Week 1
Clip1.1 aard en rol van het internationaal recht
- Moderne internationaal publiekrecht begonnen in 1648. Grote reeks
vrede vragen ( vrede van Westfalen) duidelijk de staat als politieke
organisatie vorm zag. > gecentraliseerd systeem
- Instemming van staten en tegenwoordig ook ander rechtssubjecten als
grondslag van het internationaal recht ( voluntarisme) > horizontale
structuur van internationale publieksorde
Clip 1.2 bronnen van internationaal publiekrecht
- Geen centrale wetgever
- Tekst statuut dateert van 1919
- Verdragen, gewoonterecht, algemene rechtsbeginselen
- Gerechtelijke beslissingen en juridische
- Codificatie; neerleggen van regels in geschreven tekst
Clip 1.3
Werkcollege 2.
Vragen
1. Lees de uitspraken van het Internationaal Gerechtshof in de Aegean Sea
zaak en in de Qatar-Bahrein zaak.
a. Wat is een verdrag?
2 lid 1 sub a
De aegean seazaak ; perscomminuqe ro. 96
Qatar- ro 25. Laatste 2 zinnen titel zegt niet of het een verdrag is.
b. Geef van elk van de onderstaande voorbeelden aan of er sprake is
van een verdrag in de zin van het Weens Verdragenverdag:
,i. Een serie verklaringen van de Franse President dat zijn
land het nemen van kernproeven zal staken.
ii. De International Health Regulations van de Algemene
Vergadering van de Wereldgezondheidsorganisatie (de World
Health Assembly) nee is een besluit
iii. Een concessie-contract tussen een staat en een onderneming
waarin de onderneming de exclusieve rechten verkrijgt om bepaalde natuurlijke rijkdommen
van die staat te ontwikkelen en te exploiteren.
iv. De briefwisseling over de vestiging van steunpunten voor
Amerikaanse strijdkrachten op de Nederlandse Antillen en
Aruba in verband met drugsbestrijdingsactiviteiten (zie
bijlage 1).
ja. Juridische verplichtingen van vs en nederland gaat akkoord. bij punt 18.
v. De MoU (Memorandum of Understanding) tussen Nederland en
de Verenigde Staten (zie bijlage 2).
4. Stel: samen met Zuid-Afrika, Chili en Australië heeft Italië het Internationaal Olijf Verdrag
(IOV) opgesteld, een overeenkomst die voorziet in gemeenschappelijke olijfteeltprojecten,
uitwisseling van ent- en stekmethoden en een zekere mate van regulering van import en
export. De trots van de Italiaanse olijfteelt is de Olea Ceratonion Europaea (OCE). De kweek
van de OCE berust op een zeer kostbaar procedé van bodembewerking en boomsnoeiing die
slechts bekend is bij een kleine groep ingewijden. Het IOV zal voor de kleinschalige en
exclusief Italiaanse teelt van de OCE nadelige gevolgen hebben, aangezien informatie over
de ent- en stekmethoden zal moeten worden vrijgegeven aan de verdragspartners. Hoewel
gesproken wordt van “geslaagde onderhandelingen” lukt het Italië niet om de positie van de
OCE veilig te stellen in de uiteindelijke verdragstekst, die bij meerderheid wordt
aangenomen. Italië maakt bij de ratificatie van het Verdrag dan ook het volgende
voorbehoud: “waar het bijzondere, traditionele en specifiek met de grond van één bepaald
gebied verbonden olijfteelt betreft, de verplichting tot uitwisseling van ent- en
stekmethoden als neergelegd in artikel 8a van het Verdrag niet van toepassing wordt
geacht”. Het IOV bevat geen bepaling over voorbehouden.
a. Op grond van welke regel zou Australië kunnen beargumenteren dat
het voorbehoud van Italië ontoelaatbaar is?
Art. 19 sub c Verdragenverdrag, met zo'n voorbehoud heeft het IOV ook geen enkel nut. Is niet
verenigbaar met doel en voorwerp van het verdrag
, b. Stel dat Australië bezwaar maakt tegen het voorbehoud van Italië. Welk effect heeft
dit op de verdragsrelatie tussen Italië en Australië? En in hoeverre is dit effect anders
dan wanneer
c. een staat geen bezwaar maakt tegen een voorbehoud?
Art. 21 vvw lidd 3 bezwaar zonder verdragsrelatie
Aanvaarden 21 lid 1
Bezwaar tegen voorbehoud en verdragsrelatie 20 lid 4 sub b
Verschilllende momenten in verdrag
1. Art. 9 vastlegging tekst tussen verschillende staten ( hoeveel overeenstemmingen )
2. Art . 11 instemming door een van deze manieren
3. Art. 18 voor wanneer het verdrag ondertekend is
4. Art. 24 hoe en wanneer een verdrag van kracht wordt
Voor art. 62 gelden vereisten die het hof bespreekt in ro 104 van hongarije/slowakije
Art.70 opzeggen verdrag
Art. 72 schorten verdrag
Werkgroep week 3
1. Vergelijk de wijze waarop in het Nederlandse recht bepaald wordt welke
entiteiten rechtspersoonlijkheid hebben met hoe dit in het
internationaal recht bepaald wordt.
In het Nederlandse recht bepalen art. 2:1 en 2:3 BW welke entiteiten
rechtspersoonlijkheid bezitten.
Het internationale recht bevat geen geschreven bepaling die bepaalt wie
rechtspersoonlijkheid bezit. Wordt afgeleid uit bepaalde omstandigheden >
bekwaamheden > rechtshandelingen verrichten zoals een verdrag sluiten
Pag 44 boek
Verschillende bekwaamheden, een persoon die internationaal recht
rechtsubjectiviteit bezit kan:
- Internationale rechtshandelingen verrichten, zoals het sluiten van
verdragen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller juliap2802. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.09. You're not tied to anything after your purchase.