Sociale psychologie
Hoofdstuk 1 sociale psychologie
1.1 Sociale invloed
Definitie van sociale psychologie
Sociale psychologie is de wetenschappelijke studie van de manier waarop de gedachten, gevoelens
en gedragingen van mensen worden beïnvloedt door de werkelijke of voorgestelde aanwezigheid van
andere mensen. Sociaal psychologen zijn niet alleen geïnteresseerd in het uiterlijk zichtbare
waarneembare gedrag van mensen, dus alles wat mensen doen, maar ook in de onzichtbare
processen die zich tussen de oren van mensen afspelen; het voelen en denken. Gedachten en
gevoelens beïnvloeden waarneembaar gedrag. Mensen observeren in de kantine is subjectief en
hoort dus niet bij sociale psychologie. Wat jij waarneemt hoeft niet hetzelfde te zijn als wat een
ander waarneemt. Mensen zijn zich vaak niet bewust van hun eigen gedachten en gevoelens. In dit
soort gevallen is het denken, voelen en doen van mensen automatisch of onbewust. Het is mogelijk
dat de beïnvloeder niet de bedoeling heeft om je te beïnvloeden. (bijvoorbeeld wanneer iemand
omhoog kijkt, kijk je ook omhoog).
Mensen worden niet zozeer beïnvloedt door wat anderen vinden, maar door wat ze denken dat
anderen vinden, dat wil zeggen; door hun eigen interpretaties van het gedrag van anderen.
Kuddedieren
Onze meest intense emoties zowel positieve als negatieve, ontstaan in relatie met anderen. Er zijn
veel gedragingen, gewoontes, stemmingen, gevoelens, meningen en overtuigingen waarin mensen
elkaar onbewust besmetten. (bijvoorbeeld hoeveel je eet en drinkt als je met iemand samen bent).
We zijn het nageslacht van mensen die bij een groep bleven, aanpasten aan elkaar en het belangrijk
vonden om een goed groepslid te zijn en erbij te horen. Deze need to belong zit nog altijd ingebakken
in de mens en beïnvloedt ons gedrag. van zulke behoeften die in de loop van de evolutie van de mens
zijn ontstaan doordat ze overlevingswaarde hadden, zijn we ons meestal niet bewust. Ze zijn wel diep
verankerd in onze instincten.
Het overnemen van bewegingen van anderen wordt ook wel het kameleon-effect genoemd. Dit is
vooral sterk als mensen bij dezelfde groep horen. Ook in gemengde groepen kopiëren mensen vooral
het gedrag van leden uit hun eigen groep. Via dei weg leren ze ook van hun eigen groep hoe ze iets
moeten aanpakken. Onbekenden worden ook vaak geïmiteerd (tegelijk gaan wandelen in een park).
Sociale imitatie kan ook soort overschrijdend zijn (je ziet een paard hard rennen, dus je gaat zelf
sneller wandelen).
Alle groepsdieren beschikken over spiegelneuronen, die ervoor zorgen dat ze automatisch nadoen
wat ze zien. Spiegelneuronen zijn hersencellen die de activiteiten en ervaringen van anderen
weerspiegelen in het brein. Als we andere mensen waarnemen, worden bij onszelf de bijbehorende
hersengebieden geactiveerd.
De weerspiegeling in ons eigen brein komt vaak tot uiting in een zichtbare reactie. Wanneer iemand
blij of boos kijkt, neem je dat over en daardoor kun je emotie beter herkennen. In het algemeen zijn
mensen zich er niet bewust van dat ze anderen imiteren. Het gaat automatisch, daarom spreken we
van automatische imitatie.
Spiegelneuronen kunnen ook effect hebben zonder dat het zichtbaar is in gedrag. Bijvoorbeeld: het
woord schoppen lezen, leidt tot activatie van motorische gebieden die betrokken zijn bij het
bewegen van de voet zonder dat we een schopbeweging maken.
,Automatische imitatie is niet verbonden aan ervaring. (maakt niet uit naar wat voor sport je kijkt en
of je er ervaring mee hebt, je spieren spannen aan in de gebieden waar die van degene waar je naar
kijkt ook aanspannen).
