100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Volledige samenvatting Biomedische Wetenschappen S5 $10.70
Add to cart

Summary

Volledige samenvatting Biomedische Wetenschappen S5

2 reviews
 43 views  3 purchases
  • Course
  • Institution

Samenvatting per thema gemaakt adv de checklist, aangevuld met prenten uit het boek, inclusief specifieke farmacologie.

Preview 4 out of 35  pages

  • January 17, 2023
  • 35
  • 2022/2023
  • Summary

2  reviews

review-writer-avatar

By: mereltuteleers • 1 month ago

review-writer-avatar

By: katokuypers1 • 1 year ago

avatar-seller
Immunologie
Functies van het lymfestelsel
1. Productie, onderhoud en transport van lymfocyten
 Productie in rode beenmerg
 Lymfocyten vallen binnendringende organismen, abnormale cellen en vreemde EW aan
 maken deze onschadelijk of elimineren ze
2. Behoud van bloedvolume
 Lymfestelsel brengt weefselvocht terug naar de bloedbaan (3,6l/dag)
 Verzekert constante samenstelling van interstitiële vloeistof
3. Transport vanuit weefsels naar bloedbaan
 Stoffen zoals hormonen, voedingsstoffen en afvalstoffen komen pas in de bloedbaan nadat
ze door lymfevaten zijn getransporteerd.

Bouw van het lymfestelsel (LYMFEVATEN, LYMFEVOCHT, LYMFOCYTEN, LYMFOÏDE WEEFSELS,
LYMFOÏDE ORGANEN)
1. Lymfevaten T-cel B-cel NK-cel amandelen, Platen van Peyer lymfeknopen, thymus, milt

 Lymfe vervoeren naar venen (na filtratie thv lymfeknoop)
 Kleppen zijn noodzakelijk om lymfe te laten stromen
Lymfevaten monden uit in:
o Ductus thoracicus/ borstbuis
 Transporteert lymfe vanuit hele lichaam behalve rechtsboven
 Mondt uit in linker ondersleutelbeenader
o Ductus lymfaticus dexter/ rechter lymfebuis
 Verzamelt lymfe uit lichaamshelft rechtsboven
 Mondt uit in rechter ondersleutelbeenader
2. Lymfevocht/ lymfoedeem
 Wanneer afvoer van lymfe verstoord of geblokkeerd is, hoopt interstitiële vloeistof op in de
ledematen.
3. Lymfocyten
 Reizen voortdurend heen en weer tussen lymfoïde weefsels en bloed. (levensduur 4-20j)
 Lymfopoëse/ herkomst lymfocyten




Begint in rode beenmerg  hemapoëtische stamcel bevindt zich hier  lymfoÏde
stamcellen worden geproduceerd en …
1. blijven in rode beenmerg en differentiëren tot B-cellen  B-cellen worden vervoerd naar
perifere weefsels (bloedsomloop)  staan in voor antistof gemedieerde immuniteit
2. blijven in rode beenmerg en differentiëren tot NK-cellen  NK-cellen worden vervoerd
naar perifere weefsels  staan in voor immunologische surveillance
3.migreren naar thymus  mbv thymosinen gaan stamcellen diferentiëren tot rijpe T-cellen
 rijpe T-cellen worden vervoerd naar perifere weefsels  staan in voor celgemedieerde
immuniteit

,  3 soorten Lymfocyten
o T-cellen (80%): afkomstig van thymus
 Cytotoxische T-cellen
 Leveren cellulaire immuniteit
 Vallen vreemde en door virus geïnfecteerde cellen aan
 Regulerende T-cellen
 T-helpercellen
 T-suppressorcellen
 Geheugen T-cellen
 Zorgen voor immunologisch geheugen
o B-cellen (10-15%): afkomstig uit het beenmerg
 Kunnen plasmacellen worden
 Specifiek voor een bepaald antigeen
 Produceren antilichamen die aan antigeen binden
 Antilichamen zijn immunoglobulinen
 Verantwoordelijk voor humorale immuniteit
 Humoraal = vloeibaar. Omdat anti-stoffen in lichaamsvloeistoffen
werkzaam zijn.
 Geheugen B-cellen
o NK-cellen (5-10%): Natural Killer
 Voeren immunologische surveillance uit
 vallen cellen aan: Vreemde cellen – door virussen geïnfecteerde
cellen - kankercellen
4. Lymfoïde weefsels
= een verzameling van los bindweefsel in lymfocyten in lymfefollikels
 Amandelen (tonsillen in de ring van Waldeyer: neus,keel,tong,gehemelte)
Functie:  Platen van Peyer: groepen lymfefollikels onder epitheel darmen
 Filteren lymfe
 Verwijderen antigenen
 Starten immuunreactie
5. Lymfoïde organen
 Lymfeknopen, lymfeklieren
o Filteren lymfe
o Verwijderen antigenen
o Starten immuunreactie door T-cellen en B-cellen te stimuleren
o Ligging: regionaal  hals, oksel, lies, langs aorta
 Thymus
o Roze klier
o Delen en rijpen T-cellen
o Ligging: achter het borstbeen, op het hartzakje
 Milt
o Filteren bloed
o Witte pulpa: verwijdert antigenen + start immuunreactie
o Rode pulpa: bevat RBC  reclyceert beschadigde of oude RBC  slaat ijzer uit
gerecycleerde RBC op
o Ligging: tussen de maag, de linkernier en het musculeuze diafragma


