100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Toetsmatrijs Beroepssituatie 10 $6.44
Add to cart

Summary

Samenvatting Toetsmatrijs Beroepssituatie 10

 7 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Toetsmatrijs Beroepssituatie 10 uitgewerkt.

Preview 5 out of 57  pages

  • January 15, 2023
  • 57
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Opleiding HBO-verpleegkunde Code toets:
(bachelor of nursing)
Studiejaar: 2e jaar Toetsvorm: Mc toets met 4
antwoordmogelijkheden
Periode: 12 Aantal MC vragen: 66 vragen
Onderwijseenheid: Beroepssituatie 9&10 Normering/cesuur: Cohen Schotanus
Osiriscode: VBS9&10-17 Toetsmatrijs opgesteld Janneke de Bruin & Dick Wassink
door:
Cohort: 2017-2018 Datum: november 2017
Aantal EC 6 Revisiedatum: oktober 2018



Toetsdoelen beroepssituatie 10 Komt aan de orde
De student: in*:
1. Kan de anatomie en fysiologie van het voortplantingsstelsel uitleggen, inclusief de MB/BS10
zaadcel- en eicelontwikkeling.
2. Kan de menstruatiecyclus en hormonale/lichamelijke veranderingen tijdens de MB/BS10
menopauze en penopauze uitleggen
3. Kan voorlichting geven over vormen van anticonceptie en ongewenste oorzaken van MB/BS10
verminderde vruchtbaarheid en mogelijke behandelingen benoemen.
4. Kan de prenatale ontwikkeling en hormonale/lichamelijke veranderingen bij de MB/BS10
zwangere beschrijven
5. Kan uitleggen welke en op welke wijze teratogene factoren van invloed kunnen zijn op MB/BS10
de zwangerschap en kan afwijkende diagnostiek in het tweede en derde trimester
relateren aan gezondheidsproblemen
6. Kan de definitie, risicofactoren, symptomen, onderzoeken, behandeling en complicaties MB/BS10
van zwangerschapshypertensie, pre-eclampsie en het HELLP-syndroom uitleggen
7. Kan de risico’s en fasen/werkwijze van een natuurlijke bevalling en keizersnede MB/BS10
uitleggen
8. Kan benoemen wanneer er sprake is van prematuriteit/serotiniteit en welke risico’s MB/BS10
hierbij kunnen ontstaan.
9. Kan beschrijven hoe een pasgeborene wordt opgevangen en hierbij de Apgar-score MB/BS10
toepassen
10. Kan de verschillen in anatomie en fysiologie tussen een volwassene, kind en neonaat MB/BS10
beschrijven en kan hierbij de mictie, defecatie en voeding (+ supplementen) van een
neonaat benoemen.
11. Heeft inzicht in de kwetsbaarheden van neonaten en kinderen wat betreft de MB/BS10
temperatuurregulatie, vochthuishouding en ademhaling
12. Kan van koorts, uitdroging en luchtweginfecties bij jonge kinderen de definitie, MB/BS10
risicofactoren, symptomen, diagnostiek en behandeling uitleggen
13. Kan uitleggen wat een overdracht volgens de SBAR methodiek is BS 10, VV
14. Kan uitleggen wat een overdracht volgens de SOAP methodiek is. BS 10, VV
15. Kan het belang van een gestructureerde overdracht uitleggen BS 10, VV
16. Kan uitleggen uit welke fasen het slecht nieuwsgesprek bestaat en hier voorbeelden BS 10, COVA
van geven.
17. Kan de rol van de verpleegkundige benoemen rondom de (multidisciplinaire) zorg BS 10, TH
voor een zwangere vrouw, de pasgeborene en hun omgeving

