100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Correct ingevulde leeruitkomsten menselijk gedrag $8.04   Add to cart

Summary

Samenvatting Correct ingevulde leeruitkomsten menselijk gedrag

 10 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

In dit document vind je alle leeruitkomsten volledig en correct ingevuld. Heel handig en fijn om te leren. leeruitkomsten staan in begrijpelijke taal geschreven.

Preview 3 out of 17  pages

  • January 14, 2023
  • 17
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Leeruitkomsten tentamen menselijk gedrag

Stromingen in de psychologie
1. De student kan herkennen wat psychologie wel en niet is.
Psyche en logos = studie van de geest. Wetenschap van gedrag en mentale processen.

2. De student kan de belangrijkste stromingen in de geschiedenis van de psychologie
onderscheiden; weet wat deze stromingen inhouden, hoe in deze stromingen onderzoek gedaan
wordt, en kan de belangrijkste namen aan de juiste stroming koppelen.
- Psychoanalyse (Freud)
Onbewuste bewust maken en driften.
- Behaviorisme (Skinner en Watson)
Tabula rasa, leren door imiteren, voorspellen beïnvloedbaar gedrag
- Humanisme (Rogers en Maslow)
De hele mens, zelfactualisering en optimistisch.
- Cognitief (Piaget)
Innerlijke processen van de menselijke geest, hoe gedrag tot stand komt, begrip kennis etc.
- Systeemtheorie
Individu en omgeving, systeem verandert met omgeving en meerdere aspecten beïnvloeden
gedrag.
3. De student weet vanuit welke zes perspectieven gedrag bekeken kan worden; begrijpt wat deze
perspectieven inhouden en kan deze herkennen in een korte casusbeschrijving.
- Biologisch perspectief: gedrag wordt bepaald door hersenen, zenuwstelsel, endocriene
stelsel (hormoonstelsel) en genen.
- Cognitief perspectief: wetenschappelijke methode om de geest te bestuderen. Bij iedereen
anders. De meningen, interpretaties, verwachtingen, overtuigingen en herinneringen.
- Behavioristisch perspectief: wetenschap van observeerbaar gedrag en niet van mentaal. De
prikkels en voorgaande consequenties.
- Perspectief van de gehele persoon:
 Psychodynamische psychologie: persoonlijkheden en stoornissen ontstaan uit het
onbewuste (onbewuste geest).
 Humanistische psychologie: nadruk op menselijke groei en potentieel ipv. Psychische
stoornissen. Behoefte om zo goed mogelijk te verwezenlijken.
 Psychologie van karaktertrekken en temperament: elkaar begrijpen door
temperament en continue karaktertrekken.
- Ontwikkelingsperspectief: verandering in mensen door erfelijke eigenschappen en omgeving
zorgt voor voorspelbare patronen.
- Socio-cultureel perspectief: sociale en culturele invloeden nemen de overhand van alle
andere invloeden. ‘’de kracht van de situatie’’

,Biopsychologie
1. De student weet wat onder biopsychologie wordt verstaan.
specialisme in de psychologie dat de interactie tussen biologie, gedrag en de omgeving bestudeert.

2. De student weet wat de begrippen evolutie en natuurlijke selectie inhouden.
Evolutie: het geleidelijke proces van biologische verandering van een soort als gevolg van zijn
aanpassing aan de omgeving.

Natuurlijke selectie: drijvende kracht achter de evolutie, waardoor de omgeving de best aangepaste
organismen selecteert.

3. De student weet wat de begrippen genotype en fenotype inhouden en kan in een korte casus
herkennen of het gaat om genotype of fenotype, weet hoe genen zijn opgebouwd.
Genotype: kenmerken van een organisme zoals die genetisch zijn aangelegd. > de blauwdruk.
Fenotype: waarneembare fysieke kenmerken van een organisme. > ook verborgen biologische
kenmerken zoals de bedrading van je hersenen.

Genen zijn codes die zich bevinden in het DNA en coderen voor 1 enkel eiwit. Duizenden van die
eiwitten samen dienen als bouwstenen voor de lichamelijke eigenschappen (fenotype) en reguleren
de interne werking van het lichaam.

4. De student kan de verschillende onderdelen van een neuron herkennen; en weet welke typen
neuronen er zijn; welke functie ze hebben, hoe ze functioneren en kan dit alles herkennen in een
korte casusbeschrijving.
Type neuronen:
- Sensorische neuronen (alleen van zintuigen naar hersenen)
- Motorische neuronen (alleen van hersenen en ruggenmerg naar spieren, klieren en organen)
- Schakelcellen (schakelen boodschappen door)

5. De student kan de structuur en de functies van het zenuwstelsel herkennen en begrijpt de
relatie met het endocriene stelsel.
Endocriene stelsel werkt zonder arousal samen met het parasympatische zenuwstelsel om onze
elementaire lichaamsprocessen in stand de houden. Bij crisis zowel sympathisch zenuwstelsel als
hormonen geactiveerd.

