Hoofdstuk 6: Regenten en vorsten
§1 Een wereldeconomie
In de 16e en 17e eeuw kwam het handelskapitalisme door de handel in
luxeproducten waarbij personen geld investeerde in ondernemingen om
daarmee winst te maken.
Nederlanders gingen steeds meer overzees handelen waarna Amsterdam
uitgroeit tot de grooste stapelmarkt van Europa.
De belangrijkste handel, is de handel met het Oostzeegebied. Tarwe en hout
werden belangrijk voor de handel, door de handel gaat de republiek deelnemen
aan de wereldeconomie.
In 1602 werd de VOC opgericht, deze handelde met gebieden in Oost-Azië.
De VOC had monopolie; alleenrecht op de Nederlandse handel met Azië. Uit Azië
kwamen de belangrijkste handelsproducten (specerijen, zijde, porselein). Ook
verkocht de VOC aandelen waarmee mensen mede-eigenaar werden van het
bedrijf. Zo kreeg de VOC een kapitaal waaruit ze alles konden betalen.
Op politiek gebied kreeg de VOC bestuur over overzeese handelsposten en
koloniën, ook mogen ze verdragen afsluiten en hadden ze eigen soldaten.
In 1621 kwam er ook een WIC, deze Compagnie had monopolie met West Afrika
en Amerika. Hun belangrijkste handelsproducten waren: zilver, slaven en
plantage producten. Ook de WIC handelde in aandelen en kregen hier een
kapitaal mee
Op politiek gebied hadden ze ook eigen soldaten, mochten ze ook verdragen
sluiten en bestuur over overzeese handelsposten en koloniën. Hierbij hadden ze
ook kaapvaart tegen Spanje.
De opbloei van de handel zorgde voor opbloei van de gehelde economie, ook wel
de goeden eeuw.
Andere landen proberen de Nederlandse handel tegen te gaan dmv
mercantilisme.
§2 De gouden eeuw van Nederland
De bourgeoisie had in de gouden eeuw de leiding in de republiek en in elk
gewest had als hoogste bestuur de staten, waarin de steden en de adel van het
gewest waren vertegenwoordigd.
De bestuurders van de republiek waren de regenten, in Holland werden de
steden geleid door de vroedschap, waarin enkele tientallen regenten zaten.
1
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller anne-sophienijp. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.31. You're not tied to anything after your purchase.