Gerontologie bestudeert de ouderenwetenschap, het ouder worden
- Biologische gerontologie
- Biomedische gerontologie
- Sociale gerontologie
- Psychogerontologie
Geriatrie legt zich toe op ouderen met meerdere lichamelijke aandoeningen tegelijk
- Psychogeriatrie richt zich op de psychische problematiek
Veroudering theorieën
Ontwikkelingstheorieën
- Geprogrammeerde-levensduurtheorie = beschouwt verandering als een
geprogrammeerde ontwikkeling, een natuurlijk vervolg op soortgelijke veranderingen
tijdens de kindertijd en puberteit
Degeneratietheorieën = hieronder vallen:
- Slijtagetheorie > weefsels/organen slijten en functie gaat achteruit
- Levenstempotheorie > snelheid van energieverbranding bepaalt de maximale
levensduur
- Fouten-catastrofetheorie > met veroudering ontstaat alsmaar meer fouten in eiwitten
- Vrijeradicalentheorie > er ontstaat op den duur verstoring in de balans tussen
endogene antioxidanten en reactieve zuurstofradicalen wat zorgt voor toenemende
schade in eiwitten en DNA
Psychische (emotionele) theorieën
- Controletheorieën = we bewerken de wereld door het stellen en nastreven van
bepaalde doelen
- Dynamische integratietheorie = een goede ontwikkeling vergt de dynamische
integratie en flexibele coördinatie van 2 fundamentele strategieën voor de regulatie
van emotie; optimalisatie en differentiatie
o Optimalisatie = het zodanig handelen dat de positieve emoties de negatieve
overheersen
Differentiatie = bewust gebruik van verworven cognitieve vaardigheden,
inzichten en herinneringen
- Socio-emotionele selectiviteitstheorie = levensprocessen (motivatie, doelen)
veranderen gedurende het ouder worden
Sociale theorieën
- Constructivisme = veroudering is de uitkomst van de betekenis die mensen aan oud
zijn geven
,Sterven/de stervende
- In de laatste levensdagen verliezen veel stervenden alle behoefte om te eten en te
drinken, spreken wordt moeilijk en kan zelfs verdwijnen
- Het huidgevoel is meeste het eerste zintuig dat afsterft > pijngewaarwording verdwijnt
- Het gezichtsvermogen wordt minder, ook doordat het hoornvlies van de ogen dof en
troebel wordt door het ontbreken van traanvocht
- Het gehoor blijft meestal het langst intact
- De verst van het hart gelegen lichaamsdelen (handen en voeten) en neus koelen snel
af doordat de circulatie slechter wordt
- De bloeddruk daalt en de hartslag wordt vlak voordat de dood intreedt snel en
onregelmatig
- De ademhaling verloopt traag, onregelmatig en moeizaam. In de luchtwegen hoopt
zich slijm op dat niet meer opgehoest kan worden, hierdoor ontstaat een reutelende
ademhaling
- De stervende kan geen goede houding aannemen doordat het spierweefsel verslapt
- De stervende verliest de controle over de kringspieren van de anus en blaas
- Facies hippocratica = optreden van een typische gelaatsuitdrukking en gelaatsvorm
(spitse, bleke en koele neuspunt, spitse kin, ingevallen slapen, koele oren, slappe
bewegingsloze lippen, slaphangende wangen die met de ademhaling meebewegen,
een bleke tot asgrauwe huidskleur en koud zweet op het voorhoofd)
- Wanneer de ademhaling van de stervende stopt, blijft het hart gewoonlijk nog even
kloppen. De dood treedt in door zuurstofgebrek in de hersenen
Overlijden/de overledene
- De dood is ingetreden wanneer alle voor het leven belangrijke functies zijn
uitgevallen: ademhaling, circulatie, hersenfuncties en reflexen
- Er treden een aantal verschijnselen op:
o De ogen zijn dof en troebel, de pupilreflex is verdwenen en een kwartier na de
dood neemt de oogboldruk af
o Lijkvlekken zijn bruine of paarse verkleuringen die na een kwartier/halfuur
optreden. Deze vlekken zijn het gevolg van ophopingen van het stilstaande en
deels gestolde bloed in de dieper gelegen weefsels
o Rigor mortis = lijkstijfheid. Dit treedt 2 tot 3 uur na de dood op. Het begint bij
het hoofd en is het gevolg van verstijving van de dwarsgestreepte spieren.
