100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Maatschappijleer VWO 4 $6.41   Add to cart

Summary

Samenvatting Maatschappijleer VWO 4

 4 views  0 purchase
  • Course
  • Level

Dit is de samenvatting van maatschappijleer in VWO 4. Paragraven: 3.7, 3.8, 5.1, 5.3, 5.4, 5.5, 5.6. Ik heb er zelf een 8,4 mee gehaald. Veel succes met leren en hopelijk kan ik je er een beetje bij helpen.

Preview 2 out of 13  pages

  • January 14, 2023
  • 13
  • 2022/2023
  • Summary
  • Secondary school
  • 4
avatar-seller
Maatschappijleer
3.7 Gemeente en Provincie
Het rijk kan niet alles beslissen over een stad of dorp dus delegeert het Rijk bevoegdheden aan
lagere overheden: provincies, waterschappen en gemeenten.

Subsidiariteitsbeginsel: hogere instanties voeren geen taken uit die lagere instanties kunnen doen.
Daarvoor zijn redenen te benoemen:

 Elke provincie of gemeente heeft eigen specifieke problemen (in Amsterdam is er grote
woningnood terwijl er in Limburg sprake is van een krimp van de bevolking).
 Inwoners van verschillende provincies en gemeenten hebben meer mogelijkheden om de
politieke besluitvorming te beïnvloeden. Doordat lokale bestuurders dichter bij de burgers
staan kunnen ze makkelijker worden aangesproken.

Provincies hebben vooral taken op de terreinen ruimtelijke ordening en milieu. In de structuurvisie
van de provincie staan de plannen voor de indeling van de ruimte.

Elke 4 jaar zijn er verkiezingen voor de Provinciale Staten, een bijzondere taak is dat zij leden van de
eerste kamer kiezen en ook kiezen ze de leden van de Gedeputeerde Staten: het dagelijks bestuur
van de provincie. De voorzitter van beide Staten heten ook wel de commissaris van de koning. Hij/zij
wordt niet gekozen maar benoemd.

De waterschappen vormen de oudste bestuurslaag in ons democratische stelsel. Ze houden zich nu
bezig met: schoon water (in sloten, rivieren en meren), beschermen NL tegen overstromingen door
dijken goed te onderhouden en ruimte te maken voor de rivieren. Een waterschap wordt door een
dijkgraaf geleid. De waterschapsverkiezingen vinden elke 4 jaar plaats en het zijn er nu nog maar 21.

Het gemeentebestuur zorgt ervoor dat het openbare leven in een gemeente goed verloopt, hun
taken zijn: bijhouden bevolkingsregister, sluiten van huwelijken, ophalen van vuil, de openbare
verlichting (lantaarnpalen), verlenen van bouwvergunningen en het aansturen van de politie. Verder
vult de gemeente de provinciale structuurvisie in door middel van bestemmingsplannen.

Gemeenteraadsleden worden elke 4 jaar rechtstreeks gekozen. Het aantal leden is afhankelijk van
het aantal inwoners in de gemeente. Het dagelijks bestuur is in handen van het college van
burgemeester en wethouders (B en W afgekort). Na de gemeenteraadsverkiezingen kiest de
grootste partij uit met wie ze wil samenwerken, deze partijen bepalen wie de wethouders worden
(elke wethouder heeft een eigen beleidsterrein bijv. zorg of economie), ze zijn geen lid van de
gemeenteraad. Hier geldt dualisme; de gemeenteraad controleert het college van B en W (die heeft
vooral een uitvoerende taak).

Burgemeester: hij/zij is hoofd van de brandweer en politie en is verantwoordelijk voor de openbare
orde en veiligheid in de gemeente. Bij rampen heeft de burgemeester de leiding. Een andere taak is
het voorzitten van vergaderingen van de gemeenteraad en van het college van B en W. De
gemeenteraad doet elke 6 jaar een voorstel voor de post van burgemeester, de minister van
binnenlandse zaken benoemt hem/haar officieel samen met de koning. Veel mensen vinden het
democratischer om te stemmen op een burgemeester omdat ze denken dat de burgemeester dan
op meer steun van de bevolking kan rekenen, tegenstanders zeggen dat de gekozen gemeenteraad
en burgemeester tegenover elkaar kunnen staan en het niet duidelijk is wie het voor het zeggen
heeft.

