Samenvatting van alle hoofdstukken van het boek dat wordt voorgeschreven tijdens het vak criminologie, dat onderdeel is van de minor criminologie en strafrecht op de HAN.
Minor criminologie en strafrecht
Samenvatting: Actuele criminologie
Week 2
Hoofdstuk 1 – Criminologie: een terreinverkenning
1.1De opdracht van de criminologie
De aantrekkelijkheid van criminele horrorverhalen berust op het aangename
gevoel dat men er zelf beter aan toe is dan jet slachtoffer. Dit verklaart de
populariteit van berichten over de sensationele misdrijven en rechtszaken.
De door criminaliteit opgewekte emoties kunnen ook een positieve, sociaal
opbouwende uitwerking hebben. De beroemde Franse socioloog Drukheim heeft
erop gewezen dat criminaliteit juist door het oproepen van negatieve emoties
een positieve sociale functie vervult. Door hun gevoelens van morele
verontwaardiging met elkaar te delen, bevestigen de leden van een
gemeenschap elkaar in hun normbesef. De gezamenlijke afwijzing van de
zondaar vergroot aldus de saamhorigheid.
De verschillende wegen waarlangs de door criminaliteit opgeroepen emoties hun
weg vinden in reactiewijzen op criminaliteit.
1.1.1. Het koele oog
Om te voorkomen dat de officiële reacties op crimineel gedrag al te zeer door
woede, angst of verontwaardiging worden beheerst, is in alle democratieën de
berechting van misdadigers grotendeels in handen van onafhankelijke
beroepsrechters gelegd. Ook criminologen hebben de missie om bij te dragen
aan een evenwichtige en humane reactie op misdrijven. Het is hun taak
politiefunctionarissen, officieren van justitie, rechters, reclasseringsambtenaren
etc. objectieve informatie ter beschikking te stellen over de achtergronden van
crimineel gedrag, de effecten daarvan op slachtoffers en de functies van straffen
voor daders, slachtoffers en maatschappij. Zij kan daarom worden beschouwd als
,het onmisbare, koele oog van de strafrechtspleging en het criminaliteitsbeleid in
het algemeen.
Beroepsethiek van een criminoloog = iemand die zich beroepshalve toelegt op de
bestudering van misdaad en straf, maar daarbij, net als de rechter, het hoofd
koel probeert te houden, juist wanneer de emoties bij anderen hoog oplopen.
Heeft een zo groot mogelijke mate van objectiviteit.
1.2 Wat is criminologie?
1.2.1. Criminologie als praktijkgerichte wetenschap
Criminologie de wetenschap die zich bezighoudt met de bestudering van de
aard en achtergronden van menselijke gedragingen die door de wetgever
strafbaar zijn gesteld en de wijze waarop de overheid en de overige maatschappij
daarop reageert.
Binnen strafbaar gesteld gedrag kan een onderscheiding gemaakt worden
tussen:
1. Moreel verwerpelijk gedrag. (Bijv. moord).
2. Gedragingen die verboden zijn op praktische gronden. (Bijv.
verkeersovertredingen).
1.2.2. What’s in a name?
De te bestuderen gedragingen worden tegenwoordig niet aangeduid als misdaad
of misdadig gedrag (behalve in de georganiseerde misdaad), maar als
delinquentie, criminaliteit of crimineel gedrag. Dit komt omdat deze
aanduidingen te veroordelend gevonden worden.
1.2.3. De relativiteit van het begrip criminaliteit
Hetgeen dat onder criminaliteit wordt verstaan, wordt bepaald door de wetgever
en dit zal dus van tijd tot tijd en van land tot land verschillen. De consequentie
van verschillen in wetgeving is dat het wetenschappelijke object van de
criminoloog tot op zekere hoogte zowel tijd- als plaatsgebonden is.