Verstijving komt doordat de actine- en myosinefilamenten in de spierfibrillen
blijvend in elkaar schuiven, dit is weer het gevolg van een te hoge
calciumconcentratie in de spiercellen. Deze te hoge concentratie ontstaat
doordat er geen zuurstof meer komt en het calcium niet meer wordt
weggevoerd. Na 8 tot 12 uur is het lichaam geheel verstijfd. De lijkstijfheid
verdwijnt weer na ongeveer 30 uur, wanneer de eiwitten gaan ontbinden.
o Ruim een etmaal na het intreden van de dood gaat het lichaam over tot
ontbinding. Dat wordt van binnenuit veroorzaakt door bacteriën die afkomstig
zijn uit het maag-darmkanaal. Tegelijkertijd komen er in de weefsels enzymen
vrij die autolyse (zelfvertering) van de cellen veroorzaken. Ook van buitenaf
dringen bacteriën binnen, nu niet langer gehinderd door de afweerbarrières
waarover het levende lichaam beschikte. Bij het ontbindingsproces treedt
gasvorming op, hierdoor zet de buik van de overledene op. Het lichaam
ontbindt weer in de stoffen waaruit het leven het destijds opbouwde
,Osteoporose
- Osteoporose is een skeletafwijking met afgenomen botmassa en een toegenomen
risico op spontane (niet-traumatische) fracturen
Oorzaken osteoporose
- Daling van de oestrogenen postmenopauzaal is de meest frequente risicofactor
o De productie van geslachtshormonen, die het skelet in de puberteit een
vrouwelijk vorm hebben gegeven, neemt dan sterk af
- Langdurig en systematisch gebruik van corticosteroïden
o Dit veroorzaakt versneld verlies van botmassa
- Gebrek aan beweging, te weinig calciuminname, tekort aan zonlicht, alcoholisme en
roken spelen ook een rol bij het ontstaan van osteoporose
Verschijnselen osteoporose
- Een vroeg teken van osteoporose is een iets verminderde lichaamslengte, maar een
paar centimeter krimpen kan ook als een normaal ouderdomsverschijnsel worden
gezien
- Klachten van osteoporose treden vaak pas op, als er al fracturen zijn ontstaan.
Meestal is er dan geen trauma geweest, er is dan sprake van spontane fracturen.
Deze spontane fracturen komen vaak voor bij de wervels, heupen en polsen
- Ingezakte wervels veroorzaakt lage rugpijn. Dit is een verschijnsel van osteoporose,
maar komt ook veel voor bij gezonde mensen
Onderzoek bij osteoporose
- De anamnese is gericht op risicofactoren en (pijn)klachten
- Bij lichamelijk onderzoek wordt onder meer gelet op fractuurtekenen (zwelling,
verkleuring, abnormale stand en asdrukpijn)
o Asdrukpijn is de pijn die ontstaat als er kracht wordt uitgeoefend in de richting
van de lengte-as van een bot
- Bloedonderzoek toont normale waarden van Ca++, fosfaat en parathormoon aan
- Als anamnese en lichamelijk onderzoek wijzen op een fractuur, kunnen
röntgenopnamen een botbreuk bevestigen. Gewone röntgenopnamen kunnen alleen
vergevorderde osteoporose en fracturen aantonen. Minder ernstig verlies van
botmassa kan wel vastgesteld worden met botdensitometrie, dit is een bepaling van
de botmassa, gewoonlijk gemeten in de wervel en heup met de DEXA-techniek
Behandeling van osteoporose
- De preventieve adviezen zijn: voldoende lichaamsbeweging, voldoende calcium,
regelmatig wat zonlicht, vallen voorkomen en stoppen met roken
- Medicatie is het meest effectief bij ernstige osteoporose. Bij lichtere vormen
verminderen geneesmiddelen het tot al lage aantal fracturen niet duidelijk
o Bisofosfonaten, zoals alendronine-zuur en risedronaat, remmen de
botresorptie door osteoclasten
o 1000mg calcium en 800mg calecalciferol dient dagelijks gebruikt te worden
o Denosumab remt de ontwikkeling van actieve osteoclasten
o Raloxifen heeft een stimulerend effect op de oestrogeenreceptoren van de
botten. Het blokkeert de oestrogeenreceptoren in borst en baarmoeder. Het
helpt vooral tegen postmenopauzale wervelfracturen en beschermt
waarschijnlijk tegen mammacarcinoom en endometriumcarcinoom
- Femurfracturen > operatief met een heuppen, dynamische heupschroef of kop-
halsprothese
- Polsfracturen > therapie met gips
- Wervelfracturen zijn moeilijk te fixeren. Dit wordt vaak behandeld waarbij cement in
de corpora wordt gespoten > percutaan osteoplastiek
, Reuma is een verzamelnaam voor pijnlijke, niet-traumatische aandoeningen van het
bewegingsapparaat.
