100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Werkcolleges Locomotie $8.13   Add to cart

Class notes

Werkcolleges Locomotie

 3 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Alle Werkcolleges van het vak Locomotie uitgewerkt met een uitleg.

Preview 3 out of 25  pages

  • January 15, 2023
  • 25
  • 2021/2022
  • Class notes
  • C.f. wolschrijn
  • All classes
avatar-seller
LO werkcolleges

Werkcollege 1 Bewegen
Casus 1 Case report Canadian Veterinary Journal
Het betreft een Rottweiler reutje van 6 maanden oud, die wordt aangeboden vanwege een afwijkend
looppatroon. Bij onderzoek valt je op dat de pup hypermetrie van de voorpoten vertoont. Overigens
zijn er geen afwijkingen aangetroffen. Er wordt een röntgenfoto gemaakt van het halsgebied, waarbij
geen dens van de axis (tweede halswervel) wordt aangetroffen.
 Bespreek de vorming van de wervels in het algemeen.
Er zijn 3 cervicale en 1 occipitale somiet waaruit de atlas en axis vormen.
 Bespreek de vorming van de atlas en de axis,
De spieren van de nek hechten aan de axis. De atlas heeft geen lichaam, dit is de dens van de
axis. Het lichaam had aan de atlas moeten zitten, maar het zit nu aan de axis vast en wordt
het dens.
 Wat is de functie van de halswervels?
Stabilisatie van het hoofd.
 Wat is de functie van het atlanto-axiale gewricht?
Zorgt voor het buigen van denk.
 Waardoor worden de symptomen van de pup veroorzaakt?
Er is geen dens en de vleugels van de axis is niet goed gevormd. De zenuwen zijn ontstoken
en/of afgeklemd waardoor de UMP van de voorpoten niet goed werken en de pup
hypermetrie vertoont. Je ziet dit probleem vooral bij kleine honden, grotere dieren hebben
meer spieren, dus ze stabiliseren het makkelijker en vertonen zo minder symptomen.

Casus 2 Case report Journal of Veterinary Science
In dit case-report wordt een veulen beschreven met polydactylie aan de voorbenen. Er is
een kleinere, maar volledig ontwikkelde extra teen aanwezig (de tweede teen). De
schrijvers beschrijven de anatomie van de afwijkende teen en de toegepaste therapie.
 Bespreek de vorming van de ledematen in het algemeen, inclusief de determinatie van de
assen.
Er is axiaal mesoderm wat somieten gaat vormen, het scleratoom gaat wervels vormen, het
myotoom de spieren, het dermatoom de huid. Lateraal plaat mesoderm gaat het
apendiculaire skelet vormen, dit worden de poten. Lokaal ontstaat er een kern van
mesenchymale cellen, bedekt met ectoderm, door FGF10 expressie en afwezigheid van Wnt.
Er is een apicale, ectodermale riggel, het mesenchym gaat prolifereren, waardoor de poot in
lengte toeneemt. Doordat de [FGF10] afneemt, is er differentiatie van de distale delen.
Craniocaudaal is er onderscheiding door ZPA, induceert asymmetrie via Shh (duim zonder,
pink veel). Dorsoventraal is er onderscheid doordat Wnt dorsaal tot expressie komt.
 Bespreek de vorming van de vingers, zowel in aantal en vorm (1 t/m 5)
BMP zorgt voor reductie van de zwemvliezen tussen de vingers, bij paard blijft enkel de
derde vinger over, deze is volledig gewicht dragend.
 Bespreek hoe polydactylie bij het paard zou kunnen optreden.
Een vinger blijft aanwezig, bij de geboorte is deze niet zichtbaar, hij ontstaat in de eerste
weken. Het is zeldzaam bij het paard, etiologie is onbekend. Vaak ontstaan ze door een
genetische afwijking, bij kip en hond, in zeldzame gevallen komt het door externe factoren.

,  Er zijn ook katten beschreven met polydactylie met maximaal 28 tenen (normaal is 18).
Is het te verwachten dat hierbij dezelfde mechanistische achtergrond speelt?
Het is genetisch bij de katten, autosomaal enkelvoudig dominant erft het over, er zijn 2
vormen die voorkomen, pre- en postaxiaal (binnen- of buitenkant). Bij het paard is er een
overschot van AER, hierdoor wordt de binnenkant van de vinger wel gevormd. Bij de kat
helpt BMP voor het vormen van ruimte, bij katten kan het ook op de eerste en vijfde vinger
werken, waardoor je splitsing krijgt.

