De samenvatting bevat niet alle hoofdstukken uit het studieboek. Echter, de samenvatting bevat wel de hoorcollege aantekeningen van dit curriculum (). Relevante (juridische) termen zijn vetgedrukt, zodat dit makkelijker onthouden is.
Inleiding
Het vermogensrecht bestaat uit zowel het goederenrecht als het verbintenissenrecht. Het
goederenrecht is het rechtsgebied dat gaat over de rechtsrelatie tussen persoon en een
goed. Het verbintenissenrecht is het rechtsgebied dat de rechtsrelatie tussen personen
bestrijkt. Het vermogen bestaat uit iemands op geld waardeerbare rechten en plichten. Dit
omvat dus de activa en de passiva van een persoon.
Art. 3:1 BW bepaalt dat alle zaken en alle vermogensrechten onder goederen vallen. Zaken
zijn de voor menselijke beheersing vatbare stoffelijke objecten (art. 3:2 BW). Bij een zaak
hoeft er geen eigenaar te zijn. Een zaak zonder eigenaar wordt res nullius genoemd.
Vermogensrechten (art. 3:6 BW) vertegenwoordigen een economische waarde en zijn op
geld waardeerbaar. Ook het eigendomsrecht (art. 5:1 BW) is dus een vermogensrecht.
Bij zaken moet er een onderscheid gemaakt worden tussen roerende zaken en onroerende
zaken (art. 3:3 BW).
a. Onroerende zaken zijn zaken die met de grond verenigd en dus niet verplaatsbaar
zijn. Bijvoorbeeld de nog niet gewonnen delfstoffen, beplantingen en gebouwen;
b. Roerende zaken zijn zaken die niet met de grond verenigd en dus wel verplaatsbaar
zijn. Bijvoorbeeld auto’s en fietsen.
Registergoederen zijn goederen waarbij voor de overdracht of vestiging inschrijving in een
daartoe bestemd openbaar register (Kadaster) noodzakelijk is (art. 3:10 BW). Alle
onroerende zaken zijn registergoederen. Voor niet-registergoederen is zo’n inschrijving niet
noodzakelijk. Uitzondering: teboekstaande schepen en vliegtuigen zijn roerende zaken,
maar wel registergoederen.
Bestanddelen
Volgens art. 3:4 BW is een bestanddeel alles wat volgens verkeersopvatting deel uitmaakt
van een zaak. Met verkeersopvatting wordt het maatschappelijk verkeer bedoeld. Die
andere zaak wordt daarmee de hoofdzaak. Een hoofdzaak en een bestanddeel vormen in
juridisch opzicht één geheel.
Natrekking en zaaksvorming
Met natrekking wordt bedoeld dat een zaak zijn zelfstandigheid verliest doordat het een
bestanddeel wordt van een andere zaak. Zaaksvorming houdt in dat van meerdere
voorwerpen één voorwerp met een geheel nieuwe identiteit wordt gemaakt.
1
, Vruchten
Natuurlijke vruchten zijn zaken die volgens verkeersopvatting als vruchten van andere zaken
worden aangemerkt. Een natuurlijke vrucht wordt een zelfstandige zaak op het moment dat
deze wordt afgescheiden. Burgerlijke vruchten zijn rechten die volgens verkeersopvatting
als vruchten van goederen worden aangemerkt. Een burgerlijke vrucht wordt een zelfstandig
recht op het moment dat deze opeisbaar wordt, bijvoorbeeld rente of dividend.
Inboedel
Een inboedel is het geheel van tot huisraad en tot stoffering en meubilering van een woning
dienende roerende zaken, met uitzondering van boekerijen en verzamelingen van
voorwerpen van kunst, wetenschap of geschiedkundige aard (art. 3:5 BW). De inboedel
behoort niet tot een onroerende zaak.
Afhankelijke rechten
Rechten die niet afzonderlijk kunnen bestaan, maar in samenhang met andere rechten
bestaan, worden afhankelijke rechten genoemd (art. 3:7 BW). Afhankelijke rechten kunnen
niet worden overgedragen.
Goede trouw
Goede trouw wordt aangenomen wanneer iemand niet wist en niet hoefde te weten dat
feiten of het recht waarop zijn goede trouw betrekking heeft niet juist waren. Op het
moment de koper het goed niet vertrouwt, dan heeft de koper een onderzoeksplicht.
Eigendom en bezitter
De eigenaar van een zaak mag bijna alles doen met deze zaak. Als een persoon een goed
voor zichzelf houdt, is hij de bezitter van dat goed. De bezitter hoeft niet de eigenaar te zijn,
bijvoorbeeld een dief die een fiets steelt. De rechthebbende is de persoon die het meest
volledige recht op een goed heeft (alleen bij immateriële rechten en vorderingsrechten).
Verkrijging onder algemene of bijzondere titel (art. 3:80 BW)
Bij verkrijging onder algemene titel gaat een volledig vermogen (alle zaken, rechten en
schulden) van de ene persoon over op een andere persoon. Bij verkrijging onder bijzondere
titel gaat een bepaald goed of (bepaalde goederen) over van de ene persoon op de andere
persoon.
Verkrijging onder algemene titel Verkrijging onder bijzondere titel
Erfopvolging Overdacht
Boedelmenging Verjaring
Fusie Onteigening
Splitsing Natrekking
Toe-eigening
Vinderschap
Schatvinding
Vermenging
Zaaksvorming
Vruchttrekking
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller AnoniemeStudent010. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.32. You're not tied to anything after your purchase.