1. DEFINITIE
Psychopathologie = “psychiatrie”
= wetenschap of studie van geestelijk of psychisch lijden
= ervaringswetenschap
2. PSYCHOPATHOLOGIE VS PSYCHIATRIE
Psychopathologie = kennis + intuïtie
Psychiatrie = kennis + kunde (praktijk)
Psychopathologie
beschrijving, ordening en (empirisch) onderzoek
zeer uiteenlopende invalshoeken
veel vakjargon, slordig gebruik
Psychopathologie Psychiatrie
Herkennen en ontleden van verschijnselen Patiënt/individu staat centraal op wie men
volgens niet individu gebonden regels en bepaalde wetenschappelijke kennis toepast
begrippen
Stoornis ≠ mens
Mens is subject en object van kennen
Een mens is meer dan zijn stoornis alleen, wat is zijn verleden, wat zijn de interesses?
3. GESCHIEDENIS = NIET KENNEN
Traditioneel Europese benadering Amerikaanse benadering
Vertrekken vanuit algemene psychische Vertrekken vanuit groep psychopathologische
processen om pathologische varianten te verschijnselen
analyseren
Oudheid
Hippocrates: melancholie = teveel aan levenssappen ( zwarte gal)
Cicero : melancholie = veroorzaakt door woede vrees en verdriet
1
,Tot 17e eeuw
gestoord gedrag werd godsdienstig /demonisch betekent (bezetenheid, straf God)
Na 17e eeuw
Natuurwetenschappelijke benadering (geestesziekte/krankzinnigheid)
Start van de medicalisering: gestoord gedrag als ziekte
19e eeuw
Geestesziekten nemen aparte plaats in ziekteleer ( nosologie)
- 1e classificatiesysteem : Kraepelin
Eeuwwisseling ( 19e-20e)
Met Freud psychopathologie in geesteswetenschappelijk kader
(psychodynamiek ligt aan basis van normale en afwijkende gedragingen)
Anti psychiatrie = tegen etiketteren
4. ABNORMAAL/ZIEK
= sprake van stoornis binnen psychopathologie (Wakefield 1992) als
1. “Abnormaal” verschijnsel (afwijkend van norm)
2. Als ongemak/lijden/bezorgdheid teweegbrengt bij iemand en/of omgeving (storend)
3. Gestoord gedrag: kenmerken vertoont; andere personen als gestoord zijn ervaren en
omwille van deze herkenbaarheid zijn te beschrijven en ordenen binnen begrippenkader van
psychopathologie
Alle 3 aanwezig zijn voordat je ‘abnormaal’ bent
4.1. M EDISCH MODEL
= systematiek van werkwijze
descriptieve diagnose:
beschrijving van voorkomen ongeacht de mogelijke verklaringen
etiologische en pathogenetische diagnose:
waar is het ontstaan (etio), wat heeft er voor gezorgd dat het ontstaan is (patho)
prognose: voorspellen hoe het gaat evolueren
therapie: behandelen
preventie: voorkomen
1. Proces van vaststelling, herkenning, onderscheiding en omschrijving van stoornissen
symptomen, syndromen, ziekten
2. Eindresultaat/conclusie van dit proces
, Orde in de chaos van waarnemingen
Categoriale classificatie
Dimensionele classificatie
Prototypische classificatie
Categoriale indeling!!!
duidelijk afgebakende klassen zonder overlap met alles of niets verschil
(cfr de ziekteleer binnen de geneeskunde)
Alles of niets; heel de foto groen, alles op de foto is water
- Psychiatrische syndromen (as I DSM IV)
Dimensionele classificatie
Psychische stoornissen zelden strikt af te bakenen – per kleur
Geen alles of niets, tshirt voor een groot deel groen maar niet helemaal
Prototypische classificatie
Opgesomde kenmerken – alle kledingstukken die bepaalde dingen gemeen hebben
Tot jaren ’70 verschillende classificatiesystemen gekleurd door ideeën over ontstaan van psychische
stoornissen Delen van wetenschappelijke kennis over psychopathologie werd hierdoor geremd
Ontwierp ordening van stoornissen die a-theoretisch is (niet gekoppeld aan verklaringsmodellen) en
steunend op heldere, ondubbelzinnig criteria
Men = APA American Psychiatric Association
7. DSM
Diagnostic and Statistical Manual
Gebaseerd op consensus van Amerikaanse psychiaters. Om 5 à 10 jaar: grote vergadering besloten of
diagnoses worden gewijzigd, of verwijderd, of dat nieuwe diagnoses worden toegevoegd
nieuwe versie van handboek
Vandaag DSM IV-TR / DSM 5
Meest gebruikt en sterkst verspreid handboek
Tegenhanger: ICD – 10
o International Classification of Diseases door Wereldgezondheidsorganisatie
Eigenschappen DSM 5
Louter beschrijvend
Niet langer categoriaal maar brug tss categoriaal en dimensionaal
Statistisch instrument ( vandaar codering via cijfers)
Opdelen van DSM in 3 delen:
Deel I: uitleg en instructies voor gebruik van DSM 5 en verantwoording
Deel II: beschrijving van 20 categorieën en stoornissen
Deel III: Nieuwe stoornissen die mogelijks meer onderzoek nodig hebben (lage validiteit)
Dimensionele maten voor ernst van symptomen voor 13 symptoomdomeinen
WHODAS en ICF (vroegere GAF)
3
, Meerassig ( 5)
Stoornissen onderverdeel in meerdere dimensies: bij DSM assen
Stellen van diagnose wordt per cliënt informatie verzameld op 5 assen:
As I: klinische syndromen, in bepaalde ernst en duur aanwezig moeten zijn.
As II: persoonlijkheidsstoornissen
As III: lichamelijke toestand
As IV: psychosociale problemen; negatieve levensgebeurtenissen, huisvestingsproblemen,
economische problemen, studie- of werkproblemen, problemen in gezin of familie
As V: globale beoordeling van het functioneren, functioneren op verschillende levensgebieden wordt
globaal beoordeeld met 1 cijfer. Hoe “gezonder” hoe meer punten ( 1-90)
Kritiek DSM
1. Weinig empirische ondersteuning ( resultaat van consensus onder grote groep psychiaters)
2. Categoriaal (mensen in vakjes steken)
3. Voor dagelijkse praktijk van diagnostiek en hulpverlening is DSM te eng. Vooral statistisch en
onderzoeksinstrument
4. Veel pagina’s, prijs
PowerPoint 2
DIAGNOSTIEK
Alternatief voor diagnostiek via DSM
Beschrijvende diagnostiek via beoordeling van psychische toestand
Systematisch inventariseren van psychologische varianten van psychisch functioneren
Begrippenkader
Amerikaanse benadering Traditioneel Europese benadering
Vertrekken vanuit groep psychopathologische Vertrekken vanuit algemene psychische
verschijnselen processen om pathologische varianten te
analyseren
Stoornissen in psychisch functioneren
Expressie en psychomotoriek
= Hangen allemaal samen, om makkelijk te kunnen leren worden ze losgekoppeld van elkaar
= Lichaamshouding, beweging, mimiek
Bewustzijn
= Wat we als eerste vaststellen als we iemand zien
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller student2806. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.84. You're not tied to anything after your purchase.