Drie manieren om BBP te bepalen:
Productiebenadering: totale waarde van alle finale goederen en
diensten geproduceerd in een economie in een bepaalde tijdspanne.
Inkomensbenadering: totale waarde van inkomen verdiend door de
productie van alle finale goederen en diensten in een economie in een
bepaalde tijdspanne. Maakt onderscheid tussen kapitaal inkomen en
arbeidsinkomen.
Bestedingsbenadering: totale uitgaven voor de finale goederen en
diensten geproduceerd in een economie in een bepaalde tijdspanne.
(toegevoegde waarde benadering): toegevoegde waardes bij elkaar
optellen. Maakt geen onderscheid tussen kapitaal en arbeid.
Het gaat altijd om de waarde van de finale goederen en diensten, niet om
de waarde van de intermediaire goederen en diensten.
Intermediaire goederen en diensten = gebruikt om andere goederen en diensten
te produceren
Bij stijging van de voorraden is de uitgave voor de eigenaars van het
bedrijf. Dus als ze te veel produceren dan zijn de overige kosten voor het
bedrijf. Op deze manier is de BBP waarde hetzelfde voor alle drie de
benaderingen. Bijvoorbeeld: inkopen voor 100 auto’s, 99 worden verkocht.
Voor BBP wordt er gerekend alsof er 100 worden verkocht. In feite is de
prijs van de laatste voor het bedrijf.
Voorbeelden van economische productie die NIET in het BBP wordt
geïmputeerd: thuisproductie en zwarte markt
Nominaal BBP en reëel BBP
Het nominaal BBP (PY) in periode t is het BBP in periode t waarbij de
finale goederen en diensten gewaardeerd worden aan de hand van de
prijzen in periode t (de lopende prijzen).
Het reëel BBP (Y) in periode t is het BBP in periode t waarbij de finale
goederen en diensten gewaardeerd worden aan de hand van prijzen in een
bepaalde basisperiode.
Groeivoet = de percentuele verandering van het BBP tegenover het voorgaande
jaar
Chain-weighted reëel BBP
Groeivoet van het reëel BBP hangt af van de basisperiode
Vertekeningen als de basisperiode lang geleden is of ver in de toekomst
Berekenen door:
1. Neem periode t al basisperiode en bereken de groeivoet van het
reëel BBP tussen t en t +1
2. Neem periode t +1 als basisperiode en bereken opnieuw de
groeivoet van het reëel BBP tussen t en t +1
, 3. Het gemiddelde van beide groeivoeten is de chain-weighted
groeivoet van het reëel BBP tussen t en t +1
4. Stel het chain-weighted reëel BBP in een basisperiode T gelijk aan
het nominaal BBP in periode T
5. Gebruik chain-weighted groeivoeten van het reëel BBP om het
chain-weighted reëel BBP te berekenen in andere periodes (met
periode T als basisjaar)
Bestedingsbenadering
Private consumptie
o Duurzame en niet duurzame consumptiegoederen
o Diensten
Investeringen
o Vanwege gezinnen, bedrijven en de overheid
o Ook huizen
o Ook voorraden
o NIET beleggingen
Overheidsconsumptie
o NIET inkomenstransferten
Netto-export (handelsbalans)
Beschikbaar inkomen=BBP−( netto ) belastingen
¿ Y −T
Het BBP is hoog in Q4, laag in Q1, juli en augustus:
Sinterklaas, Kerstmis, Oud en Nieuw
Te koud => bouwsector valt deels stil
Zomervakantie
Daarom worden macro-economische statistieken vaak aangepast om seizoen
fluctuaties eruit te halen.
2. De inflatie
De inflatie is de groeivoet van een prijsindex: (prijsindex = gemiddelde van
prijzen)
Pt −P(t −1 )
π t=
P(t −1)
Δ Pt
¿
P(t−1)
volgens de BBP-deflator (of de impliciete prijsdeflator):
, nominaal BBP ∈ periode t
Pt =
reëel BBP∈ periode t
volgens de consumentenprijsindex (CPI)
prijs van een korf goederen en diensten∈ periode t
Pt =
prijs van dezelfde korf goederen en diensten∈basisperiode
Inflatie volgens BBP-deflator en CPI zijn sterk met elkaar gecorreleerd
CPI wordt direct beïnvloedt door import prijzen
BBP-deflator wordt slechts indirect beïnvloedt door importprijzen
Belangrijke basis formules:
z=x∗y x
z=
y
∆x
∗∆ y
∆z x ∆z ∆x ∆y
= = −
z y z x y
Laspeyres prijsindex
Gewichten van de prijzen blijven constant doorheen de tijd:
Σ i pi , t∗qi , 0
CPI t =
Σ i p i ,0∗qi ,0
Paasche prijsindex
Gewichten van de prijzen veranderen doorheen de tijd:
Σ i pi , t∗qi , t
CPI t =
Σ i p i ,0∗qi ,t
pi,t is de prijs van goed i in periode t
qi,t is de kwantiteit van goed i in periode t
0 is de basisperiode
3. De werkeloosheidsgraad
Bevolking op arbeidsleeftijd = beroepsbevolking (L) + restcategorie
Beroepsbevolking (L) = werkenden (E) + werklozen (U)
aantal werklozen(U )
Werkeloosheidsgraad (u) =
beroepsbevolking(L)
beroepsbevolking ( L)
Participatiegraad =
bevoling op arbeidsleeftijd
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lunapotic. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.28. You're not tied to anything after your purchase.