Assen en vlakken
Lichaam bestaat uit 3 vlakken het lichaam is 3-D. de vlakken
liggen niet altijd helemaal in het midden.
Frontaal = verdeeld lichaam tussen voor en achter
Sagittaal = verdeel lichaam tussen links en rechts. Altijd
van de zijkant.
Transversaal = verdeel lichaam in boven en onder.
Hier horen 3 assen bij:
Sagittaal = van voren naar achter
Transversaal = van de zijkant (salto/koprol)
Longitudinaal = van boven naar beneden (pirouette)
Ezelsbruggetje: FIETSSLOT
Lichaamszwaartepunt en steunvlak
Lichaam bestaat uit massa en meerdere zwaartepunten. Het lichaam
heeft één lichaamszwaartepunt. Als je bijvoorbeeld een salto
maakt, dan draai je om je lichaamszwaartepunt.
Lichaamszwaartepunt is afhankelijk van hoe de massa in je lichaam
is verdeeld.
Het steunvlak is de oppervlakte tussen je steunpunten.
Als je op je tenen staat, dan verplaatst het lichaamszwaartepunt
naar de rand van het steunvlak. Als je op beide voeten stevig staat,
dan zit je lichaamszwaartepunt in het midden. Als het
lichaamszwaartepunt over de rand komt van je steunvlak zul je
omvallen. Rennen en lopen is continu een balansverstoring waarbij
je je lichaamszwaartepunt steeds uit je steunvlak brengt waardoor
je jezelf weer moet opvangen.
Als je je massa omhoog brengt, gaat je lichaamszwaartepunt ook
omhoog. Er is niet meer massa bijgekomen, maar wel verder
weggebracht van je lichaamszwaartepunt.
Lichaamszwaartepunt kan buiten je lichaam zitten, bijvoorbeeld bij
een boogje of hoogspringen. Lichaamszwaartepunt gaat dan onder
de lat door.
Drijfvermogen is verschillend bij mannen en vrouwen. Vrouwen
kunnen beter drijven omdat het lichaamszwaartepunt lager ligt. Het meeste drijfvermogen bij een
man ligt bovenin het lichaam.
Zwaartepunt moet altijd boven het steunvlak.
, Afstand, snelheid en versnelling
Afstand (x) of (s) in meter s s is van het latijnse spatio
Snelheid (V) in meters per seconde m/s v is van het latijnse velocitas
Versnelling (a) in meters per seconde in het kwadraat m/s 2 a van het latijnse accelaratio
hoeveel ‘meters per seconde’ je per seconde sneller gaat
bij een positieve versnelling ga je steeds sneller, bij een negatieve versnelling ga je
afremmen
bij een contante versnelling blijf je sneller gaan
Eerste grafiek: versnelling = meer
afstand in dezelfde tijd exponentieel
Tweede grafiek: je snelheid wordt sneller
naarmate de tijd toeneemt lineair
Derde grafiek: de versnelling is constant
rechte lijn
Negatieve versnelling = afremmen
Snelheid kun je niet voelen, versnelling
wel.
BIM HOORCOLLEGE 2
Massa en zwaartekracht
Op aarde weeg je je lichaamsgewicht
Massa = het aantal kilogrammen (is iets anders dan gewicht en zwaartekracht). Op aarde wordt er
aan elke kilo getrokken met een bepaalde kracht (Force). Aan elke kilo wordt even hard getrokken
zwaartekracht. Bij zwaartekracht (N) spreek je over gewicht. Eén Newton is de kracht die nodig is om
1 kg 1 meter per seconde per seconde te laten versnellen.
Zwaartekracht = massa (kg) x g (m/s2)
G is hierbij 9,81 = valsnelheid
1 kg massa weegt op het aardoppervlak 9,81 Newton.
Massa is een natuurkundige grootheid die een eigenschap van materie, de hoeveelheid van een stof,
aanduidt. Massa wordt uitgedrukt in kilogram. Massa dient niet te worden verward met gewicht,
dat de aantrekking van een massa door de zwaartekracht is, en daardoor afhangt van de plaats van
een massa op een hemellichaam.
Traagheid
Traagheid (inertia) = weerstand tegen snelheidsverandering. Bijvoorbeeld een zware bal in beweging
brengen en omhoog gooien of laten stoppen. Iets wat veel massa heeft, is lastiger om te versnellen
of afremmen. Bij een shuttle run is het dus lastiger om telkens de massa af te remmen en weer te
gaan versnellen.
Traagheid is de kracht die nodig is om een voorwerp een versnelling mee te geven
Ieder voorwerp/lichaam dat een verandering van snelheid ondervindt is onderhevig aan
traagheid
Traagheid is afhankelijk van massa en versnelling.
Eerste wet van Newton
Er zijn 3 wetten van Newton en die gelden altijd.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sennebenen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.97. You're not tied to anything after your purchase.