Er verdwijnen er niet alleen strafbepalingen, maar er worden ook steeds nieuwe
strafbepalingen aan het wetboek van Strafrecht of aan bijzondere wetten
toegevoegd om bepaalde maatschappelijke belangen van burgers beter te
beschermen. De focus van het strafrecht is voortdurend in beweging.
Criminologen spreken bij de invoering van nieuwe wettelijke bepalingen,
waardoor op bepaalde gedragingen strafsancties worden gesteld, over de
criminalisering van dergelijk gedrag en bij het schrappen van bestaande
strafbepalingen over decriminalisering.
1.3 De geschiedenis van de criminologie
De criminologie als wetenschappelijke discipline bestaat pas ongeveer 150 jaar.
De criminologie is een wetenschappelijke discipline waarin met
wetenschappelijke waarnemingen onderzoek wordt gedaan en waarin op basis
daarvan theorieën worden geformuleerd die weer op hun houdbaarheid worden
getoetst door verder wetenschappelijke onderzoek.
1.3.1. Van de klassieke oudheid tot de middeleeuwen
Een van de oudste bekendste geschriften over misdaad en straf betreft de
wetten die in circa 1750 voor christus werden opgesteld door koning Hammurabi
van Mesopotamië (Codex). Ook de oude Grieken dachten over de misdaad en
straf. De filosoof Plato maakte een onderscheid tussen drie soorten mensen op
,basis van hun zielsdeel. Het huidige recht in de Europese landen is in belangrijke
mate gebaseerd op het oude Romeinse recht. Na het uiteenvallen van het
Romeinse rijk in de vijfde eeuw bleef men in de gebieden die tot het Romeinse
rijk hadden behoord het Romeinse recht gebruiken en verder ontwikkelen.
Juridische en religieuze hervormers streefden vanaf het eind van de
middeleeuwen naar een rechtvaardiging van het strafrecht die gebaseerd was op
de autoriteiten die ze vertegenwoordigden. Op het Europese continent verschoof
het strafproces van een accusatoir naar een inquisitoir systeem misdrijven
worden gezien als schendingen van het vorstelijke vredesgebod waartegen de
overheid met inzet van alle middelen dient op te treden.
1.3.2. Van de Renaissance naar de Verlichting
In de Renaissance kwamen van uit het humanistisch denken ook nieuwe
denkbeelden over misdaad en straf op.
1.3.3. De klassieke school
Tijdens de Verlichting bestreden de propagandisten misbruik van recht in kerk en
staat en intolerantie, omdat die de wilsvrijheid van het individu aan banden
leggen en inbreuk maken op zijn menselijke waardigheid. Verlichters wilden de
absolute macht van de vorst aan banden leggen, de rechterlijke willekeur
voorkomen en wrede straffen uitbannen.
Verlichters hadden een voluntarisch, dat wil zeggen niet-deterministisch
mensbeeld en zagen de mens als homo economicus: een op grond van een vrije
wilsbeschikking handelende mens die voor- en nadelen van gedragsalternatieven
afweegt.
Volgens Rousseau berust de rechtsmacht van de staat op een maatschappelijk
contract dat de burgers vrijwillig zijn aangegaan. Criminaliteit was een
overtreding van dat contract en zou ook alleen in de mate van de inbreuk op het
contract moeten worden bestraft, volgens Beccaria = proportionaliteitsbeginsel.
De straf moest ook op maat zijn = gelijkheidsbeginsel.
1.3.4. De positivistische school
In de negentiende eeuw werd het denken over misdaad en straf sterk beïnvloed
door de natuurwetenschappen. Dit leidde tot een meer deterministisch
mensbeeld: de vrijheid van handelen van de mensen wordt sterk beperkt door
mogelijkheden en omstandigheden.
Volgens het empirische ideaal van de positivistische school viel de werkelijkheid
door wetenschappelijk onderzoek waar te nemen en te verklaren.
