Met normatieve functie word bedoelt de gedragregels die moeten worden nageleefd. Denk
hier bij aan het feit dat moord, diefstal, verkrachting etc. niet word geaccepteerd. Dit word
ook wel rechtsnormen genoemd
Met geschiloplossende functie word bedoelt is er door een persoon een misdrijf begaan en zo
ja welke straf staat die persoon te wachten.
Met additionele functie word bedoelt als er een overkomst is gemaakt tussen partijen en er
gebeurd iets waar geen afspraken overgemaakt zijn dan bied het recht een uitkomst.
Met instrumentele functie kun je denken aan verkeersrecht als daar geen afspraken over
gemaakt worden is het een chaos, vandaar deze functie (zo doen we het en niet anders)
1.3 Waar vinden we recht?
Het recht heeft 4 rechtsbronnen namelijk:
1 De wet
2 Het verdrag
3 De jurisprudentie
4 De gewoonte
1.3.1 wet
de wet verdelen we onder in 2 factoren namelijk:
Privaatrecht
Publiekrecht
Privaatrecht is tussen burgers onderling.
Publiekrecht is tussen de overheid en haar burgers.
,Privaatrecht kunnen we ook weer onderverdelen in 4 factoren namelijk:
Personen- en familierecht
Vermogensrecht
Ondernemingsrecht
Burgerlijk procesrecht
Bij personen- en familierecht worden zaken geregeld zoals geboorte huwelijk scheiding
adoptie etc etc..
Bij vermogensrecht zou je globaal kunnen zeggen dat alle geld handelingen tussen burgers
onderling geregeld is en hun juridische gevolgen. (ook eigendom)
Ondernemingsrecht hierin staat alles wat ondernemingen en bedrijven betreft.
Burgerlijk procesrecht om geschillen tussen personen op te lossen (denk aan schade)
Publiekrecht kunnen we onderverdelen in 3 factoren namelijk:
Strafrecht
Staatsrecht
Bestuurs(proces)recht
Strafrecht alleen het om kan tot vervolging overgaan, zo luidt de hoofdregel. De staat bezit
dus een monopoliepositie. Hierin staat de hoogte van een misdrijven wanneer de normen
worden overtreden. (boete, gevangenisstraf en dergelijke)
Staatsrecht hierin staat ruwweg de manier waarop de staat word gevormd en de invloed van
de burgers hierop kunnen uitoefenen, verkiezingen bijvoorbeeld.
Bestuurrecht hier word geregeld hoeveel de overheid te zeggen heeft over de maatschappij,
denk aan de horeca regeling en milieubeheer
Wie is nou wetgever?
In Nederland hebben we wetgevers op verschillende niveaus we hebben 2 niveaus namelijk:
Centraal niveau
Decentraal niveau
Op centraal niveau is het met name de nationale wetgever. De nationale wetgever bestaat uit
enerzijds de regering en anderzijds de Staten-Generaal.
Op decentraal niveau hebben we de provinciale staten en de gemeenteraad. Hun regels
noemen we geen wet maar een verordening. De provinciale staten heeft bevoegdheid om voor
hun provincie verordeningen tot stand te brengen en de gemeenteraad voor zijn gemeente. De
provinciale staten en de gemeenteraad treden voornamelijk op het terrein van bestuursrecht
en strafrecht (denk aan garage bouwen en verkeersboete)
Regelgeving
Centraal niveau decentraal niveau
Regering en Provinciale Staten Gemeenteraad
Staten-Generaal
Wet Verordening Verordening
, De rangorde tussen wetgevende organen
Er gelden 3 regels voor de rangorde
1. Hogere regels gaan boven lagere regels.
oftewel als een gemeentelijke verordening in strijd is met de provinciale waarin die
gemeente zich bevind word deze ongeldig verklaart.
2. Jongeren regels gaan boven oudere regels.
Zijn twee wetten van gelijk niveau met elkaar in strijd, dan zal de rechter de meest
recente wet toepassen.
3. Bijzondere regels gaan boven algemene regel.
denk aan burgerlijk wetboek en de regel zegt het al.
Wet in formele en materiële zin
Een wet in formele zin is tot stand gekomen op grond van samenwerking tussen regering en
Staten-Generaal, een wet in materiële zin is ieder wetgevend besluit dat bestemd is voor een
onbepaald aantal personen
1.3.2 Verdrag
Een verdrag is een afspraak tussen twee of meer staten. Een verdrag kan een wet van de
nationale wetgever terzijde schuiven.
1.3.3 jurisprudentie
Er zijn 6 verschillende interpretatiemethodes
Grammaticale interpretatiemethode
Wetshistorische interpretatiemethode
Anticiperende interpretatiemethode
Rechtsvergelijkende interpretatiemethode
Systematische interpretatiemethode
Teleologische interpretatiemethode
Grammaticale interpretatiemethode
Hierbij kijkt de rechter naar wat het woord in alledaagse spraakgebruik mee bedoelt word.
Wetshistorische interpretatiemethode
Hierbij roept de rechter parlementaire passage te hulp om te kijken hoe hun het interpreteerde.
Anticiperende interpretatiemethode
Hierbij word het woord in kwestie bekeken door wat er mee bedoelt word door rechten die
nog moeten vastgelegd worden (bijna - recht)
Rechtsvergelijkende interpretatiemethode
Als de rechter deze methode hanteert, verwijst hij naar de uitleg van een woord of zinsnede
zoals die in het buitenland gegeven wordt.
Systematische interpretatiemethode
Hierbij kijkt de rechter niet alleen naar het wetsartikel van waar het woord in staat maar ook
naar de hele wet.
Teleologische interpretatiemethode
Een wet of wettelijke bepaling word altijd met een doel uitgebracht bij teleologische beroept
de rechter zicht hierop.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Tub1993. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.28. You're not tied to anything after your purchase.