Casus 3 Poot in gips en plaat osteosynthese
Deze pup werd aangeboden na een aanrijding met een fiets. Via röntgenonderzoek stel je
vast dat de hond een mid-diafysaire fractuur heeft van de radius en de ulna. Aangezien de
botten keurig op elkaar liggen en het een gesloten fractuur betreft, besluit je tot
immobilisatie van de fractuur met een gipsbehandeling.
 Bespreek de vorming van een pijpbeen met zowel het primaire en secundaire ossificatie
centrum als de groeischijven.
Er is een kraakbeenmodel, vanuit de zijkant is er botgroei: endosomale botgroei. Er is
proliferatie en hypertrofie van het kraakbeen, door mineralisatie sterven de chondrocyten.
Vanaf de zijkanten groeien bloedvaten in, hier zitten osteoclasten en -blasten in. Er komen
secundaire ossificatiecentra in de epifyse, enkel kraakbeen in de groeischijf blijft bestaan.
Primair bot wordt secundair bot, dit heeft een iets andere structuur.
 Hoe vindt lengtegroei van een bot plaats?
Dit gaat via de groeischijven, deze ligt tussen de epi- en metafyse van het bot, het blijft
kraakbeen tot het dier uitgegroeid is. De kraakbeencellen gaan delen, deze duwen het
uiteinde van het bot naar buiten. De kraakbeencellen produceren ook matrix en worden
groter en rijpen, hypochondrische kraakbeencellen, deze produceren matrix, als ze dood zijn,
ossificeert het.
 Bespreek welke types bot we kunnen onderscheiden en hun respectievelijke functie in een
pijpbeen.
Er is spongiosa, dit zit in het midden, het bestaat uit beenbalkjes en beenmerg. Compacta is
lamellair bot, het is stevig, het zit aan de buitenkant bot.
 Bespreek waarom de diaphyse ter plaatse van de breuk waarschijnlijk hol is.
Pijpbeenderen vangen druk, buig- en rotatiekrachten op. Een holle buis is steviger dan een
massief bot van hetzelfde gewicht.
 Wat gebeurt er met het botweefsel direct naast de breuk tijdens de immobilisatie en
waarom? Wat adviseer je de eigenaar als je het gips verwijdert, nadat de breuk genezen is?
Niet te veel met de pup doen, want bot is levend weefsel, dus de breukplaats raakt verzwakt
door verminderd gebruik/minder druk erop. De grootste zorg is dat de groei van de botten
niet goed gaat, dus de lengtegroei kan verminderd zijn. De breuk zit middiafysair, dus er is
geen probleem met de groeischijf.

Casus 4 Zwemmertje
Hieronder zie je een foto van een zgn. zwemmertje. Dit is een pup die op het moment dat ze moet
gaan staan, dat niet goed kan om wat voor reden dan ook (te zwaar, genetisch, te gladde ondergrond
in nest). Met name de laterale plaatsing van voor- en achterpoten valt op en de locatie van thorax en
abdomen, die zich bijna op de grond bevinden. De peddelbeweging die de voorpootjes maken geven
de naam aan dit syndroom.

,  Bespreek de normale bouw van het schoudergewricht; welk type gewricht is het en hoe vindt
stabilisatie plaats (in welke richting).
Het schoudergewricht is een kogelgewricht. Stabilisatie vindt plaats via extrinsieke spieren en
collateraal banden, vooral de spieren.
 Waarom vindt deze vorm van stabilisatie niet plaats in het ellebooggewricht?
Het ellebooggewricht is niet ingebouwd door spieren, doordat het een scharniergewricht is
en er is beperkte beweging mogelijk.
 Leg uit hoe retractie van het voorbeen plaatsvindt: welke krachten spelen een rol, en wat
voor functie van retractiespieren zien we?
Normaalkracht omhoog, zwaartekracht omlaag, BRK (functie uit eerste 2), daar tegenover
afzetkracht, wrijvingskracht is horizontaal en retractiekracht is daar recht tegenover. De m.
trapezius en de m. omotransversus zorgt dat het lidmaat naar voren gaat, de m.
brachiocephalis zorgt dat de schouder of de hals gestrekt wordt. De m. latissimus torsi trekt
het lidmaat terug, het trekt de romp naar voren in stilstand of trekt schouder terug, de m.
pectoralis superficialis zorgt voor abductie van het lidmaat of zijwaarts verschuiven. De m.
rhombidius trekt dorsaal van het bot op, zodat het lidmaat omhoog gaat. De m. seratus
ventralis kan lidmaat naar voren of achter brengen en in stilstand de nek draaien. De m.
pectoralis profundus trekt de poot in, als de poot stilstand, dan trekt hij het lichaam over de
poot naar voren.
 Wat is de rol van de intrinsieke musculatuur op het ellebooggewricht tijdens retractie?
Zorgen dat het ellebooggewricht recht blijft en niet buigt, zodat de afzet zo groot mogelijk is.
 Bij dit hondje zijn er twee dingen niet in orde: de stand van het schoudergewricht en de vorm
van de thorax. Wat heeft de vorm van de thorax voor invloed op de locomotie?
Hoe het schouderblad ten opzichte van de romp kan bewegen, de afplatting van de romp
zorgt dat het schouderblad er goed langs kan bewegen. Doordat de romp horizontaal plat is,
staan de schouderbladen naar buiten, waardoor het dier niet kan lopen.

Werkcollege 2
Opdracht 1
Als kersverse pluimveedierenarts komt u op een bedrijf met 35.000 vleeskuikens van het merk Ross
308 van 24 dagen oud. De klacht is dat de dieren sinds 3 dagen te veel op de grond zitten.
Tijdens de stalinspectie ziet u dat alle kuikens aangedaan zijn en ong. 20% is ernstig aangedaan. U
treft vuile kuikens aan, die niet goed kunnen lopen en een steile stand van de hak hebben. De krop is
slecht tot matig gevuld. U kan geen aanwijzing van een respiratoir probleem vinden. De tonus van de
poten is iets verminderd en u hebt geen aanwijzingen voor artritis/zwellingen. Tot slot, de
voetzooltjes zijn intact, i.e. geen voetzoollaesies.
De kengetallen zien er als volgt uit:
Dag Lichaamsgewicht (g) Uitval Voer opname (g) Water opname (ml) Mest
16 634 8 74 111 gb
17 698 8 82 135 gb
18* 763 13 87 145 gb
19 815 17 94 157 gb
20 880 12 105 178 gb
21 940 15 89 151 gb

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rebecca81. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.13. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

79223 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.13
  • (0)
  Add to cart