1
Structurele en contextuele dimensie van een organisatie/ organisatieontwerp
Structurele dimensie> kenmerken organisatie
Formalisatie> Hoeveelheid documentatie over gedrag en activiteiten (beleid)
Specialisatie> Mate waarin taken zijn opgesplitst in afzonderlijke werkzaamheden.
Gedragshierargie > Span of control, wie onder wie?
Centralisatie> Waar ligt de besluitvorming?
Profesionalisme> In hoeverre zijn de personeelsleden opgeleid?
Personeelsratio> Verdelen in afdelingen
Contextuele dimensie> Omschrijving organisatie( omgeving, omvang, technologie,
strategie, cultuur)
Organisatiebenaderingen en Organisatieparadigma (mechanisch systeem;
natuurlijk/organisch systeem)
systeem, externe omgeving, doelen
Mechanische structuren zijn formeel en star en veranderingsprocessen worden
door deze starheid bemoeilijkt
Organische structuren daarentegen, met een flexibele en innovatieve
organisatiestructuur, organisatieveranderingsprocessen vergemakkelijken.
2
Porters concurrentiestrategieën (afgezet tegen concurrentievoordeel en
concurrentiebereik)
Concurrentiestrategie porter
Porter afgezet tegen concurrentievoordeel en concurrentiebereik.
Lage kostenstrategie> Kostenvoorsprong op concurrentie
Concurrentievoordeel door nadruk op verhogen marge en product afzetten tegen
laagste prijs.
Differentiatiestrategie> belangrijk eigenschap aan het product toe voegen zorgt
ervoor dat mensen meer willen betalen.
Focusstrategie Concurreren in klein deel vd markt
- Betere kennis doelsegment waardoor op de behoefte van de klant kan worden
ingespeeld
Contingentiebenaderingen van effectiviteit
Effectiviteit> Mate waarin de organisatie haar doelen realiseert.
Efficienty> Hoe efficiënt worden deze doelen gebruikt?
Input>> throughput>> output
Doelbenadering> Bekijkt de output, welke doelen worden behaald? (cijfers)
Nadelen: Er moeten veel doelen bekeken worden om een beeld te krijgen & hoe kun je
meten of de doelen zijn bereikt?
Systeem midden benadering> Bekijkt de input( word gebruikt wanneer de output
moeilijk te meten is)
Indicatoren: Beschikken over onderhandelingen (Goedkopen grondstoffen in de buurt)
Intern procesbenadering> Throughput, Bekijkt de interne activiteiten (efficienty)
Indicatoren: teamgeest, bedrijfscultuur etc.
Stakeholders benadering> Kijken naar groepen mensen, bv: werknemers,
eigenaren, klanten, overheid etc. Indicatoren: Salaris, tevredenheid, naleving wetten
etc.
Gewogen benadering van effectiviteit (geïntegreerd model van concurrerende
waarden)
Concurrerende waarden benadering> Combinatie tussen verschillende
indicatoren
2 Dimensies: Focus & Structuur
Open systeem model
Extern, flexibel
Primaire doelen: Groei en verwerving middelen
Rationeel doel model
Extern, Stabiel
Primaire doelen: Productiviteit, winst, efficienty
Intern proces model
Intern, Stabiel
, Primaire doelen: Stabiele organisatie, ordelijke handhaving
Human Resource model
Extern, flexibel
Primaire doelen: Autonomie, moreel, ontplooiing werknemers
3
Soorten organisatiestructuren/ontwerpen en hun kenmerken (gezagsrelaties, groepering,
coördinatie verticaal en horizontaal), voorbeelden van organogrammen
Organisatiestructuur:
Ontwerp organisatiestructuur omvat 3 aspecten
- Werkactiviteiten
- Gezagsrelaties
- Groepering tot afdeling. Verschillende soorten:
Functionele groepering: Mensen met zelfde kennis/taken/werkprocessen (Afd
inkoop,Afd afvul etc)
Voordelen: Goedkoop (geen dubbele machines) Werkt vooral bij grote organisaties
Nadelen: Niet flexibel, weinig innovatie, groepjes in organisatie
Divisionele groepering: Mensen worden in een groep geplaatst door product ( appels,
peren)
Voordelen: Flexibel, duidelijke verantwoordelijkheid, decentralisatie
Nadelen: Bemoeilijkt integratie/standaardisatie/coördinatie van productielijn
Geografische groepering: Indelen naar land, provincie, werelddeel. Voor/nadelen
zelfde als divisie
F groepering: Zowel groeperen naar functie als product. (kruising hybride structuur &
Matrix structuur)
Horizontale groepering: Gegroepeerd op activiteit, onderdelenlevering, technische
ondersteuning etc.
Voordelen: Stimuleert flexibiliteit en kwaliteit, meer teamwork
Nadelen: Managers macht afstaan, vereiste trainingen om proces goed te laten verlopen.
Matrixstructuur: Als andere structuren niet lopen kan deze ingezet worden. Alle
managers hebben evenveel gezag en bevoegdheid in de organisatie
Voorwaarden:
- Te weinig ingenieurs voor elk project ( meerdere projecten per ingenieur)
- 2 soorten output
- Veel flexibiliteit door veranderlijke omgeving
Ontwerp in relatie met efficiëntie (verticaal) en leren (horizontaal)
Structuur wordt beïnvloed door leren en efficienty
- Cultuur
- Omvang
- Technologie
- Omgeving
- Strategie/doelen
Functionele Functioneel met Divisie Matrix Horizontale
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller SBRM123. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.80. You're not tied to anything after your purchase.