100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Anatomie Fysiologie en Klinische Pathologie; Deeltentamen 1 HBO-V, Module 1 $11.27
Add to cart

Summary

Samenvatting Anatomie Fysiologie en Klinische Pathologie; Deeltentamen 1 HBO-V, Module 1

 23 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Leerdoelen ten aanzien van deeltentamen 1; Anatomie & Fysiologie, Klinische Pathologie. Samenvatting van alle leerdoelen besproken tijdens lesdag 1 tot en met 14.

Preview 4 out of 63  pages

  • No
  • Aantal hoofdstukken, gecombineerde met klinische pathologie isbn 9789006614824
  • January 14, 2023
  • 63
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
LA 1 Anatomie en fysiologie
 Legt de termen anatomie, fysiologie en functionele anatomie uit.
- Anatomie: Bouw van het menselijk lichaam
- Fysiologie: De leer van de functies van het lichaam
- Functionele anatomie: De bouw van het menselijk lichaam in directe relatie met
de lichaamsfuncties.

 Beschrijft de anatomische houding.
- Staat rechtop
- Houdt het hoofd rechtop
- Houdt armen gestrekt naast het lichaam
- De handpalmen zijn naar voren gekeerd
- De voeten zijn iets gespreid

 Kan de medische terminologie van de lichaamsvlakken, doorsneden, plaats- en richting
aanduidingen toepassen (bij eenvoudige voorbeelden).
 Als je het lichaam of delen daarvan denkbeeldig doorsnijdt ontstaan
lichaamsvlakken. De drie vlakken zijn:
1. frontaal vlak, evenwijdig aan de lichaamsas; verdeelt het lichaam of delen
daarvan in voor en achter;
2. transversaal vlak, evenwijdig aan het vloeroppervlak; staat loodrecht op de
lichaamsas en verdeelt het lichaam of delen daarvan in boven en onder;
3. sagittaal vlak, loodrecht op een frontaal vlak; verdeelt het lichaam of delen
daarvan in links en rechts.
Dit medio-sagittale vlak (door neus en navel) deelt het lichaam in twee gelijke helften
en wordt het mediaanvlak genoemd.

 De topografie van statische lichaamsstructuren gebeurt met behulp van
begrippenparen:
- Ventraal: buikzijde – dorsaal: rugzijde
- Anterior: voorzijde – posterior: achterzijde
- Centraal: in het midden − perifeer: aan de uiteinden
- Craniaal: richting hoofd – caudaal: richting staartbeen
- Superior: aan de bovenkant – inferior: aan de onderkant
- Lateraal: aan de zijkant – mediaal: naar het midden
- Proximaal: richting middelpunt (romp) – distaal: verder van middelpunt (romp)
- Sinister: links – dexter: rechts
- Internus: aan de binnenkant – externus: aan de buitenkant
- Mediaal: richting de middellijn – lateraal: weg van de middellijn

,  Bij richtingaanduidingen gebruik je begrippenparen die bewegingen uitdrukken:
- Flexie: buiging -extensie: strekking
- Supinatie: buitenwaardse draaing van horizontaal gehouden hand/voet waardoor
de handpalp/voetrand naar boven draait − pronatie: tegengesteld supinatie
- Abductie: beweging van de middellijn af – adductie: beweging naar de middellijn
toe
- Exorotatie: buitenwaardse draaiing rond lengteas− endorotatie; binnenwaardse
draaiing rond lengteas
- Opponeren: plaatsing duim tegenover de andere vingers van dezelfde hand –
reponeren: tegengesteld van opponeren

 Benoemt de regio´s van het lichaam.
Het lichaam wordt grofweg ingedeeld in hoofd, romp en ledematen.
1. Het hoofd is de observatie- en commandopost van het lichaam.
2. De romp bevat de organen die ten dienste staan van de vegetatieve functies.
3. De ledematen worden verdeeld in bovenste extremiteiten (schoudergordel,
armen en handen) en onderste extremiteiten (bekkengordel, benen en voeten).

 Legt uit wat de inhoud is van de onderdelen van een consult, die een arts inzet om te
komen tot een (differentiaal) diagnose (anamnese, inspectie, auscultatie, percussie,
palpatie).
 Anamnese (gesprek over de ziektegeschiedenis)
- Speciele anamnese; over de hoofdklacht
- Algemene anamnese: overige ziektegeschiedenis)
 Lichamelijk onderzoek
- Inspectie (kijken)
- Percussie (kloppen)
- Auscultatie (luisteren)
- Palpatie (betasten/voelen)

 Kan het begrip differentiaaldiagnose in eigen woorden uitleggen.
Een rijtje ziekten die de arts overweegt na anamnese en lichamelijk onderzoek, met
de meest waarschijnlijke bovenaan

 Legt het verschil tussen 7 beeldvormende onderzoeken (echo, röntgen, CT, MRI,
angiografie, doppler, endoscopie) uit.
1. Echo; Beeldvormend onderzoek m.b.v. ultrageluidstrillingen
2. Röntgen: foto dmv rontgenstraling
3. CT: Scan dmv rontgenstraling
4. MRI: scan mbv sterkte magneet
5. Angiografie: Afwijkingen hartholten en bloedvaten opsporen. (m.b.v.
contrastvloeistof in bloedbaan worden d.m.v. röntgenfoto’s hartholten en
bloedvaten zichtbaar gemaakt).