Afweermechanismen in het lichaam

,Aangeboren verweer - Niet-specifiek verweer
Beschermt tegen alle bedreigingen.
1. Barrières
 Huid, haar en klierproducten
o Dode huidcellen = waterdichte barrière
o Door constante vernieuwing uit onderliggende lagen
verdwijnen bacteriën mee
 Spijsvertering en klierproducten
o Slijmvliezen op alle lichaamsopeningen
 Zuurtegraad
o Vetzuren, huid, maag, vagina
o Eiwitten ontrollen, functieverlies
 Commensalen
o Lichaamseigen bacteriën

2. Fagocyterende cellen = Fagocyten (Witte bloedcellen)
 Microfagen
o Neutrofielen: eerstelijnsfagotyten
 Fagocyteren celresten en bacteriën
 Bij infectie wordt beenmerg gestimuleerd om veel neutrofielen aan te maken
 gaan naar plaats van infectie en verorberen MO
o Eosinofielen
 Fagocyteren parasieten
 Vallen vreemde stoffen aan die met antistoffen zijn omgeven
 Macrofagen (in alle weefsels aanwezig, maar hebben een  naam in  weefsels)
o Monocyten
 Zitten in verschillende weefsels  Differentiëren tot verschillende macrofagen
 Diapedese  proces waarbij macrofagen naar plaats van infectie gelokt
worden
o Werking: Fagocytose: fagocyterende MO
= Verwijderen celresten en ziekteverwekkers  vormen eerst lijn van cellulaire
verdediging
1. Aanhechting microbe aan fagocyt
2. Opname in de cel
3. Vorming fagosoom
4. Fusie met lysosoom  fagolysosoom
5. Digestie v/d opgenomen microben door enzymen
6. Vorming van restpartikels met overteerbaar materiaal
7. Vrijstelling afval

3. Immunologische surveillance/ NK-cellen
 Sporen afwijkende cellen op en doden ze
 NK-cellen scheiden perforines af  doorboren celmembraan  apoptose
 NK-cellen scheiden proteases af  eiwit splitsende enzymen in cel gepompt  apoptose

Apoptose: Ja/Nee?
Activerend signaal  reactie in NK-cel
MHC-I  inhiberend signaal is  altijd voorrang  nooit apoptose (geen MHC-I receptor  geen inhiberend signaal  geen
apoptose)


Nee (activerend + inhibirend)



Ja (enkel activerend)



Nee

, Nee


4. Beschermingseiwitten: Interferon en Complementsysteem
 Complementsysteem
o Systeem werkt complementair aan de werking van antistoffen, start een
kettingreactie.
o Vernietigt celwand van de doelcel
o Trekt fagocyten aan
o Stimuleert de ontstekingsreactie

 Interferon (groep van cytokines): signaalstof bij virale infectie
 signaalmolecule met effect op groei,
voortbeweging, celdood, differentiatie


Werking interferon bij tegen virale infectie

1. Een viruspartikel infecteert een cel en zet zijn
inhoud vrij in de cel.
2. Door infectie worden eigen genen geactiveerd.
Transcriptie van interferon wordt geactiveerd.
3. Het interferon EW wordt aangemaakt vanaf mRNA.
4. EW wordt gesecreteerd.
5. Het geeft naburige cellen signaal om anti-virale EW
aan te maken. Deze zorgen dat nieuwe virussen
niet kunnen binnendringen en vermenigvuldigen.


5. Beschermingsmechanismen: Ontsteking en Koorts
 Ontsteking: niet specifieke reactie op beschadiging
o Symptomen: Rubor (roodheid), Calor (warmte), Dolor (pijn), Tumor (Zwelling) 
soms functieverlies
o Doel:
 Tijdelijk herstel op plaats van verwonding
 Verspreiding van ziekteverwekkers vanaf de plaats van verwonding vertragen
 Verdedigingsmechanismen mobiliseren die ziekteverwekkers kunnen
uitschakelen
 weefselherstel

door bv. beschadiging weefsel



zorgen ook voor pijn (dolor)




Histamine + Heparine

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller gwenvandecruys. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $10.70. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53022 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$10.70  3x  sold
  • (2)
Add to cart
Added