,18. Kent de belangrijkste kenmerken van de ontwikkelingspsychologie van het jonge kind BS 10, TH
19. Kan de taken en het werkveld van een jeugdverpleegkundige (0-4 jaar) uitleggen, BS 10, TH
inclusief het begeleiden van ouders en aandachtspunten in de omgang met hen
20. Kan benoemen hoe de zes-stappen-methodiek van ProActive Nursing zich verhoudt BS 10, TH
tot het verpleegkundig proces volgens NANDA NIC NOC
21. Kan voor een beschreven patiëntsituatie passende redeneerhulp(en) selecteren en BS 10, TH
deze gebruiken bij de verschillende fasen van het verpleegkundig proces
22. Kan de zes-stappen-methodiek van Proactive Nursing toepassen in een beschreven BS 10, TH
patiëntsituatie
23. Kan de gemaakte keuzes in elk van de zes stappen van Proactive Nursing toelichten en BS 10, TH
onderbouwen
24. Kent de factoren die complexe zorg bepalen en beïnvloeden (case complexity en BS 10, TH
patiënt complexity)
25. Kent de deskundigheidsniveaus en functie-inhouden van verpleegkundige en BS 10, TH
zorgverlenende beroepen
26. Maakt een juiste inschatting van de complexiteit van zorg en wijst deze toe aan BS 10, TH
zorgverleners met het juiste deskundigheidsniveau
27. Kan voorbeelden benoemen van hoe coördinatie op afdelingsniveau is georganiseerd. BS 10, TH
28. Kan de principes van het veiligheidsmanagementsysteem uitleggen (VMS) en hierbij BS 10, TH
voorbeelden geven van problemen rondom patiëntveiligheid
29. Kan bijdragen aan de kwaliteitszorg op mesoniveau, waarbij relevante BS 10, TH
meetinstrumenten, methoden en modellen voor het verbeteren, borgen en monitoren
kunnen worden uitgelegd
30. Kan de verschillende aspecten van de kwaliteitskringloop beschrijven BS10, TH

, 1. Kan de anatomie en fysiologie van het voortplantingsstelsel uitleggen, inclusief de
zaadcel- en eicelontwikkeling.
Onderdelen voortplantingsstelsel:
- Geslachtsklieren (gonaden)
- Kanalen/buizen
- Accessoire klieren en organen
- Externe geslachtsorganen -> wat zie je van buiten?

Primaire geslachtskenmerken -> vanaf de geboorte al aanwezig
Secundaire geslachtskenmerken -> ontwikkelen tijdens de puberteit
- Geslachtshormonen worden gemaakt in gonaden.

Mannelijke geslachtskenmerken
Primaire geslachtskenmerken
- Testes -> zaadballen
- Scrotum -> balzak
- Epididymes -> bijballen
- Ductus deferen(te)s-> zaadleiders
- Prostaat -> voorstanderklier
- Penis

Mannelijke genitalia
Zaadbal: hierin zitten de testiskanaaljtes en hierin worden de zaadcellen gemaakt. Hierin wordt
ook testosteron gemaakt. Dit is het mannelijke geslachtshormoon. Dit wordt gemaakt in de
interstitiële cellen.
Bijbal (epididymis): hier wordt het opgeslagen om de zaadcellen verder uit te laten rijpen. Na 2
weken gaat het door naar de zaadleiders.
Balzak (scrotum): temperatuur bewaren van de zaadcellen. Hier is het 35 graden.
Zaadblaasjes (vesicula seminalis): liggen in de buurt van de zaadleider en prostaat. 60% van het
sperma bestaat uit zaadblaasjesvocht. Dit vocht bestaat uit fructose, prostaglandinen, fibrinogeen
en dit is basisch. In de zaadblaasjes wordt dit vocht geproduceerd.
- Fructose -> energie, worden afgebroken door spermacellen.
- Prostaglandinen -> contractie van de zaadkanaaltjes laten samentrekken.
- Fibrinogeen -> in de vagina samenklonteren bij bevruchting.
Zaadleiders (ductus deferens): verenigd zich met het ejaculatiekanaal.
Prostaat (prostata):
- Prostaatvocht
- Seminaal plasmine -> zorgt ervoor dat de urinebuis schoon blijft.
Urinebuis (urethra): hier komt het sperma naar buiten
Klieren van Cowper (glandulae bulbo-urethrales):
- Geven een dik, kleverig, basisch slijm af dat het urineuur in de urethra neutraliseert en de
glans penis smeert.
Penis:
- Wortel
- Drie zwellichamen
- Eikel – glans penis