4 reumatische afwijkingen zijn:
- Reumatoïde artritis (RA)
- Arthrosis deformans (artrose)
- Jicht
- Ziekte van Bechterew (spondylitis ankylopoëtica)
Reumatoïde artritis (RA)
- Meest frequente gewrichtsaandoening bij jongvolwassenen
- De ziekte komt driemaal zo vaak bij vrouwen voor als bij mannen
- Auto-immuunziekte
- Bij reumatoïde artritis zijn vooral metacarpophalangeale (MCP), proximale
interphalangeale (PIP) gewrichtjes en metatarsophalangeale (MTP) gewrichten
ontstoken
o Metacarpophalangeale gewrichten (MCP) = het gewricht tussen een
middenhandsbeentje en het basiskootje van de vinger
o Proximale interphalangeale (PIP) gewrichtjes = het gewricht tussen het
voorlaatste en basiskootje in de vingers/tenen
o Metatarsophalangeale gewrichten (MTP) = het gewricht tussen een
middenvoetsbeentje en het basiskootje van de teen
- Door de ontsteking treden er ontstekingsverschijnselen op. Bewegingsbeperkingen
van vingers en tenen kan uiteindelijk leiden tot contracturen
Oorzaak van reumatoïde artritis
- Bij reumatoïde artritis worden immuuncomplexen tegen synoviale membraan
gevormd door nog onbekende oorzaak. Dat roept een afweerreactie op van onder
meer granulocyten, die het gewricht beschadigd
Verschijnselen van reumatoïde artritis
- De diagnose wordt gesteld als de patiënt voldoet aan 4 van de 7 eisen:
o Ochtendstijfheid in of rondom de gewrichten, gedurende ten minste 1 uur
o Polyartritis = weke-delenzwelling van 2 of meer gewrichten in onderarm of
onderbeen
o Artritis van de hand of pols
o Symmetrische artritis = links en rechts (bijna) dezelfde gewrichten aangedaan
o Reuma noduli = subcutane knobbels bij benigne uitsteeksels of in de buurt
van een gewricht
o Reumafactor = aan te tonen met een test die bij minder dan 5% van de
gezonde controlepersonen een positieve uitslag geeft
o Erosies of peri-articulaire ontkalking van de handen op röntgenafbeeldingen
Erosies = ‘hapjes’ uit de gewrichtsoppervlakken
Onderzoek bij reumatoïde artritis
- Anamnese kan duidelijk maken dat de gewrichtsklachten chronisch zijn en dat een
trauma is uitgesloten
- Door palpatie en inspectie zijn ontstekingsverschijnselen te beoordelen
- Door bloedonderzoek kan een reumafactor (immuuncomplex) worden aangetoond.
Bij een actieve ontsteking is er gewoonlijk ook een verhoogd CRP, leukocytose en
BSE
- Röntgenafbeeldingen tonen vaak erosies en ontkalking rond de ontstoken gewrichten
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller fabiennnne. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.46. You're not tied to anything after your purchase.