Door weerspiegeling van de ervaringen en de reacties van anderen bij onszelf begrijpen we beter wat
anderen ervaren. Dit mechanisme wordt gezien als de basis van empathie. Door bijvoorbeeld
gezichtsuitdrukking over te nemen van iemand die verdrietig is kun je je beter verplaatsen in de
ander. Doordat je dezelfde spieren in je gezicht gebruikt die met verdriet geassocieerd zijn voel je
zelf ook iets van emotie.
Imitatie versterk de sociale band met anderen. Dat is geen bewust doel maar een imitatie heeft die
functie. Het spiegelen van de ervaringen van anderen schept een heel directe band en helpt om het
gedrag van anderen snel intuïtief te begrijpen.
In groepen versterkt imitatie de groepsband en bevordert samenwerking en het gevoel elkaar te
begrijpen. Het geeft een gevoel van verbondenheid en empathie.
Bij emotionele besmetting nemen mensen automatisch de gevoelens van anderen over. Vaak uiten
ze bijbehorende gedragingen (bij een begrafenis elkaar aansteken met verdriet).
Lekenpsychologie
De kennelijke vanzelfsprekendheid van veel sociaal psychologische verschijnselen en theorieën heeft
2 belangrijke nadelen:
1. mensen onderschatten de moeilijkheid van het vak.
2. Bij veel sociaal psychologische inzichten en onderzoeksresultaten kan het lijken alsof je het
zelf ook wel had kunnen bedenken. Het probleem is als je eenmaal iets weet voelt het vaak
alsof je dat altijd al wist (hindsight bias: wijsheid achteraf).
Self-fulfilling prophecy (zichzelf bevestigende voorspelling): een voorspelling die zichzelf tot
werkelijkheid maakt.
1.2 het sociaal psychologisch perspectief
De kracht van de situatie
Het gedrag van mensen is gewoonlijk het resultaat van zowel interne als externe krachten, dat wil
zeggen: factoren binnen de persoon (zoals persoonlijkheidseigenschappen, vaardigheden, drijfveren
en intenties) en factoren buiten de persoon (normen die gelden in een bepaalde situatie, invloed van
anderen). 1 van de belangrijkste veronderstellingen van de sociale psychologie is dat mensen sterk
beïnvloedt worden door hun (sociale) omgeving en dus door de situatie waarin ze zich bevinden.
Het omstander effect
Hoe meer omstanders, des te kleiner de kans dat een individuele omstander hulp biedt (bijvoorbeeld
als er een ongeluk is gebeurd). Er zijn verschillende oorzaken voor dit bystander effect (omstander
effect):
- Diffusion of responsibility: niemand voelt zich persoonlijk verantwoordelijk doordat de
verantwoordelijkheid verspreidt is over meerdere mensen.
- Mensen doen elkaar automatisch na. Als er alle rede is voor paniek, kan het gebeuren dat
mensen niets doen omdat anderen ook niets doen.
Je reactie in een noodsituatie wordt sterk beïnvloedt door kenmerken van de omgeving. Dat kan het
aantal andere omstanders zijn, maar ook de relatie tussen die omstanders of toevallige factoren uit
de omgeving. Een belangrijk uitgangspunt in de sociale psychologie is dat het gedrag van mensen
sterk wordt bepaald door de situatie waarin ze zich bevinden en door de andere mensen uit hun
omgeving.
,De interpretatie van de situatie
Mensen reageren op hun eigen interpretatie en waarneming van de situatie. Bij het omstander effect
gaat het er niet om hoeveel omstanders er zijn, maar hoeveel iemand denkt dat er zijn. Het zijn dus
niet de objectieve kenmerken van de situatie zelf waar mensen op reageren, maar hun eigen
interpretaties ervan.
Kurt Lewin benadrukte in zijn werk het belang van de subjectieve situatie, dat wil zeggen: de situatie
zoals deze door iemand wordt waargenomen, geïnterpreteerd en soms verdraaid.