,Secundaire geslachtskenmerken man
De testes en penis wordt groter in de puberteit en eigenlijk gaan de primaire geslachtskenmerken
uitgroeien.
- Volgroeiing van testes en penis
- Stemverlaging
- Beharing
- Grotere spier- en botontwikkeling dan bij de vrouw.




Erfelijk materiaal
Chromosoom:
- Drager van erfelijk materiaal (DNA) van een organisme
- 23 chromosomen paren
- Diploïd -> van alle zijn er twee
- Geslachtscellen zijn haploïd
Geslachtscellen = gameten
Primaire geslachtscellen zijn diploïd
Na de speciale deling/bevruchting zijn ze haploïd

Spermatozoa
Celkern – chromosomen
Acrosoom (kop) – enzymen
Mitochrondriën -> energie voor de beweging
Staart -> voor de beweging.

Spermatogenese
Dit gebeurd allemaal in de teelballen (Testes). Specifiek in de testeskanaaltjes. Daar worden de
spermacellen gevormd. Via andere kanaaltjes worden ze verplaatst naar de bijballen. Je begint
met mitose. Daarna gaan ze in de meiose. Dit levert een secundaire spermatocyt op en uit
eindelijk weer gaat delen naar 4 spermatiden. Deze zijn haploïd.
Dit alles duurt 9 weken.
Spermatogonia (Stamcellen) in testiskanaaltjes
- Mitose gedurende gehele leven
o Primaire spermatocyten (diploïd)
- Meiose vanaf puberteit
o Deling tot spermatiden
- Spermiogenese
Ontwikkeling spermatiden tot spermatozoa (spermacellen).

, 3 stappen spermatogenese:
1. Mitose: deling van de spermatogonia (stamcellen). Deze bevinden zich in de buitenste
cellaag van de testeskanaaltjes. De dochtercellen die ontstaan zijn spermatocyten die zich
weer voorbereiden op de meisose. Deze cellen zijn diploïd.
2. Meiose: Hier worden gameten (geslachtscellen) gevormd. Die hebben half zo veel
chromosomen hebben. Uit de meiotische delingen van spermatocyten worden onrijpe
spermatiden gevormd. Deze cellen zijn haploïd
3. Spermiogenese: bij spermiogenese differeentiëren de kleine, relatief ongespecialiseerde
spermatiden zich tot fysiek rijpe spermatozoë, die de vloeistof in de holten van de
testiskanaaltjes binnengaan.


Hormonale beïnvloeding
Hypothalamus:
- Gonadotrope releasing hormonen -> komt van de gonaden en tropinen zijn stimulerende
hormonen die een ander orgaan aan het werk zetten. In dit geval is het de
adenohypofyse. Het gevolg hiervan is dat de geslachtsorganen aan en geslachtshormonen
aanmaken. Zoals testosteron of oestrogeen.
Adenohypofyse: hypofysevoorkwab.
- Follikelstimulerend hormoon (FSH)
- Luteïniserend hormoon (LF/ICSH)
Geslachtsorganen:
- Vorming van geslachtshormonen
Continue proces
LH -> afgifte testosteron door interstitiële cellen van de testes
FSH + testosteron -> spermatogenese en spermiogenese

Vrouwelijke geslachtskenmerken
Primaire geslachtskenmerken vrouw
- Ovaria = eierstokken

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller manonvdkamp. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.44. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

50064 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.44
  • (0)
Add to cart
Added