1.3.5. De Italiaanse antropologieschool
Antropologie studie van de mens
Deze stroming zocht de oorzaken van crimineel gedrag in de mens zelf en was
sterk beïnvloed door de medische wetenschap.
Lombroso was een gevangenisarts die rond 1870 de uiterlijke kenmerken van zijn
patiënten systematisch ging meten = positieve methode. Hij meende de uiterlijke
kenmerken van criminelen te herkennen. In de loop van de twintigste eeuw is de
Italiaanse antropologieschool in diskrediet geraakt. Desalniettemin wordt hij
gezien als een van de grondleggers van de criminologie.
1.3.6. De Franse milieuschool
, De tweede stroming binnen de positivistische school is ontstaan door de
ontwikkeling van de sociologie en de statistiek. De Belgische Quetelet paste
rekenmethoden toe op nieuwe overeidsregistraties om sociale fenomenen te
begrijpen, waaronder criminaliteit.
Quetelet stelde vast dat gepleegde misdrijven in een gebied betrekkelijk stabiel
waren. Dit deed hem veronderstellen dat hieraan niet de vrije wilsbesluiten maar
maatschappelijke wetmatigheden aan ten grondslag lagen.
1.3.7. Socialistische criminologie
De strijd binnen de positivistische criminologie tussen de antropologieschool en
de milieuschool leiden tot studies die inzichten uit beide richtingen integreerden
en oorzaken van crimineel gedrag zochten in zowel biologische als sociologische
factoren. De bekendste is de criminele sociologie van Ferri.
1.3.8. Nieuwe richting en kritische criminologie
Voortbouwend op de stand van de criminele antropologie en de criminele
sociologie ontstond rond 1900 in Nederland de zogenaamde ‘nieuwe richting’ in
de strafwetenschappen.
‘Nieuwe richting” de in de criminologie opgekomen inzichten zijn in oorzaken
van criminaliteit geïntegreerd.
In de jaren 50 van de 20e eeuw werd deze vooroorlogse erfenis van de
criminologie opgepakt door in het bijzonder enkele Utrechtse criminologen en
strafrechtgeleerden. Deze Utrechtse school probeerde het leerstuk van de vrije
wil te combineren met de deterministische theorieën en in de strafrechtpraktijk
toe te passen: door enerzijds de dader verantwoordelijk te houden voor zijn
gedrag, maar anderzijds ook oog te hebben voor de omstandigheden die hem tot
zijn daad hebben gebracht kritische criminologie.
De kritische criminologie Staat in veel opzichten haaks op de positivistische
criminologie. Niet de misdaad en de oorzaken ervan staan centraal, Maar de
problematische kanten van de strafrechtspleging als reactie op criminaliteit.
1.3.9. Veramerikanisering van de criminologie
Aanvankelijk bouwde de Amerikaanse criminologie voort op haar Europese
wortels, maar al snel richten zij zich op de criminologische vraagstukken die
voortkwamen uit de snelle ontwikkelingen binnen de Amerikaanse samenleving.
Studies van de Chicago-school zocht de verklaring voor criminaliteit in
bijvoorbeeld de maatschappelijke omgeving of de tegenstelling tussen de
officiële ideologie van de ‘American Dream’ en de werkelijkheid voor geringe
kansen. Heeft een sterke invloed gehad op Europese criminologie in de Tweede
Wereldoorlog.
1.3.10 Nieuwe zakelijkheid
In de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw stegen de criminaliteitscijfers. Daarmee
ontstond teleurstelling over de uitwerking van de resocialisatie gedachte van de
nieuwe richting. In veel landen werden grote onderzoeksinstituten opgezet om
oplossingen te vinden voor de maatschappelijke problemen van
geweldscriminaliteit. De jaren 80 en 90 van de vorige eeuw hebben in Nederland
een terugkeer laten zien naar ideeën uit de klassieke school.
1.4 Aandachtsgebieden binnen de criminologie
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller anned3. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.96. You're not tied to anything after your purchase.