Oostenrijk-Hongarije werd na een tijdje de dubbelmonarchie genoemd, omdat ze allebei hun eigen
bestuur hadden maar ze hadden 1 koning. Al snel verloren ze gebied aan andere landen, dit wilde ze
compenseren en dus veroverde zij de Balkan. Alleen kregen ze hier 2 problemen bij, 1 het geloof en 2
de Servische bevolkingsgroep die in Bosnië leefde wilde bij Servië horen.
Ook het Osmaanse Rijk was een veelvolkerenstaat, maar door nationale bewegingen viel het in de
19e eeuw uit elkaar. Doordat verschillende bevolkingsgroepen een eigen land creëerden.
Rusland was ook een veelvolkerenstaat. Het was een groot rijk: van de Oostzeekust, met Finland,
Estland, Letland, Litouwen en de helft van polen. Met verschillende geloven en talen. In de 18 e eeuw
behoorde Polen helemaal bij Rusland en grensde het direct aan Duitsland.
, Tegenstelling en bondgenootschappen
Russen waren christelijk en konden niet goed overweg met de islamitische Turken.
Rusland en Frankrijk hadden een bondgenootschap, hiermee sloten ze Duitsland aan 2 kanten in.
Eerst deed Engeland niet mee maar later wel, zo ontstond de Triple Entente.
Duitsland had de bondgenoten Oostrijk-Hongarije en Italië, zij vormde het Triple Alliantie. Zij waren
alleen militair niet zo sterk. Bij een oorlog zou dus Duitsland het meest moeten doen. Dat was een
probleem want bij de tweefronten-oorlog moesten ze zowel tegen Frankrijk als tegen Rusland
vechten. Om toch proberen te winnen gebruikte ze het Von Schlieffen-plan, ze versloegen dan eerst
Frankrijk en daarna Rusland.
Zo brak in 1914 de oorlog uit.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lhamer. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.31. You're not tied to anything after your purchase.