Hoe je een gebeurtenis interpreteert, hangt af van:
- Je eigen geschiedenis
- Persoonlijkheid
- Gevoeligheden
- Behoeftes
Daarnaast kan je interpretatie ook sterk worden beïnvloedt door de reacties van anderen. De invloed
van de omgeving, de mens als kuddedier en de interpretatie van de situatie hangen nauw met elkaar
samen. Ook kunnen de opvattingen in een cultuur de waarnemingen van mensen verkleuren. (voor
ons is het raar dat Chinezen honden eten, maar wij doen hetzelfde met varkens, het slachten van een
hond interpreteren we heel anders dan het slachten van een varken).
Betekenisgeving
Niet alleen maken we zelf toevoegingen bij de dingen die we waarnemen; we filteren ook dingen
weg of veranderen dingen. Onze waarneming bevat veel momenten van selectie en interpretatie.
We zoeken naar een samenhang in wat we waarnemen en dat maakt dat die waarnemingen zelf
veranderen.
1 van de basisprincipes die bepalen hoe mensen informatie over de omgeving interpreteren is:
mensen geven betekenis aan war ze zien (en de ene betekenis heeft effect op de andere). Daardoor
zien we het gedrag van mensen altijd in relatie tot hun andere kenmerken.
Cognitieve efficiënte
Het selectief toevoegen, weglaten of veranderen van informatie leidt ertoe dat er geen perfecte
overeenstemming is tussen de werkelijkheid (daarbuiten) en het beeld dat we daarvan in ons hoofd
hebben (daarbinnen). Wat mensen doen bij het waarnemen is hun cognitieve capaciteiten zo
efficiënt mogelijk gebruiken. we vormen veel snelle oordelen zonder heel goed te kijken en zonder er
lang over na te denken. Alleen wanneer iets belangrijk is, staan we erbij stil. Dit geldt ook voor de
manier waarop we onze sociale omgeving waarnemen. Van de meeste mensen die we tegen komen
hebben we een globaal beeld. Zoals het kassameisje of overburen van je vrienden, allemaal mensen
van wie het er niet vee toe doet of jij een uitgewerkt beeld hebt van hun levens en hun
persoonlijkheid. In die gevallen zul je dus snel en grof informatie verwerken met alle gevolgen voor
selectie, aanvulling en verdraaiing van dien. Pas wanneer een persoon belangrijk voor je is ga je beter
opletten. In die gevallen zul je meer aandacht aan een persoon besteden, beter nadenken en zal er
minder ruimte zijn voor vertekeningen in je beeld van die persoon. Dit is het 2 e basisprincipe van
informatieverwerking: mensen gaan zo efficiënt en pragmatisch mogelijk om met hun aandacht.
Wanneer iemand niet heel belangrijk is, letten ze minder goed op waardoor hun beeld eerder
onvolledig of onjuist zal zijn.
Motivationele vertekeningen
Mensen zien vaak vooral wat ze verwachten te zien en wat ze willen zien. We spreken dan van
wishfull thinking of motivated reasoning: je denkt dat iets zo is omdat je het hoopt/wenst en omdat
het samen gaat met je motieven en belangen. Dit is het 3 e basisprincipe van informatieverwerking:
de waarnemingen van mensen worden gekleurd door hun motieven en belangen.
Wensdenken betekent dat je je denkvermogen selectief en partijdig inzet om bij de conclusie uit te
komen die je voorkeur heeft. Onze motieven kunnen onze gedachten op allerlei manieren
beïnvloeden. Wanneer mensen informatie die duidelijk tegen hun voorkeur of eigen mening in gaat,
, dan hebben ze de neiging om extra kritisch na te denken over die informatie. Het voelt daardoor
alsof ze objectief zijn. Het kenmerk van gemotiveerd redeneren is dat mensen dat alleen doen bij
informatie die hun niet bevalt en dat het kritisch denken stopt zodra ze de onwelkome implicaties
van de informatie hebben weggeredeneerd. Er zijn heel veel verschillende motieven die de
waarneming kleuren. Een daarvan is een positief zelfbeeld/ we willen graaf een goed gevoel over
onszelf hebben en we willen ook graag dat anderen goed over ons denken. Allerlei verstoringen in
onze interpretatie van de werkelijkheid kunnen hierdoor ontstaan. Een andere behoefte die hiermee
samenhangt is dat we als groepsdieren graag erbij willen horen in onze groep. We zijn gemotiveerd
om te geloven dat onze groep de juiste visie heeft op de werkelijkheid en dat groepen met andere
meningen het verkeerd zien. Als gevolg hiervan kan gemotiveerd redeneren binnen een groep tot
extreme standpunten leiden en kan de groep zelfs het contact met de werkelijkheid verliezen.
