GRONDTREKKEN VAN HET NEDERLANDSE STRAFRECHT
HOOFDSTUK 1
INLEIDING
Strafrecht houdt zich bezig met het bestraffen van personen die een strafbaar feit hebben gepleegd. Het civiele/burgerlijke recht
regelt de verhouding tussen burgers onderling. Bijvoorbeeld de verhouding tussen burgers als zij een overeenkomst met elkaar
afsluiten. Dit is GEEN zaak van de overheid. Een strafbaar feit wel.
Staat
|
Strafrecht
|
Burger --- Civiel recht --- Burger
Algemene wet bestuursrecht (Awb): Algemene regels op het gebied van het bestuursrecht.
Burger met civielrechterlijk geschil: een dagvaarding door een advocaat laten sturen, om zo de kwestie voor te leggen aan
een onafhankelijke rechter die een bindende beslissing neemt.
Burger met strafrechtelijk geschil: Burgers kunnen elkaar niet dagvaarden voor gepleegde strafbare feiten. De officier van
justitie kan een verdachte dagvaarden waardoor deze voor zijn daden verantwoording moet afleggen ten overstaan van een
rechter.
Civielrechtelijke dagvaardingen vs. strafrechtelijke dagvaardingen: civielrechtelijke dagvaardingen worden verstuurd door de
ene burger aan de andere om een civielrechtelijk geschil uit te vechten ten overstaan van de burgerlijke rechter, terwijl
strafrechtelijke dagvaardingen worden verzonden door een officier van justitie om een verdachte terecht te laten staan voor de
strafrechter.
Eigenrichting: het recht in eigen hand nemen.
Twee doelen van het opleggen van eens straf: vergelding en preventie
Vergelding: het kwaad dat de dader van een strafbaar feit veroorzaakt bij het slachtoffer of aan de maatschappij als geheel
leedtoevoeging. Dit vergeldingsaspect kan zorgen voor een morele genoegdoening.
Preventie: het opleggen van een straf zou er toe moeten leiden dat minder mensen strafbare feiten plegen. Er zijn twee soorten
preventie:
Speciale preventie: het voorkomen of ontmoedigen dat de gestrafte wederom in de fout gaat. Bv. het opleggen van
voorwaardelijke straffen.
Generale preventie: anderen dan de gestrafte trekken lering uit het feit dat er voor het plegen van een strafbaar feit straf
opgelegd kan worden.
Het rechtsgebied wordt onderverdeeld in drie delen:
1. Materieel strafrecht: “Wat is een strafbaar feit”
Bepaalt welk gedrag niet toegestaan is en welke personen daarvoor kunnen worden gestraft. Andere algemene leerstukken:
uitsluiting van strafbaarheid en uitbreiding van strafbaarheid tot het materiële strafrecht.
Wetboek van Strafrecht (WbSr)
2. Formeel strafrecht: Strafprocesrecht of strafvordering
Bepaalt welke regels moeten worden gevolgd wanneer een norm van het materiële strafrecht (vermoedelijk) is overtreden.
Bv. bevoegdheden van de politie, de duur van de voorlopige hechtenis, de inhoud van dagvaardingen en het instellen van
hoger beroep.
Wetboek van Strafvordering (WbSv)
3. Sanctierecht:
De voorwaarden waaronder bepaalde straffen mogen worden opgelegd en ten uitvoer gelegd. Bv. de vraag of voor een
bepaald strafbaar feit een taakstraf mag worden opgelegd en welke voorwaarden de rechter precies mag stellen wanneer
hij een straf voorwaardelijk oplegt.
, Wetboek van Strafrecht (WbSr) en Wetboek van Strafvordering (WbSv)
Een onderwerp met een formeelstrafrechtelijk karakter in het Wetboek van Strafrecht is bijvoorbeeld ne bis in idem (art. 68 Sr)
Met ‘wetten in formele zin’ bedoelt men een wet die tot stand is gekomen in samenwerking tussen de regering en de Staten-
Generaal.
Met ‘wet in materiële zin’ bedoelt men aan te geven dat de betreffende wet, formeel of niet, algemene regels bevat die de
burgers binden.
De Grondwet: in 107 artikelen regels voor het opnemen van het strafrecht en het strafprocesrecht in wetboeken
Wetboeken: wetten waarin het algemene deel van het strafrecht en het strafprocesrecht is opgenomen.
Wetboeken ≠ wetbundels.
Commune strafrecht: het strafrecht dat in de wetboeken is opgenomen
Bijzondere strafwetten (Bv. Wet wapens en munitie en de Opiumwet) vormen samen het bijzondere strafrecht: strafbepalingen
die behoren tot het materiële strafrecht en bevoegdheden die behoren tot het formele strafrecht.
Een voorbeeld van een strafwet die niet formeel is, is de algemene plaatselijke verordening (APV) van een gemeente.
Wetboek van Strafrecht (WbSr)
Drie hoofstukonderdelen (boeken):
1. Algemene leerstukken van materieel strafrecht: strafuitsluitingsgronden en poging. Zijn van toepassing op alle
delicten in WbSr en in beginsel ook op die in de bijzondere strafwetten. Veel regels m.b.t. het sanctierecht en
enkele andere onderwerpen.
2.&3. Uitsluitend strafbepalingen (= omschrijvingen van gedrag dat strafbaar is) met daarbij een aanduiding van de
maximale straffen die mogen worden opgelegd.
