100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Levensloop Economie Samenvatting H4, H5, H6, H7 $6.43
Add to cart

Summary

Levensloop Economie Samenvatting H4, H5, H6, H7

 11 views  0 purchase
  • Course
  • Level

Samenvatting van Economie Levensloop VWO 4 (groene boekje). Ik heb er zelf een 8,3 mee gehaald. Succes met leren en hopelijk kan ik je er een beetje bij helpen!

Preview 2 out of 14  pages

  • January 14, 2023
  • 14
  • 2022/2023
  • Summary
  • Secondary school
  • 4
avatar-seller
Economie Samenvatting

H4 Het gezin

4.1 Inleiding

Naarmate je ouder wordt moet je steeds meer keuzes maken over wat je doet met je geld en je
inkomsten. Rond je 30e levensjaar volgen er keuzes over het stichten van een gezin, daarna over de
taken in het gezin en kies je voor een koophuis of ga je huren?

4.2 Je eerste inkomen

Sommige kinderen krijgen al op zeer jonge leeftijd zakgeld. Per leeftijd verschilt het bedrag aan
zakgeld per maand.

Zakgeld krijg je over een bepaalde periode, per week of per maand. Zakgeld is een voorbeeld van
een stroomgrootheid: Als je iets over een bepaalde periode meet is dat een stroomgrootheid.
Zonder info over de periode waarover deze grootheid gaat, is de grootheid onvolledig -> Als iemand
zegt dat zijn inkomen 1.000 euro is, zegt dat niet zo veel. Want is dat per week? Maand? Jaar?
Zakgeld is daarom een stroomgrootheid. VB: Ik verdien 26 euro per week met werken.Dat doe je
goed!

Voorraadgrootheid: Wordt gemeten op een bepaald moment. Als je op 1 januari een gespaard
bedrag bezit van $200 dan is dat een momentopname. Als er dan $40 bij komt per maand
(stroomgrootheid) dan zijn de voorraadgrootheden en stroomgrootheden gemengd. VB: Ik heb voor
mijn verjaardag 10 euro gekregen van opa en oma.

Naast zakgeld hebben veel scholieren nog andere bronnen van inkomen, zoals een bijbaan of
kleedgeld.

4.3 Werken of doorleren

Aan het einde van school staan scholieren voor een keuze: werken of doorleren?

-> Werken? Je bent een 'vroegverdiener'. Je hebt op jonge leeftijd een eigen inkomen en
mogelijkheden om te consumeren.

-> Doorleren? Je bent een 'laatverdiener'. Je zal je consumptie moeten uitstellen. De kans is groot
dat je geld moet lenen voor het betalen van je studie. Een diploma geeft wel meer toegang tot beter
betaalde banen, waardoor de laatverdiener misschien uiteindelijk wel meer verdient dan de
vroegverdiener.

Degene die doorleren hebben gemiddeld een hoger inkomen. Tijdens de studieperiode investeert de
laatverdiener in zijn menselijk kapitaal: het geheel aan kennis en vaardigheden. Hoe hoger het
menselijk kapitaal, des te hoger de verdiencapaciteit: het bedrag dat iemand max kan verdienen.

Een investering in menselijk kapitaal is lonend voor het individu, maar ook de samenleving
profiteert. De gezondheidszorg wordt bijvoorbeeld beter en de bevolking wordt welvarender.

De overheid betaalt mee aan de investeringen in menselijk kapitaal (studies). De hoogte van deze
kosten verschillen per studie. Om de kosten van het studeren te kunnen betalen en om in het
levensonderhoud te kunnen voorzien, kunnen studenten geld lenen bij de overheid. Bij dit sociaal
leenstelstel is de rente lager dan bij de bank.

4.4 Een gezin stichten

, Tussen je 25e en 30e ben je vooral bezig met je carrière. Er is voldoende inkomen en vrije tijd. Deze
levensfase is over als er belangrijke keuzes gemaakt moeten worden over of je kinderen wil of niet.

De samenstelling van huishoudens is de laatste 15 jaar nogal veranderd -> meer
eenpersoonshuishoudens, minder getrouwd en meer echtscheidingen. Het betekent niet dat
samenleven voor mensen minder belangrijk is geworden. Samenleven gebeurt op veel manieren.
Ook mensen die alleen wonen hebben soms een vast partner.

Ruim 80% van de paren krijgen kinderen. De keuze voor kinderen wordt op steeds een latere leeftijd
gemaakt. Redenen:

- Hoger opgeleide vrouwen krijgen later kinderen en blijven vaak kinderloos.
- Vrouwen met een flexibel arbeidscontract blijven vaak kinderloos.

De keuze voor kinderen is meestal niet economisch. Toch heeft die keuze economische gevolgen.
Het hebben van kinderen kost veel tijd en geld.

Kinderopvang wordt niet helemaal betaald door de ouders zelf, want de overheid draagt bij. Deze
overheidsbijdrage is inkomensafhankelijk: verdienen de ouders een hoog inkomen dan is de
bijdrage laag maar verdienen ze weinig dan betaalt de overheid het grootste deel.

Op basisschool zijn de kosten voor ouders laag. Op de middelbare school kunnen die kosten enorm
oplopen. Materialen zoals een fiets, schoolmaterialen en een rekenmachine zijn nodig.

De overheid levert nog een belangrijke financiële bijdrage: de kinderbijslag. De hoogste van de
kinderbijslag hangt af van de leeftijd van het kind.

4.5 Taakverdeling in de huishouding

Ondanks de visie dat beide partners economisch zelfstandig moeten zijn voor de huishoudelijke
taken, blijkt steeds weer dat vrouwen die taken veel meer voor hun rekening nemen dan mannen.
Deze rolverdeling heeft mede te maken met de geldelijke opofferingskosten. Hoe hoger het
inkomen, des te hoger de opofferingskosten voor het korter of het niet werken.

Als beide ouders buitenhuis werken moet er kinderopvang komen.

In een huishouden is heel wat werk te verdelen. Bij het verdelen van de taken speelt naast
voorkeuren ook de snelheid waarmee iemand een taak kan uitvoeren een rol. Als iedereen zich
bezighoudt met de taken waar ze het best in zijn, zal de totale tijd aan huishouden het kleinst zijn ->
optimale taakverdeling. (Bekijk de tabellen van de optimale taakverdelingen op blz 61 & 62)

Absoluut voordeel: Als iemand sneller is met het doen van een taak dan een ander.

Fatima Roy
Koken 6 uur 9 uur
Schoonmaken 12 uur 27 uur
Totaal 18 uur 36 uur


Fatima heeft bij beide taken een absoluut voordeel vergeleken met Roy. Maar Roy zijn achterstand is
bij koken niet zo groot als bij schoonmaken. Roy doet 9/6= 1,5 keer zo lang over koken en
27/12=2,25 keer zo lang over schoonmaken -> achterstand het kleinst bij koken. Iemand heeft een
comparatief voordeel bij de taak waar hij in vergelijking met een ander het minst slecht in is of in

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mirtevannieuwenhuizen. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.43. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52355 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.43
  • (0)
Add to cart
Added