Samenvatting van het vak goederenrecht wat in het tweede jaar van Rechtsgeleerdheid wordt gegeven. De samenvatting is geschreven aan de hand van de hoorcolleges en voorgeschreven literatuur met aanvullingen uit de werkgroepen. De perfecte voorbereiding voor je tentamen!
GOEDERENRECHT SAMENVATTING
Week 1: Eigendom van onroerende zaken, beperkte genotsrechten en overdracht onder voorbehoud van een beperkt
recht
Overdracht art. 3:84 BW (jo. 3:98 voor vestiging) Natrekking door bestanddeel vorming (zaken betreft geen grond)
- Titel 5:3 BW eigenaar van zaak is eigenaar van al haar bestanddelen
- Levering 3:4 lid 2 BW beschadiging bij verwijdering
o Registergoed notariële 3:4 lid 1 verkeersopvattingen. HR Depex Curatoren (afstemmings- en
akte + inschrijving register incompleetheidscriterium)
o Roerende zaak art. 3:90 jo.
3:114/3:115 BW Natrekking door grond (één zaak betreft grond)
- Beschikkingsbevoegdheid 3:3 lid 1 directe vereniging met grond OF indirecte vereniging (vereniging
met andere gebouwen/werken)
5:20 lid 1 sub e Duurzaam met grond verenigd (Portacabin arrest)
Week 2: Verkrijging en verlies van goederen, bezit en houderschap
Eigendom van roerende zaken kan door: Bezitsverkrijging (art. 3:112 BW)
- Natrekking van roerende zaken (art. 5:14 - Inbezitneming (art. 3:113 BW)
BW) (Hoofdzaak) - Bezitsoverdracht (art. 3:114/3:115 BW)
- Vermenging (art. 5:15 BW) (niet - Opvolging onder algemene titel (art. 3:116 BW)
individualiseerbaar)
- Zaaksvorming (art. 5:16 BW) (arbeid)
Bevrijdende verjaring (art. 3:105 BW)
- Bezitsverlies (art. 3:117 BW)
Verkrijgende verjaring (art. 3:99 BW) o Verjaringstermijn begint te lopen
- Bezit van het goed (art. 3:113 BW) - Inbezitneming (art. 3:113 BW.)
- Onafgebroken bezit - Rechtsvordering verjaart van oorspronkelijke eigenaar (twintig jaar art. 3:306
- Goede trouw (art. 3:118 jo. 3:116 BW) BW)
- Verjaringstermijn - Bezitter van het goed op het moment van voltooiing twintig jaar wordt
o Roerende zaak 3 jaar eigenaar
o Andere goederen 10 jaar
Week 3: Levering bij voorbaat, voorwaardelijke overdracht, tussenpersoon en derdenbescherming
Derdenbescherming 3:86 BW Lastgevingsovereenkomst
- Beschikkingsonbevoegd Levering: 3:110 jo. 3:90 jo. 3:114/3:115 BW
- Levering roerende zaak ex art. 3:90, 3;91 of 3:93 BW Titel: samengestelde overeenkomst, koopovereenkomst jo.
- Anders dan om niet 7:414 BW
- Te goeder trouw Beschikkingsbevoegd: Derde is bevoegd om iets te verkopen
Levering bij voorbaat (art. 3:97 lid 1 BW) Overdracht onder opschortende voorwaarde
- Overdracht (3:84 BW) - Overdracht (3:84 BW)
- Titel + levering (3:90 jo. 3:115 sub a BW) - Terstond ingaand eigendomsrecht onder
- Later beschikkingsbevoegd opschortende voorwaarde
- Overdracht vindt plaats - Voorwaarde gaat in
- Overdracht vindt plaats
,Week 4: Overdraagbaarheid, cessie van toekomstige vorderingen, bevrijdende betaling en verrekening
Cessie (art. 3:94 Cessie bij voorbaat
BW) - Openbare
- Openbar cessie (art.
e cessie 3:97 jo. 3:94
o A lid 1 BW)
kt o Akte
e o Meded
o M eling
e aan
d schuld
e enaar
d o Reeds
el bestaa
in
Week g
6: Pand en hypotheek, voorrang bij verhaal en retentierecht nde
rechts
- Stille verhou
cessie ding
o A - Stille cessie
ut Week 6: Pandrecht (art. 3:97 jo.
Week 8: Bijzondere gemeenschappen
,Week 1: Eigendom van onroerende zaken, beperkte
genotsrechten en overdracht onder voorbehoud van
een beperkt recht.
Het meest omvattende
Zaken zijn alle voor recht dat een persoon op
menselijke beheersbare een zaak kan hebben (5:1
vatbare stoffelijke BW).
objecten.
werken tegenover één
bepaald persoon
Pandrecht,
Hypotheekrecht
Vermogensrechten zijn rechten
Een recht dat is
die afzonderlijk overdraagbaar
afgeleid uit een meer
zijn, stoffelijk voordeel
Absolute rechten zijn omvattend recht
verschaffen Vruchtgebruik,
tegenover iedereen
Erfdienstbaarheid,
in te roepen
Erfpacht, Opstal
Onderwerp 2: Overdracht
Overdracht is een wijze van verkrijging onder bijzondere titel. Om een goed te kunnen overdragen,
moet het goed voor overdracht vatbaar zijn. Art. 3:83 BW geeft als hoofdregel dat eigendom,
beperkte rechten en vorderingsrechten overdraagbaar zijn. De wet vereist in art. 3:84 lid 1 BW voor
een geldige overdracht dat er aan alle drie de componenten is voldaan:
- Een geldige titel
o Er moet een rechtsverhouding bestaan die de overdracht rechtvaardigt, bijv. een
koopovereenkomst.
o Een titel kan achteraf ongeldig verklaard worden, in geval van dwaling bijv. De
overdracht wordt dan vernietigd, het heeft nooit plaatsgevonden.
