100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting celbiologie 10306 $5.88
Add to cart

Summary

Samenvatting celbiologie 10306

 2 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Volledige samenvatting celbiologie 10306

Preview 4 out of 31  pages

  • January 15, 2023
  • 31
  • 2019/2020
  • Summary
avatar-seller
Lecture 1
Microscoop
 Uitvinder, Jannsen (lens), Leeuwenhoek (enkellens), Robert Hooke (meerdere lenzen)
 Hooke en van Leeuwenhoek zijn belangrijk geweest bij ontdekking van cellen
o Hooke - kurkcellen
o Leeuwenhoek - bacterien
 Resolutie, oplossend vermogen, kortste afstand waarbij je twee punten kunt waarnemen als
twee individuele punten
o Des te kleiner, des te gunstiger
o Bepaling:




 Labda, golflengte van het licht, wit licht = 550 nanometer
 N, brekingsindex van medium tussen lens en dekglas, lucht = 1, olie = 1.5
 A, halve openingshoek van lichtbundel die door de lens heen valt




o Staat vaak op de objectieven, na, n sin a
 D = 0.61labda/N.A.
 Wij gebruiken alleen maar droge lenzen, dus lucht
o Beste resolutie is 200 nanometer, vergroting van 1000x is beste vergroting die je kunt
krijgen met een lichtmicroscoop
 Voor beter beeld creëer je contrast in de cel dmv kleurstoffen
o Kan alleen niet bij nog levende cellen met histologische kleurstoffen
 Lichtbreking kan beeld nog beter maken
 Fluorisentiemicroscoop, een fluorofoor (fluoriscent eiwit) absorbeert fotonen van een
specifieke kleur (excitatie) en produceert fotonen met een hogere golflengte/minder energie
(emissie)
o Straalt licht uit van een lagere golflengte waarmee ze worden aangestraald
o Door filters worden deze twee golflengtes gescheiden en kan je alleen het terug
gestraalde licht bekijken
 Voor meer detail transmissie elektronenmicroscoop:
o Geen licht maar elektronenbundel, hele kleine golflengte
 Wordt geleid door magneten en vind plaats in vacuüm, celdood
o Zware metalen voor contrast
 Lichtmicroscopie kan dynamische processen weergeven

,Preperatietechnieken
Doel Uitvoering

Fixatie en Cellen en weefsels zo preparen dat ze onder Dun snijden en snel invriezen
inbeddingstechnieken een microscoop te bekijken zijn. Structuur
van het object behouden. Fixatie -
preserveren met reactief chemisch
materiaal. Daarna dehydratie. Inbedding - in
een wax en daarna snijden in dunne
plakkjes.
Licht - bevriezen
EM - chemisch fixeren
(osmiumtetroxide)

Contrasteringstechnieke Cellen en weefsels kleuren zodat de Preperaat met kleurstof
n contrasten tussen cellen en achtergrond druppelen
goed te zien zijn Preperaat snel bevriezen en
Licht - kleurstof breken, aanbrengen platina
EM - zware metalen en koolstof en daarna de cel
Openbreken van het membraan oplossen
tussen de fosfolipiden om zo P - plasmatische kant
grote eiwitmoleculen in het E - extracellulaire kant
membraan zichtbaar te maken. F - fractuur (kapot)
Bij de meeste cellen heeft de PF S - surface (heel)
meer partikels dan de EF.

Localisatietechnieken Marken van bepaalde organellen/delen van Preperaat met fluoriserende
cellen om te kunnen zien waar in de cel ze stoffen kleuren
zich bevinden



Cell-theorie
 Alle levende organismen bestaan uit 1 of meer cellen
o Bouwstenen van organismen
o Kunnen niet spontaan ontstaan
 Cellen hebben diverse vormen en functies
o Elke cel bevat erfelijke informatie in de vorm van DNA, bevatten allemaal dezelfde vorm
code
 Wordt getranscribeerd tot RNA en dit wordt vertaald naar eiwitten
 Prokaryoot:
o Cel zonder celkern, cirkelvorming DNA in cytoplasma
 DNA ligt in de nucleoïde