2. Alleen misdrijven worden strafbaar gesteld
3. Bevat uitsluitend overtredingen
Wetboek van Strafvordering (WbSv)
Bestaat uit zes boeken, op chronologische volgorde van het strafproces:
1. ‘Algemeene bepalingen’: de belangrijkste bevoegdheden tijden het opsporingsonderzoek
2. ‘Strafvordering in eersten aanleg’: de vervolgingsbeslissing van de officier van justitie en de hele procedure voor
de berechting van een verdachte door de rechtbank. Eersten aanleg houdt in: de eerste keer dat een verdachte
door een gerecht wordt berecht
Boek 3 is gewijd aan rechtsmiddelen en Boek 6 aan de tenuitvoerlegging (Boeken 4 en 5 zijn nu overbodig)
Nummering van een artikelnummer: Bv. 6:2:10 Sv
Nummer van het boek, nummer van de afdeling, artikelnummer
Internationaal recht: recht tussen staten
Supranationaalrechtelijk: het gaat om regels die een internationale organisatie oplegt waar de lidstaten bij die organisatie zich
aan moeten houden.
Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM)
HOOFDSTUK 2
INLEIDING MATERIEEL STRAFRECHT
Het materiële strafrecht bepaalt welk gedrag strafbaar is.
De strafbepaling bestaat uit:
Delictsomschrijving welke ongewenste gedraging wil de wetgever strafbaar stellen
Kwalificatie-aanduiding hoe moet het gedrag in juridisch opzicht worden benoemd
Strafbedreiging welke soort straf mag er worden opgelegd en wat is hierbij het maximum
Hij die een geschrift dat bestemd is om tot bewijs van enig feit te dienen, valselijk opmaakt of vervalst, met het oogmerk om het als echt
en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken, wordt als schuldig aan valsheid in geschrift gestraft, met gevangenisstraf
van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vijfde categorie. (artikel 225 lid 1 Sr)
, Een strafbaar feit in materieelstrafrechtelijke zin: een strafbaar feit is een menselijke gedraging die valt binnen de grenzen van
een wettelijke delictsomschrijving, die wederrechtelijk is en aan schuld te wijten. Hierin liggen vier componenten (het
vierlagenmodel):
1. menselijke gedraging (MG);
de gedraging moet verricht zijn door een mens
2. wettelijke delictsomschrijving (DO);
gedragingen zijn pas strafbaar als zij in de strafwet terug te vinden zijn, ofwel het legaliteitsbeginsel.
3. wederrechtelijkheid (W);
de gedraging in strijd met het recht (een voorwaarde voor strafbaarheid).
4. schuld (verwijtbaarheid (V));
Niemand mag gestraft worden zonder dat hij (een bepaalde mate van) schuld heeft.
Tenlastelegging: een processtuk waarin staat beschreven welke gedraging de verdachte, volgens de officier van justitie, zou
hebben verricht. Voor de feiten in de tenlastelegging moet de verdachte terechtstaan.
Kwalificeren: de bewezen verklaarde feitelijke gedraging uit de tenlastelegging juridisch benoemen.
Legaliteitsbeginsel: strafbepalingen moeten altijd in het geschreven recht terug te vinden zijn.
Alleen gedragingen verricht ná invoering van de strafbepaling zijn strafbaar. Dit wordt het verbod van terugwerkende kracht
genoemd.
Een rechter zal soms moeten uitmaken of het concrete gedrag van een verdachte onder een delictsomschrijving te brengen valt.
In moeilijk gevallen zal hij de wet moeten interpreteren. Er zijn een aantal methoden voor het interpreteren van wetstermen
(vaak gecombineerd):
wetshistorische interpretatie. Om te kunnen bepalen wat de inhoud is van een wetsbepaling, wordt gekeken naar de
totstandkomingsgeschiedenis van de bepaling in kwestie (Bv. Kamerstukken)
grammaticale interpretatie. De inhoud van de wet wordt bepaald aan de hand van de taalkundige betekenis van de
woorden in de desbetreffende bepaling. Ook wordt gelet op het zinsverband.
systematische interpretatie. De wet wordt uitgelegd aan de hand van de systematiek van de wet.
teleologische interpretatie. Bij het bepalen van de inhoud van de wetsterm wordt gekeken naar het doel van de
wet(gever).
Definitie van een strafbaar feit: een menselijke gedraging die valt binnen de grenzen van een wettelijke delictsomschrijving, die
wederrechtelijk is en die verwijtbaar is.
Wederrechtelijkheid en verwijtbaarheid zijn hierin elementen. De onderdelen van de delictsomschrijving noemt men de
bestanddelen.
Elementen vs. bestanddelen bestanddelen zijn te vinden in de wettekst, terwijl elementen de niet in de wet opgenomen
voorwaarden voor strafbaarheid zijn:
Belangrijk is dat de officier van justitie alle bestanddelen in de tenlastelegging opneemt. Wanneer hij een bestanddeel vergeet,
heeft hij een feit ten laste gelegd dat niet kan worden gekwalificeerd en wordt de verdachte ontslagen van alle
rechtsvervolging.
Bij alle delicten waarbij wederrechtelijkheid in de delictsomschrijving voorkomt, is de wederrechtelijkheid geen element maar
een bestanddeel.
Strafbare feiten zijn onder te verdelen in misdrijven en overtredingen. Dit is afhankelijk van de ernst van het strafbare feit:
misdrijven zijn over het algemeen ernstigere feiten dan overtredingen. Voor het Wetboek van Strafrecht geldt: misdrijven staan
opgesomd in het tweede boek en overtredingen in het derde boek. Het onderscheid tussen de twee is van belang voor:
Procesrechtelijke reden: de indeling naar misdrijven en overtredingen bepaald welk soort rechter bevoegd is om kennis te
nemen van de strafzaak (absolute competentie).
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller astridpronczuk. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.57. You're not tied to anything after your purchase.