- Een geldige levering
o Levering van registergoederen (art. 3:89 BW)
Opmaken van notariële akte
Inschrijving in daartoe bestemde register
o Levering van roerende zaak, niet-registergoederen (art. 3:90 BW)
Bezitsoverdracht ogv. Art. 3:114 BW
Bezitter stelt verkrijger in staat om macht over de zaak uit te oefenen
Bezitsoverdracht ogv art. 3:115 BW
Tweezijdige verklaring zonder feitelijke handeling
- Beschikkingsbevoegdheid
o Rechthebbende is bevoegd
, Vestiging van een beperkt recht
Vestiging kan gezien worden als een overdracht van bevoegdheden. Op de vestiging, overdracht en
afstand van beperkte rechten verklaart de schakelbepaling van art. 3:98 BW afdeling 3.4.2 van
overeenkomstige toepassing. Voor de vestiging is dus nodig een ‘levering’ van het beperkte recht, uit
hoofde van een ‘geldige titel’ door een ‘beschikkingsbevoegde’. De levering van het beperkte recht
geschiedt op dezelfde wijze als het goed waarop het is gevestigd. Het wordt echter geen levering
maar een vestigingshandeling genoemd.
Onderwerp 3: Eigendom van onroerende zaken
Natrekking houdt in dat een voorwerp zijn zakenrechtelijke zelfstandigheid verliest doordat het
bestanddeel wordt van een andere zaak. Uit art. 5:20 lid 1 sub e jo. Art 3:3 lid 1 BW blijkt dat de
eigendom van de grond omvat, voor zover de wet niet anders bepaalt, gebouwen en werken die
duurzaam met de grond zijn verenigd, hetzij rechtstreeks, hetzij door vereniging met andere
gebouwen en werken, voor zover ze geen bestanddeel zijn van eens anders onroerende zaak. De
vraag of iets duurzaam met de grond verenigd is, wordt beantwoord aan het arrest HR Portacabin. Er
moet gekeken worden of het naar aard en inrichting bestemd is om duurzaam ter plaatse te blijven
en of dit ook de bedoeling van de bouwer is, zover deze naar buiten toe kenbaar is. Er kan sprake zijn
van directe en indirecte vereniging.
Arresten
Een gebouw of werk is met de grond verenigd als het ‘in voortdurende feitelijke verbinding
staat met de grond’. Daarvoor is niet vereist dat het gebouw of werk in de grond is
verankerd. Het kan ook zijn dat iets duurzaam met de grond is verenigd, ondanks dat het
over de grond kan rijden. In dit verband werden havenkranen die over een paar honderd
meter rails over een kade heen en weer rijden, aangemerkt als onroerende zaak. De
havenkranen voldeden dus aan het bestemmingscriterium (HR Havenkranen).
o Voor een ‘voortdurende feitelijke verbinding met de grond’ is wel vereist dat het
gebouw of werk de grond de hele tijd ‘aanraakt’. Dat kan ook indirect, bijvoorbeeld
via rails zoals in het Havenkranen-arrest het geval was. Er moet dan eerst worden
getoetst of de rails (of hetgeen waar het gebouw of werk mee is verbonden)
duurzaam met de grond zijn verenigd. Daarna moet gekeken worden of het gebouw
of werk weer met het andere gebouw of werk duurzaam is verenigd. Zo kunnen
bijvoorbeeld zonnepanelen onroerend zijn, indien zij ex art. 3:3 lid 1 BW duurzaam
met een huis zijn verbonden en dat huis weer op zijn beurt duurzaam met de grond
is verenigd.
Voor een ‘voortdurende feitelijke verbinding met de grond’ is dus vereist dat het gebouw
indirect of direct de grond aanraakt. Dat is niet het geval wanneer er tussen de grond en het
gebouw bijvoorbeeld water of lucht aanwezig is. Zo wordt door de Hoge Raad overwogen dat
een woonark die op een vaste ligplaats aan de kade ligt, niet wordt nagetrokken door de
bodem die onder dat water ligt (HR Woonark).
Natrekking op grond van bestanddeelvorming art. 3:4 BW
Op basis van art. 5:3 BW is de eigenaar van een zaak eigenaar van al haar bestanddelen. 3:4 BW
bepaalt wanneer er op grond van natrekking iets bestanddeel is van een zaak.
1. Art. 3:4 lid 2 BW: ‘Een zaak die met een hoofdzaak zodanig verbonden wordt dat zij daarvan
niet kan worden afgescheiden zonder dat beschadiging van betekenis wordt toegebracht aan
een der zaken, wordt bestanddeel van de hoofdzaak’.
2. Art. 3:4 lid 1 BW: ‘Al hetgeen wat volgens verkeersopvatting onderdeel van een zaak
uitmaakt, is bestanddeel van die zaak’.
a. Of een zaak bestanddeel van een andere zaak is, wordt bepaald door de
verkeersopvatting (art. 3:4 lid 1 BW). Bepalend is derhalve ‘wat men in het algemeen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller moniquehilhorst. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.23. You're not tied to anything after your purchase.