Bijeenkomst 1 – beginselen van het contractenrecht
3 beginselen:
- Contractsvrijheid (partijautonomie – zelfbeschikking) = partij is vrij te
beslissen of ze een overeenkomst aangaat, met wie en welke inhoud deze
heeft.
- Vormvrijheid (consensualisme) = enkele wilsovereenstemming is
voldoende om een overeenkomst tot stand te brengen. Deze kan in elke
vorm geschieden. Art. 3:37 BW.
- Pacta sunt servanda (vertrouwensbeginsel) = gemaakte afspraken dienen
te worden nagekomen.
Iustum Pretium
Leer van de gerechtvaardigde prijs (waarde van iets is 50 euro, dus moet er ook
50 euro voor betalen). Is geen geldige leer, er hoeft geen gelijkwaardigheid in de
prestaties te zijn.
Gevolg iustum pretium: rechtsonzekerheid en verantwoordelijkheidsgevoel
verminderd (kunt altijd onder ovk uit). Partijen kiezen in vrijheid, dus de
wanverhouding bindt.
Bescherming consumenten
Gevolg = paternalisme (wetgever weet het dan beter) + contractsvrijheid staat
hierdoor onder druk. Denk aan bv. dwingend recht, informatieverplichtingen,
formele vereisten en bedenktijd.
Bv. kopen van een huis art. 7:2 BW moet schriftelijk + bedenktijd van 3 dagen.
Zowel de koper als verkoper (indien particulier) kunnen een beroep doen op art.
7:2 BW. Verkoper mag een beter bod accepteren en de koper mag een ander huis
kopen.
Tijdens crisis is er meer behoefte aan consumentenbescherming.
Hartlief is kritisch naar op bescherming door de overheid, maar soms is het wel nodig.
2 stromingen:
- alleen de koper bescherming bieden dus hij moet eerste bod accepteren.
- strikte (klassieke) leer. De schriftelijke vorm uit art. 7:2 BW ontbreekt. Art. 3:39
BW. Ovk is nietig. HR houdt een genuanceerde (tenzij..) strikte leer aan.
Uitgangspunt = pacta sunt servanda
Jurisprudentie college
VBI/ Beerskens. Pacta sunt servanda Door zelf niet alle informatie te hebben,
heb je bewust de kans op dwaling geaccepteerd. Er was nader onderzoek nodig
en dat is de eigen verantwoordelijkheid.
Roermond/ Kranenpoot. Uitganspunt is pacta sunt servanda. Een prijsdaling
van 170% was echter niet te voorzien en is een onvoorziene omstandigheid art.
6:258 BW.
Er zijn maar zeer weinig succesvolle beroepen op art. 6:258 BW mogelijk.
Stelling I ‘Enkele wilsovereenstemming is voldoende om een ovk tot stand te
laten komen’.
Ja, over het algemeen is een enkele wilsovereenstemming voldoende. Art. 3:33
BW. Is er geen subjectieve wil dan geldt het gerechtvaardigd vertrouwen. Art.
3:35 BW. Maar:
, - Aan bepaalde overeenkomsten worden eisen gesteld, zoals bij de koop van
een huis art. 7:2 BW [schriftelijk + 3 dagen ontbindingstijd]. Ontbreken
deze eisen, dan is de ovk in beginsel nietig, art. 3:39 BW. Denk ook aan de
internetkoop, boek 6 BW, titel 5, afd. 2A en 2B. Of de vereisten voor een
testament of trouwen, art. 1:88/89 BW.
- Rekening houden met de wet. Art. 3:40 BW.
- Rekening houden met de redelijkheid en billijkheid. Art. 6:2 jo. 6:248 lid 2
BW.
Stelling II ‘Het beginsel van contractsvrijheid heeft 2 polen; een positieve =
partijen kunnen iedere ovk sluiten en een negatieve = partijen kunnen niet
gedwongen worden een ovk aan te gaan en zijn niet gebonden zolang de ovk niet
is gesloten’.
Nee, want je kunt niet zomaar alles afspreken, zie art. 3:40 BW. En
contractsdwang kan wettelijk geregeld worden, zoals bv bij zorgverzekeraars,
gas/ water/ energieleveranciers, universiteiten of monopolisten zoals de NS.
Stelling III ‘Als partijen in vrijheid een afspraak hebben gemaakt, zijn ze
gebonden en dienen deze afspraak strikt na te komen’.
Ja, het uitgangspunt is afspraak is afspraak (rechtszekerheid). Maar er zijn hierop
uitzonderingen:
- Art. 3:40 BW.
- Dwingende wetsbepaling.
- Redelijkheid en billijkheid art. 6:248 lid 2 BW.
- Onvoorziene omstandigheden art. 6:258 BW.
- Consument heeft extra bescherming.
Van Landschot/ Binck. Borgstellingsovk kan wegens dwaling vernietigbaar zijn,
wanneer de borg bij het vormen van zijn oordeel is uitgegaan van een verkeerde
voorstelling van zaken. Een bank is een kredietverschaffer, dus heeft een
bijzondere zorgplicht. Want: het gaat om de verhouding particulier – bank en i.c.
was er sprake van een moeder – dochter relatie.
DUS: contractsvrijheid wordt beperkt!
Maar:
Dulack/T. Curator Dulack heeft een borgstellingsovk met T gesloten. T beroept
zich op dwaling/ misbruik van omstandigheden omdat ze niet bekend was met de
aarde en strekking van haar verplichtingen eigenlijke dwaling. Beroep op art.
3:35 BW.
Tot hoe ver strekt de voorlichtingsplicht indien het niet gaat om een professionele
geldschieter?
HR: de bijzondere voorlichtingsplicht geldt niet voor een curator.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Eva5. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.75. You're not tied to anything after your purchase.