6. De student weet uit welke delen de hersenen bestaan en welke functies waar in de hersenen
gelokaliseerd kunnen worden en kan dit herkennen in een korte casusbeschrijving.
- Hersenstam: bepaalt algemene niveau van alertheid van het lichaam en bestuurt
waarschuwingssysteem.
- Limbisch systeem: reguleert emoties en gemotiveerd gedrag.
- Hersenschors (cortex): betrokken bij complexe mentale processen.

7. De student begrijpt hoe gedrag en psychologische processen verklaard kunnen worden vanuit
genetische, neurale en endocriene processen.
gedrag kan door (para)sympathische en endocriene stelsel gestuurd worden in momenten van angst
of andere emoties. Gedrag kan nooit volledig bepaald worden door genetische processen, omgeving
speelt hierbij ook een grote rol. Je krijgt kenmerken van je ouders. Deze gemengde erfenis bepaalt je
unieke genotype (kenmerken van een organisme zoals die genetisch zijn vastgelegd). Neurale
processen: door het limbische systeem hoeven we niet alleen te vertrouwen op instincten en
reflexen.

, Sensatie en perceptie
1. De student begrijpt wat de begrippen sensatie, perceptie en transductie inhouden.
Transductie: het proces waarbij fysische energie wordt omgezet in impulsen.
Sensorische neuron ontvangt fysische stimulus -> stimulus bereikt bijpassende zintuig -> activeert de
gespecialiseerde neuronen in dat zintuig (receptoren) -> receptoren zetten prikkeling om in
zenuwimpuls -> zenuwimpuls gaat langs een sensorische baan via thalamus naar gespecialiseerde
sensorische verwerkingscentra in de hersenen -> hersenen halen elementaire kenmerken van impuls
eruit.

Sensatie: een vroeg stadium van perceptie waarin receptoren een stimulus omzetten in een patroon
van zenuwimpulsen. Deze signalen worden voor verdere verwerking doorgestuurd naar de hersenen.

Perceptie: proces waarbij aan het patroon van sensorische zenuwimpulsen een gedetailleerde
betekenis wordt gegeven. Beïnvloedt door herinnering, motivatie en emotie.
Stimulatie (fysische stimulus) -> transductie (omzetten neurale impuls) -> sensatie (receptoren zetten
stimulus om in patroon zenuwimpulsen) -> perceptie (sensorische zenuwimpulsen betekenis geven).

2. De student begrijpt wat de absolute, de verschildrempel en de Wet van Weber inhouden.
absolute drempel: minimumhoeveelheid fysische energie die nodig is om tot een sensorische
ervaring te komen. Helft van de tijd stimulus opgemerkt.

Verschildrempel: het kleinst waarneembare verschil tussen 2 stimuli die iemand de helft van de tijd
kan opmerken (JWV -> juist waarneembare verschil).

Wet van Weber: theorie die stelt dat het jwv in proportionele verhouding staat tot de intensiteit van
de stimulus. JWV is groot als de intensiteit van de stimulus groot is en klein als de intensiteit van de
stimulus klein is.

3. De student begrijpt wat sensorische adaptatie is en wat de signaal-detectie theorie inhoudt.
Sensorische adaptie: zintuigen worden steeds minder gevoelig naar mate een stimulus aanhoudt.

Signaal-detectie theorie: theorie die stelt dat sensatie afhankelijk is van de kenmerken van de
stimulus, de achtergrond stimuli en de detector. De signaal-detectie theorie erkent het feit dat de
detector waarvan de lichamelijke en geestelijke toestand voortdurend verandert, een sensorische
ervaring moet vergelijken met constant veranderende verwachtingen en biologische
omstandigheden.

4. De student begrijpt wat de termen wat- en waar-route en blindzicht inhouden; en begrijpt wat
het binding problem is.
wat route: heeft 2 takken. De ene haalt informatie naar boven over de specifieke objecten
(stoel/toilet) en de ander identificeert de omgevingen (badkamer/keuken). Identificatie van objecten
en in welke context ze bestaan. Vervoert naar temporaalkwab.

Waar route: stelt de locatie van een voorwerp vast ten opzichte van ons lichaam. Lokalisatie van
voorwerpen in de ruimte. Loopt van de occipitaalkwab naar de parietaalkwab.
Blindzicht: het vermogen om voorwerpen te lokaliseren ondanks schade aan de wat route, waardoor
iemand voorwerpen die hij niet kan zien toch kan identificeren.
Binding problem: het proces dat de hersenen gebruiken om de resultaten van veel sensorische
processen te combineren tot een enkel concept. Niemand weet precies hoe de hersenen dit doen.
Kenmerkdetectoren: cel in de cortex die is gespecialiseerd in het opmerken van bepaalde kenmerken in een
stimulus.
Hoe de cellen kenmerken (kleur, hoogte) met elkaar verbinden tot 1 concept (gezicht).

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lauravogels. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.04. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.04
  • (0)
  Add to cart