, o Bevatten een celwand! Anders in samenstelling dan die van planten
o Eiwitsynthese vindt plaats door ribosomen in het cytosol, op dezelfde plek als DNA,
weinig organisatie
 Snelle eiwitvorming
o Hebben vaak een flagel, voortbeweging van de cel
o Cyanobacterien:
 Prokaryoten die fotosynthetisch actief zijn
 Hebben gezorgd voor ozonvorming, verhoging zuurstof
 Voorlopers van chloroplasten/plastiden
 Eukaryoot:
o Schimmels
o Planten
o Dieren
o Celkern en andere membraan omgeven organellen
o Alles buiten de kern en binnen het plasmamembraan is cytoplasma
 Zonder membraanomgeven organellen cytosol
 Bevat het cytoskelet wat verantwoordelijk is voor beweging van en in de cel
o Organellen zorgen voor hogere efficiëntie, specialisatie en het isoleren van processen die
schadelijk kunnen zijn voor de cel
o Celkern:
 Omgeven door twee membranen, buitenmembraan en binnenmembraan,
kernenvelop
 Ruimte ertussen is de perinucleleaire ruimte
 Daarin kernporien
 Selectieve export en import van eiwitten en mRNA
 Membraan loopt door in membraan van ER
 DNA
 Prokaryote cel waarbij plasma is gaan instulpen
 Eiwitten (histonen) verpakken DNA
 Lichtere gebieden, minder sterk opgevouwen, euchromatine, kan
getranscribeerd worden
 Donkere gebieden, heterochromatine, sterk gecondenseerd
 Dichtheid van het DNA is een indicatie van de activiteit
 Nucleolus, kernlichaampje, wordt ribosomaal RNA gemaakt, bouwstenen van
ribosomen (grote en kleine subunit)
 Wordt hier ook gecombineerd met eiwitten tot pre-ribosomen, deze
verlaten de kern en vormen daar ribosomen
o Endoplasmatisch reticulum
 Ruw, zitten ribosomen op (RER)
 Aanhechtingsplaats voor ribosomen
 Eiwitvouwing en modificatie
 Opslagplaats voor calciumionen
 Smooth ER, SER
 Synthese van fosfolipiden
 Synthese van steroidhormonen
o Golgi apparaat:
 Plantencellen hebben er vaak heel veel, dierencellen vaak maar een
 Lumen, lege ruimtes tussen de membranen
 Platte zakjes zijn de cisternen
 Herkenning, sortering en modificatie van eiwitten

,  Transport naar andere organellen, het plasmamembraan en de
extracellulaire ruimte
 Groeit aan de Cis kant, deze cisternea verschuiven hierna langzaam naar de trans
kant




o Mitochondrium:
 Rond of langwerpig
 Sterk geplooid membranen waar enzymen op zitten, ATP syntases
 Door sterke plooiing, cristae, groot oppervlak
 Enzymen zorgen voor oxidatieve fosforylering
 Lege ruimte is het matrix
 Hoge concentratie enzymen
 Tussen de twee membranen zitten enzymen die betrokken zijn bij apoptose en de
fosforylering van andere nucleotiden
 Oxideren van voedselmoleculen en produceren daarbij ATP
 Cellulaire respiratie, het consumeren van zuurstof en vrijgeven van
koolstofdioxiden
 Bevatten eigen DNA en ribosomen
 Opname van prokaryote cel in eukaryote cel
 Kunnen hun locatie, vorm en aantal veranderen naar de energiebehoefte van de cel
 Zitten vaak op plekken waar veel ATP nodig is
 Ze vormen vaak een netwerk door fusie met elkaar
o Lysosomen
 Bevatten hydrolitische enzymen om onderdelen in de cel af te breken
 Bij plantencellen gebeurd dit in de vacuole
 Worden gevormd uit late endosomen
 Endosomen bevatten moleculen die door endocytose vesikels zijn
aangeleverd
 Dienen als sorteercentrum voor moleculen die zijn opgenomen uit de
extracellulaire ruimte
o Peroxisomen
 Spelen belangrijke rol bij afbraak van lange vetzuurketens en het ontschadelijk
maken van gifstoffen
 Hierbij ontstaat waterstofperoxide (giftig), dit wordt weer afgebroken door
speciale enzymen
 Plantencellen:
o Plastiden
 Kunnen in elkaar overgaan
 Tussen chloroplast en amyloplast = chloroamyloplast, zetmeel en thylakoid

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller maritvh. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.88. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.88
  • (0)
Add to cart
Added