, 6. Doppler: Hoogfrequente geluidsgolven (stroomrichting en stroomsnelheid bloed
in bloedbaan)
7. Endoscopie: Kijkonderzoek met flexibele camera

 Benoemt van 4 functie-onderzoeken welk orgaan of weefsel daarmee wordt onderzocht
(EEG, ECG, EMG en longfunctieonderzoek).
1. EEG: hersenactiviteit
2. ECG: hartactiviteit
3. EMG: spieractiviteit
4. Longfunctieonderzoek: longfunctie

 Legt de begrippen preventief, curatief, palliatief, causaal en symptomatisch uit en past
deze begrippen toe.
 Curatief: Genezing (AB bij bacteriële infecties, operaties waarbij afwijking
verwijderd wordt)
 Palliatief: Verzachting van lijden bij ongeneeslijke ziekten (Morfine, aanleg
ontlastend stoma, bestraling botuitzaaiingen bij te ver verspreide kanker)
 Causaal: Oorzaakgericht (voedingsadviezen bij tekorten aan vit. Of
tubercolostatica bij TBC)
 Symptomatisch: Verminderen van verschijnselen (insuline bij DM, O2 bij
longemfyseem)


 Legt de begrippen exogene en endogene factoren en multifactoriële aandoening uit en
benoemt voorbeelden.
- Endogene factoren: Vanaf de bevruchting vastgelegd in de genen/van binnenuit
(autosomaal recessieve aandoeningen, autosomaal dominante aandoeningen,
geslachtsgebonden recessieve aandoeningen)
- Exogene factoren: Omgevingsfactoren/van buitenaf (micro-organismen of
worden, chemische factoren, fysische factoren, voedingsgebrek of overvoeding,
stress)
- Multifactoriële aandoening: Een ziekte welke wordt veroorzaakt door zowel
endogene als exogene oorzaken (hart- en vaatziekten: roken, weinig
lichaamsbeweging, verzadigd vet + erfelijkheid, astma/longemfyseem; rook +
infecties, huisstofmijt en genetische aanleg, DM type 2; erfelijkheid + ouderdom
en vetzucht, Bipolaire stoornis; erfelijkheid + stressfactoren en opvoeding)

 Legt het begrip pathofysiologie uit.
Pathofysiologie; kennis en studie van de functie van zieke organen

 Legt uit wat auto-immuunziekten zijn en hoe ze ontstaan.
- Uitleg; Afweersysteem van een patient valt zijn eigen lichaam aan (maakt een
fout en richt zich tegen lichaamseigen eiwitten)

, - Ontstaan: mogelijk doordat een patiënt met een bepaald weefseltype een
ziektekiem tegenkomt met dezelfde antigen. Als het immuunsysteem dit micro-
organisme dan aanvalt beschadigd het ook de eigen weefsels van de patiënt.

 MBG (Methodische Beschrijving van een Gezondheidsprobleem):
Wordt gebruikt om aspecten van een gezondheidsverstoring goed in beeld te brengen

 Benoemt de definitie van de kenmerken die gebruikt worden om een
gezondheidsprobleem te beschrijven: epidemiologie, anatomie, (patho)fysiologie,
oorzaken, symptomen en verschijnselen, onderzoek, therapie, bijwerkingen, prognose,
potentiële complicaties, preventieve mogelijkheden, follow-up
- Epidemiologie: De wetenschappelijke studie van het voorkomen en de
verspreiding van ziekten binnen en tussen populaties.
- Anatomie: Bouw van het menselijk lichaam
- Fysiologie: De wetenschap van het functioneren van een levend organisme
- Patho(fysiologie): kennis en studie van de functie van zieke organen
- Oorzaak: Datgene wat een bepaalde omstandigheid of gebeurtenis
teweegbrengt.
- Symptomen en verschijnselen: Een kenmerk of klacht, behorend bij de diagnose
van een bepaalde ziekte
- Onderzoek: Alle activiteiten gericht op het genereren van nieuwe informatie en
kennis rondom het ziektebeeld
- Therapie: Behandeling van ziekten of verlichting van symptomen van ziekten.
- Bijwerkingen: Ongewenste of onbedoelde effecten die optreden bij een medische
behandeling
- Prognose: Een voorspelling gebaseerd op bestaande informatie zonder absolute
zekerheid van de werkelijke uitkomsten
- Potentiële complicaties: Complicaties welke kunnen optreden bij een bepaalde
therapie en of behandeling
- Preventieve mogelijkheden: Preventieve maatregelen die genomen kunnen
worden om de oorzaken van een afwijking of een andere ongewenste situatie te
elimineren om het optreden daarvan te voorkomen.
- Follow up: Nazorg en nacontrole

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller alinebouma. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $11.27. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52928 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$11.27
  • (0)
Add to cart
Added