Handboek groepsdynamica
H1.1
Groepsdynamica: de studie van het gedrag van mensen in kleine groepen.
Vroegere en huidige groepslidmaatschappen bepalen in belangrijk mate ieders identiteit. Door
groepen is het individu aan maatschappij en cultuur gebonden. Vooral via groepen vindt
cultuuroverdracht plaats, leert het individu taal en spreken, denken en waarnemen en een uitgebreid
waardensysteem.
de psychologie heeft aan de groepsdynamica een groot aantal inzichten te danken over hoe
maatschappelijke en sociale factoren doorwerken op het individu en door het individu verinnerlijkt
worden. Ieder wordt in sterke mate gevormd en misvormd door de maatschappelijke omgeving.
Ieder individu wordt niet alleen beïnvloedt door zijn omgeving, maar hijzelf beïnvloedt ook actief zijn
omgeving. Individuen kunnen invloed uitoefenen op maatschappelijke omstandigheden via de
groepen waartoe ze horen (politieke groepen, actie groepen etc.).
Groepen vormen een verbindende schakel tussen individu en maatschappij.
Groepsdynamica is een jonge tak van de wetenschap. Het ontwikkelde zich pas sinds de jaren 30 van
de vorige eeuw. Groepsdynamica is als een verbindende schakel tussen psychologie en sociologie.
H3 definitie van groepen
3.1 de kracht van groepen
Voorbeelden van wat groepen kunnen bieden:
- Steun
- Binding
- Veiligheid
- Vertrouwen
- Gezamenlijk doel
- Erkenning
- Waardering
- Etc.
Negatieve kracht van groepen:
- Pestgedrag
- Machtsmisbruik
- Conflicten
- Etc.
,Als je een groep leidt betekent dit: ertoe bijdragen dat de groep in haar (positieve) kracht komt. Het
begeleiden van groepen betekent voornamelijk dat je ervoor zorgt dat de groepsleden verbinding
met elkaar aangaan en voor elkaar betekenis worden. De aandacht ligt daarbij vooral op het
groepsklimaat en niet op de individuen.
3.2 wat kenmerkt een groep
Definitie groep van Sprott: een verzameling individuen die in een bepaalde context meer interactie
met elkaar hebben dan met anderen buiten die context. Interactie en context zijn 2 bepalende
hoofdelementen.
Er is geen enkelvoudige definitie die aangeeft wat een groep is. De definitie groepsbewustzijn wordt
gebruikt. Groepsbewustzijn: de leden zijn zich bewust van hun lidmaatschap.
3.3 motivatie
Vaak worden mensen lid van een groep vanuit een persoonlijk belang of een behoefte (vb; sociale
behoefte). Wanneer een groep er niet in slaagt om in die behoefte te voldoen is de kans groot dat de
groep uiteenvalt.
3.4 doelstelling
Individuen kunnen lid worden van een groep om een gemeenschappelijk doel te bereiken. Of ze zijn
lid omdat ze het contact met elkaar zinvol vinden. Deze definitie overlapt met die van motivatie.
3.5 structuur
Hier gaat het om de definitie dat groepsleden ten opzichte van elkaar in bepaalde rol- en
statusrelaties staan. En dat er sprake is van groepswaarde en groepsnormen.
3.6 interdependentie
Het wezenlijke kenmerk van een groep is dat de groepsleden wederzijds op elkaar betrokken zijn.
een gebeurtenis die invloed heeft op een groepslid, heeft een weerslag op alle groepsleden.
3.7 interactie
In feite is interactie een vorm van wederzijdse betrokkenheid. Homans definieert een groep als: een
aantal personen die over een bepaalde periode regelmatig direct contact met elkaar hebben.
Homans spreekt van interactie omdat het erom gaat dat de personen in de groep elkaar wederzijds
beïnvloeden.
3.8 nog enkele kenmerken van groepen
Wanneer een losse verzameling van individuen tot een groep vormt, worden de volgende 4
kenmerken waarschijnlijk zichtbaar:
1. De leden delen een of enkele motieven of doelen die richting geven aan de groep.
2. De leden ontwikkelen een reeks van normen die grenzen geven ten aanzien van de relaties
tussen de groepsleden en ten aanzien van de groepsactiviteit.
3. Bij langer durende interactie kristalliseert zich een reeks rollen uit en gaat de nieuwe groep
zich onderscheiden van andere groepen.
4. Er ontstaat een netwerk van interpersoonlijke attracties op basis van sympathieën en
antipathieën voor elkaar.
, 3.9 groepstypen
Er zijn primaire en secundaire groepen, scoiogroups en psychgroups, ingroups en outgroups,
informele en formele groepen en lidmaatschap en referentiegroepen.
3.10 primaire en secundaire groepen
Primaire groepen worden gekenmerkt door persoonlijke, intieme relaties in directe contactsituaties
en door spontaan gedrag. In een secundaire groep zijn de relaties koel, onpersoonlijk, rationeel en
formeel. Met groepsleden van primaire groepen hebben we persoonlijke relaties en met groepsleden
van secundaire groepen hebben we door status bepaalde relaties.
In primaire groepen beoordelen de leden elkaar intrinsiek, in termen van hun persoonlijke
eigenschappen, maar in secundaire groepen extrinsiek, in termen van de statussen die ze bezitten.
In veel primaire groepen zijn haat en nijd de meest voorkomende gevoelens. Een belangrijk kenmerk
van de primaire groep is dat vervanging van 1 groepslid de bestaande relaties grondig wijzigt of
vernietigt.
Primaire groepen -> wie je bent telt.
Secundaire groepen -> wat je bent telt.
3.11 psychegroup en sociogroup
Psychegroup: psychologische participatie
Sociogroup: alleen in naam lid
In een psychegroup overheersen de affectieve bindingen, vaak van persoonlijke aard. In een
sociogroup overheersen de zakelijke en maatschappelijke relaties.
3.12 informele en formele groepen
Informele groep: als doel, rollen en normen vaag en impliciet blijven.
Formele groep: in hoge mate georganiseerd.
Informele groepen zijn autonoom. Ze kunnen hun eigen activiteiten bepalen en zijn vrij van
organisatorische beperkingen. In een formele groep kan ook sprake zijn van een 2 e informele
structuur. Een groep kan een formele leider hebben, terwijl iemand ander de informele leider is.
3.13 lidmaadschapsgroepen en referentiegroepen
Lidmaatschapsgroep: een groep waartoe je formeel behoort, dit betekent nog geen psychologische
participatie aan de groep.
Referentiegroep: individu participeert echt als persoon.
2 functies referentiegroep:
- Vergelijkingsfuncite: om eigen gedrag te evalueren vergelijkt iemand zichzelf met andere
groepsleden van zijn referentiegroep.
- Normatieve functie: het individu wordt door de groep gevalueerd en krijgt waardering of
afwijzing, afhankelijk van zijn conformiteit aan de groepsnormen.
Aan de ene kant kun je dus formeel nominaal lid zijn van groepen en er nauwelijks door beïnvloed
worden. Aan de andere kant kun je dus sterk beïnvloed worden door een bepaalde groep zonder dat
je er lid van bent.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lauravogels. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.05. You're not tied to anything after your purchase.