, Gemeenten hebben door decentralisatie veel nieuwe taken gekregen, het doel is dat ze zo
maatwerk leveren dat beter aansluit bij de werkelijke behoeften van hun inwoners. Het geld
hiervoor krijgen ze van de centrale overheid.

Het gemeenten aantal is van 741 naar 352 gegaan, dit komt door gemeentelijke herindelingen,
waardoor kleine gemeenten worden samengevoegd of opgaan in grotere gemeenten. Ze worden
vooral samengevoegd om de gemeentelijke kosten te verlagen, bijv die van een eigen stadhuis. Ook
hebben grotere gemeenten meer bestuurskracht om grotere opdrachten vanuit de landelijke
politiek uit te voeren. Als gemeenten niet willen fuseren kunnen ze ook op bepaalde
beleidsterreinen samenwerken.

Provincies en gemeenten hebben bestuurlijke autonomie (zelfbestuur), maar zijn tegelijkertijd
verbonden aan wat er landelijk speelt. Dit leidt soms tot spanningen.



3.8 Internationale politiek

Samenwerking met andere landen is vaker nodig om oplossingen te vinden voor wereldproblemen
zoals klimaatcrisis, pandemieën, vluchtelingen en oorlogen. Nederland werkt internationaal samen
met de EU, VN en de NAVO. Soevereiniteit: het exclusieve recht van een staat om van buitenaf
beslissingen te nemen.

Na de oorlog besloten veel landen samen te werken bij de productie van kool en staal. De Europese
Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS): samenwerking tussen West-Duitsland, Frankrijk, Italië,
Nederland, België en Luxemburg. Opgericht in 1951, vanaf 1957 verenigde deze 6 landen zich in de
Europese Economische Gemeenschap (EEG): ze stemden onderling de wetgeving op elkaar af
waardoor het makkelijker werd om te handelen.

Oprichting EU: De EEG groeide en steeds meer landen wilden aansluiten, de belangrijkste eis was dat
het land niet alleen economische maar ook politieke hervormingen zou doorvoeren (vrije en eerlijke
verkiezingen en het terugdringen van corruptie). Zo ging bijv Spanje van een autoritair regime (land
met 1 leider) over tot een democratie. Een andere belangrijke gebeurtenis was het verdrag van
Maastricht: het doel van dit verdrag was verdere Europese integratie: het streven om in Europa tot
meer eenheid te komen. Door dit verdrag ontstonden de EU en de EMU (Economische en Monetaire
Unie). Het Verenigd Koninkrijk stemde als eerste lid voor een uittreding.

Interne markt: vrije verkeer van personen, goederen, diensten en kapitaal in de EU. Hierdoor kun je
in een ander Europees land studeren en werken. Verdrag van Schengen: in 1985 afgesproken de
binnengrenzen niet meer te controleren. Bij Europese integratie hoort ook de overgang naar de
euro. 19 Landen behoren nu tot de eurozone: de groep van Europese landen die een gecoördineerde
economische, financiële en monetaire politiek voeren. Door de invoering kunnen bedrijven nog
makkelijker handel met elkaar drijven en hoef je geen geld meer te wisselen.

Op een aantal terreinen is de EU een supranationale organisatie: betekent dat aangesloten landen
bevoegdheden hebben overgedragen aan de EU, besluiten worden bij meerderheid van stemmen
genomen (gaat bijv over gebruik van chemische stoffen en afvalverwerking). Op weer andere
terreinen is de samenwerking intergouvernementeel: besluiten kunnen alleen genomen worden
met instemming van alle afzonderlijke landen, landen kunnen hierbij ook gebruikmaken van hun
vetorecht: het recht om een besluit tegen te houden, ook als de meerderheid voor heeft gestemd.
Hier kan ook gebruik van worden gemaakt als een land de EU wil toetreden.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mirtevannieuwenhuizen. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.41. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

75632 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.41
  • (0)
  Add to cart