Basic Statistics: Chapter 2- Exploring Data with Graphs and Numerical Summaries
Basic Statistics: Chapter 1- The Art and Science of Learning from Data
All for this textbook (5)
Written for
Universiteit van Amsterdam (UvA)
Pedagogische Wetenschappen
Beschrijvende statistiek (70110102AY)
All documents for this subject (40)
Seller
Follow
nisrinbouzia
Reviews received
Content preview
In dit onderzoek komende de volgende drie variabele naar voren geslacht, self-esteem scale
(RSES) en extraversion (BFI). Er is gekeken naar het verband tussen deze variabele met
behulp van het programma SPSS. Verschillende soorten stattistics komen aanbod om een
verband te zoeken tussen de variabele. Daarnaast zijn er verschillende meetniveaus te vinden
in het onderzoek, omdat er zowel categorische (ordinaal) en kwantitatieve (ratio) variabele
naar voren komen. Er is een steekproef getrokken van 316 participanten en de populatie
bestaat uit studenten.
De categorische variabele die gebruikt is voor het onderzoek is “geslacht” (1 = man, 2
= vrouw 2= anders). Een parameter is een grootheid die voor een bepaalde populatie staat.
De modus voor geslacht is 2, dit houdt in dat de meeste studenten vrouw zijn. Er is gebruikt
gemaakt van de modus, omdat de modus duidelijk weergeeft welk antwoordmogelijkheid het
vaakst gekozen is. Daarnaast is in figuur 1 te zien dat de vraag door 3 participanten niet is
ingevuld.
Een van de kwantitatieve variabele die gebruikt is voor het onderzoek is “self-esteem
scale” (RSES), dit gaat over hoe tevreden de studenten zijn met zichzelf. Er werden stellingen
laten zien en deze werden beantwoord met de volgende opties: 1 = helemaal mee oneens, 2 =
mee oneens 3 = mee eens, 4 = helemaal mee eens. Hieruit bleek dat de centrummaat mediaan
2.9000 is. Er is gekozen voor een mediaan omdat deze centrummaat niet extreem beïnvloed
wordt door uitschieters of niet-symmetrische verdelingen. Dit houdt in dat aan de hand van
de mediaan antwoordoptie 3 (mee eens) het best overeenkomt. Dat betekent dat de meeste
studenten tevreden zijn met zichzelf. Een hoge score (4) staat voor dat de participant het
volledig eens is met de stelling en de participant zichzelf terug kan vinden in de stelling. Een
lage score (1) staat voor dat de participant zich niet verwant voelt aan de stelling en het er niet
mee eens is. In figuur 3 is te zien dar een standaarddeviatie van 0.56040 is, er is een hoge
afwijking van het gemiddelde. In de boxplot (figuur 4) is ook te zien dat er 3 outliers zijn.
De laatste kwantitatieve variabele die gebruikt is voor het onderzoek is “extraversion
(BFI)”, dit gaat over hoe extravert de participant is. Hier beantwoordde de participanten
stelling aan de hand van 5 antwoordopties: 1 = helemaal mee oneens, 2 = beetje oneens, 3 =
niet eens, niet oneens, 4= beetje mee eens 5 = helemaal mee eens. De mediaan is 3.5000, hier
is ook voor de mediaan gekozen omdat deze centrummaat niet extreem beïnvloed wordt. Dit
laat zien dat de meeste participanten tussen de antwoordopties niet eens, niet oneens en beetje
mee eens zijn zitten. Hier geld een hoge score (5) dat de participant zich kan plaatsen in de
stelling en dat er sprake is van veel extraversie. Een lage score laat zien dat de participant zich
niet kan plaatsen in de stelling. Ook is er standaarddeviatie van 0.68399, dit laat zien dat de
variabel erg afwijken van het gemiddelde. Er zijn geen outliers.
, Samenhang tussen self-esteem scale en extraversion
In de scatterpot hierboven zijn de variabele extraversie en zelfwaarderingsschaal
weergegeven. Een scatterplot dient voor de inspectie ven de samenhang tussen twee
kwantitatieve variabelen. De variabele BFI_Extrav en RSES hebben een correlatie van 0.433
(zie figuur 6), dus is er een middelmatig/grote samenhang. Dus als de participanten hoog
scoren op RSES dan scoren zij ook hoog op BFI_extrav. Een correlatie is een vorm van
beschrijvende statistiek. In figuur 6 is te zien dat er twee sterretjes achter het
correlatiecoëfficiënt staan, dit geeft aan dat er sprake is van een curvilineair verband (Argesti
et al. 136).
Een betrouwbaarheidsinterval is een vorm is van toetsende statistiek, het geeft het
gebied van waarden aan, waarbij de werkelijke waarde in de populatie met een zekere graad
van waarschijnlijkheid ligt. In figuur 8 is te lezen dat SPSS aangeeft dat voor de variabele
RSES het betrouwbaarheidsinterval tussen de [2.8604;2.9844] ligt. Uit de handmatige
berekening (zie bijlage) komt een betrouwbaarheidsinterval tussen de [2.86066;2.98414]. Er
is een klein verschil te zien tussen het interval berekend door SPSS en de handmatige
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nisrinbouzia. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.10. You're not tied to anything after your purchase.