Een ander motief dat onze waarnemingen en interpretaties kan beïnvloeden is onze behoefte aan
controle. We vinden het een fijn idee dat we grip hebben op onze omgeving en wat ons overkomt.
(eigen lot kiezen bij lotto of een willekeurige krijgen). Zoals elke vorm van wishfull thinking heeft deze
een keerzijde. We herkennen risico’s minder snel doordat we onterecht denken dat wel alles in de
hand hebben. ons verlangen naar controle heeft ook tot gevolg dat we de invloed van toevallige,
situationele factoren op ons gedrag onderschatten. Mensen begrijpen zelf niet altijd de oorsprong
van hun reacties. Ze hebben de neiging de rol van stimuli in de omgeving niet op te merken en ten
onrechte aan te nemen dat hun gedachten uit henzelf komen.
Door behoefte aan controle ervaren we onze eigen reacties als iets wat we zelf bedenken en zelf
veroorzaken. Door deze illusie zijn mensen extra kwetsvaar voor de invloed van toevallige
situationele factoren op hun denken en doen. Die invloed voltrekt zich vaak via onbewuste
processen. Mensen reageren vaak automatisch, op basis van onbewuste processen.
Mensen reageren op hun interpretatie van de situatie waarin ze zich bevinden, vaak zonder dat ze
dat zelf beseffen.
Automatische reacties
Het grootste deel van wat mensen doen, denken en voelen komt niet voort uit bewuste
overwegingen. Soms verlopen processen onbewust doordat we op routine werken. (je wil naar Mac
rijden maar rijdt naar je opa, omdat je die weg gewend bent als routine en de Mac zit op die weg).
Onbewust hebben we een veel grotere capaciteit om informatie te verwerken dan bewust. We
kunnen onze bewuste aandacht maar richten op 1 ding tegelijk richten, maar onbewust op veel meer
tegelijk. onze onbewuste kennis is opgeslagen in het impliciete geheugen. De bewuste kennis is
opgeslagen in het expliciete geheugen. Het impliciete geheugen bevat kennis en ervaringen waar we
onbewust gebruik van maken, meestal zonder dat we dat goed beseffen. Het is kennis die ons
denken en handelen beïnvloedt zonder dat we kunnen aangeven waardoor dat komt.
Onbewuste associaties kunnen ontstaan door ervaringen die je in je leven opdoet. (Heel ziek
geworden van eten sushi dus daarna kan je geen sushi meer eten). Associaties kunnen ook in onze
aangeboren instincten zijn verankerd op basis van de ervaringen van onze voorouders (bitter eten
vies, omdat giftige stoffen vaak bitter zijn).
Snel en grof
Onbewuste processen onderscheiden zich van bewuste processen doordat:
- Ze moeiteloos verlopen
- Ze associatief zijn
- Ze snel en grof verlopen (globaal)
Onbewust verwerken we informatie globaal in termen van grove categorieën zoals goed, prettig en
slecht. Verkeerde conclusies worden moeilijk gecorrigeerd. Het feit dat veel van ons gedrag wordt
gestuurd door onbewuste, snelle associatieve processen, impliceert dat onze reacties op een situatie
vaak niet gebaseerd zijn op onze onbewuste interpretaties, maar heel rechtstreeks plaatsvinden.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lauravogels. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $13.60. You're not tied to anything after your purchase.