Hoofdstuk 6: ontstaan en ontwikkeling van de zwangerschap
Anatomie en fysiologie van geslachtsorganen
Vrouw
De uitwendige geslachtsorganen van de vrouw worden samen vulva genoemd. De vulva bestaat uit
de clitoris, labia majora (grote schaamlippen), labia minora (kleine schaamlippen),
hymen(maagdenvlies) en mons veneris(schaamheuvel).
Het perineum(bekkenbodem) is het gebied tussen de uitwendige geslachtsorganen en de uitmonding
van de endeldarm(de anus).
De inwendige geslachtsorganen van de vrouw zijn de uterus(baarmoeder), tubae (eileiders),
ovaria(eierstokken), cervix(baarmoederhals), portio(baarmoedermond) en de vagina(schede).
Man
Bij het mannelijke geslachtsorganen behoren de testes(zaadballen), epididymes(bijballen), ductus
deferens(zaadleider), urethra(plasbuis), vasicula seminalis(zaadblaas), prostaat(voorstandsklier),
scrotum en penis.
Het ontstaan van de zwangerschap
De zaadcel
De productie van het mannelijke zaad (sperma) vindt plaats in de zaadballen. Dit gebeurt onder het
hormoon testosteron, dat in de zaadballen wordt gevormd. De zaadcellen verlaten het lichaam
tijdens een ejaculatie(zaadlozing).
De eicel
Bij de geboorte van een vrouw bevinden zich in de eierstokken reeds voorlopers van de latere
eicellen, de follikels.
Negatieve terugkoppeling
Een negatieve terugkoppeling remt de hormoonproductie.
Dus progesteron tegen FSH.
Positieve terugkoppeling
Een positieve terugkoppeling stimuleert de
hormoonproductie. Dus de aanmaak van LH, die de aanmaak
van oestrogeen bevorderd, die dan weer de LH bevorderd.
1
, Menstruatiecyclus
De menstruatiecyclus bestaat uit twee
onderdelen: de ovulatie(eisprong) en de
menstruatie. De dag waarop de menstruatie
begint, is het begin van de cyclus. De hypofyse
maakt in de eerste twaalf dagen FSH en LH. FSH
is het follikelstimulerend hormoon en zorgt voor
de groei van het follikel in de eierstokken. Het
groeiende follikel produceert het hormoon
oestrogeen. Dit hormoon zorgt ervoor dat het
baarmoederslijmvlies dikker wordt en zich
klaarmaakt voor een bevruchte eicel.
Oestrogeen zorgt ervoor dat de hypofyse meer
LH gaat aanmaken. LH is luteïniserend hormoon,
zorgt ervoor dat er een ovulatie ontstaat rond
dag veertien. Bij de eisprong barst de follikel
open en gaat de eicel naar de eileider. Het
follikel blijft in de eierstok en veranderd onder invloed van het LH in het gele lichaam. Dit gele
lichaam gaat onder invloed van LH meer oestrogeen en progesteron produceren. Progesteron zorgt
ervoor dat het baarmoederslijmvlies meer groeit en het remt de hypofyse met de afgifte van FSH en
LH.
Zonder bevruchting verschrompeld het gele lichaam naar elf dagen en daalt de productie van
progesteron. Hierdoor te weinig hormonen om het dikke baarmoederslijmvlies te behouden, de
menstruatie. De cyclus begint weer opnieuw met het aanmaken van LH en FSH, door de hypofyse.
Bevruchting
Na de ovulatie blijft de eicel zo’n halve dag in leven. Bij de zaadlozing van de man komen er
zaadcellen vrij die twee tot vijf dagen kunnen leven. Je bent vruchtbaar drie dagen voor de ovulatie
en een halve dag na de ovulatie. Als je bevrucht ben heet die conceptie. Het gehel lichaam blijft nog
twaalf tot vijftien dagen het hormoon progesteron afgeven, tot dat de placenta deze taak
overneemt. Het baarmoederslijmvlies blijft dik, en er treedt geen menstruatie op. Ook de afgifte van
FSH en LH wordt geremd. Tijdens de zwangerschap remt progesteron de afgifte van oxytocine en
prolactine.
De vrouw weet dat ze zwanger is als er een aantal zwangerschapsverschijnselen naar voren komen.
Je kan dan een test doen. De test is gebaseerd op de aanwezigheid van het hormoon HCG. Deze is
aanwezig in de urine en wordt afgegeven doorchorionvlokken, gedurende de eerste drie tot vier
maanden.
Geslacht van het kind
Een menselijke cel heeft 46 chromosomen. Er zijn 22 paren chromosomen en 1 paar
geslachtschromosomen. Een vrouw heeft XX en een man heeft XY. Het geslacht wordt bepaald door
de vader. 22 chromosomen en 1 geslachtschromosoom(gameten) komt van de moeder en de andere
van de vader. De 46 chromosomen splitsen doormiddel van meiose. Als de eicel en zaadcel samen
komen heet het een zygote cel. Dit is de bevruchte cel.
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller romyjanssen4. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.06. You're not tied to anything after your purchase.