100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Sociale Psychologie tentamen $7.06   Add to cart

Summary

Samenvatting Sociale Psychologie tentamen

 6 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Social Psychology 10th edition, Elliot Aronson, Timothy D. Wilson, Robin M. Akert & Samuel R. Sommers. ISBN 1477 Dit is een samenvatting voor het Sociale Psychologie tentamen. Het is een samenvatting van het hele boek, op volgorde van de behandelden onderwerpen in de hoorcolleges. De hoofstukken...

[Show more]

Preview 4 out of 38  pages

  • Yes
  • January 17, 2023
  • 38
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Hoofdstuk 8 Conformity and Obedience – Influencing Behavior
Conformisme is jezelf aanpassen aan het geaccepteerde gedrag en geaccepteerde opvattingen in een
bepaalde groep  het veranderen van gedrag door de aanwezige of ingebeelde verwachtingen van
anderen. Amerikaanse cultuur = non-conformisme  zien zichzelf als individualisten, komt door de
revolutie.
- Apple  “Think different”
- Marlboro Man  individuele cowboy
Extreem conformisme vindt plaatst in cults, hierbij worden individuen namelijk voor een langere tijd
onder veel sociale druk gezet.
Conformisme is een goede techniek als je mensen wilt stimuleren om duurzamer te leven, vertellen dat
anderen het al doen, werkt beter dan de reden milieuvervuiling.
Reden tot conformisme:
- Informationele sociale invloeden – wat is juist?
o Je gebruikt andere mensen als een informatiebron bij een onduidelijke situatie.
Als wij het zelf niet weten zien wij de interpretatie van andere als correct, wat
leidt tot conformisme.
 Een belangrijk onderdeel is private acceptance  mensen conformeren,
omdat zij denken dat de anderen het juist hebben.
 Hoe meer druk er staat op het juiste gedrag, hoe gevoeliger mensen
worden voor het conformeren.
 Bij ooggetuigen worden mensen individueel ondervraagd, want
de kans is groot dat als er meerdere ooggetuigen zijn, mensen hun
verhaal aanpassen.
 Fake news en War of the Worlds zijn voorbeelden van hoe
informationele sociale invloed negatief kan uitpakken.
o Wanneer conformeren mensen door informationele sociale invloed?
 Ambiguous situation
 Crisissituatie
 Andere mensen zijn experts
- Public compliance
o Mensen conformeren zodat zij niet afwijken van de groep en dus niet anders zijn,
ook al geloven zij niet dat de mening van de groep juist is.
- Normatieve sociale invloed – Geaccepteerd willen worden
o Het conformeren met de sociale normen van de groep (impliciete/expliciete
regels voor geaccepteerd gedrag, waarden en geloof). Dit doe je om gemogen en
geaccepteerd te worden
o Normatieve sociale invloed hebben wij vaak niet door, wij ontkennen dat andere
invloed hebben op ons  kledingkeuze
 Wanneer gaat iets viraal?
 Als content leidt tot emotionele opwinding
 Als het posten van content “bewijsmateriaal” is voor mensen die
iets goeds hebben gedaan.
 Challenges waarbij je individuen moet benoemen  druk
 Hikikomori zijn mensen in Japan die zich compleet scheiden van de
samenleving, dit komt door buitensluiting.
 Public compliance without private acceptance
Met The Ash Line-Judgement Studies werd er gekeken of mensen instemmen met het foute antwoord
gegeven door de groep, terwijl het antwoord duidelijk fout is. Wat bleek? Deelnemers stemde in met
het foutieve antwoord, omdat zij bang waren dat de anderen een negatief denkbeeld zouden krijgen.
Doormiddel van het gebruik van een fMRI is er ontdekt welke hersendelen er worden geactiveerd bij
conformeren:
- Deelnemers antwoorden zelfstandig  posterior hersengebieden voor visie en perceptie

, - Deelnemers conformeren tot foutieve antwoord  posterior hersengebieden voor visie en
perceptie
- Deelnemers antwoorden juist (conformeren niet)  amygdala (negatieve emoties en
moduleren van sociaal gedrag)
Wat gebeurt er als iemand weigert te conformeren? Je wordt uit een groep gezet, mensen gaan zich
irriteren en stoppen met communicatie. Vaak wordt iemand gestraft.

De sociale impact theorie houdt in dat men conformeert door de sociale invloed van een groep door
de strength, importance en number.
- Strength  hoe belangrijker de groep, hoe sneller mensen conformeren.
o Bij beleidsvorming geen sterk samenhangende groepen  willen sneller elkaar
pleasen.
o Conformeren tot een groep over tijd zorgt voor idiosyncrasy (eigenaardigheids)
credits  het conformeren in het verleden zorgt ervoor dat het niet erg is als je in
de toekomst af en toe afwijkt van de groep.
- Immediacy  Hoe dichter iemand fysiek bij een groep is, hoe sneller iemand
conformeert.
- Number  Als de grootte groeit, groeit ook de normatieve druk.
o Als er een ally in de groep zit, is men minder bang om af te wijken van de
algemene mening.
o Mensen in collectieve culturen waarderen normatieve sociale invloed, omdat het
harmonie en ondersteunende relatie vormt.
Bij conformiteit wordt er vaak gekeken naar een grote groep die een kleine groep beïnvloedt. Echter
kan een kleine groep ook de grote groep beïnvloeden  minority influence. Hiervoor moet de kleine
groep consistent zijn met haar standpunten, als er wordt afgeweken of een deel van de minderheid is
het oneens, wordt de minderheid weggewimpeld. Dit gebeurt door informatieve sociale invloeden, niet
door normatief (mensen zijn bang om in te stemmen met de “gekken”).

De neiging om ons aan te passen aan gedragsverandering kan het algemeen welzijn verbeteren.  De
poging om berichten op sociale media te gebruiken om mensen te stimuleren om te stemmers.
Om mensen hun gedrag te beïnvloeden is het belangrijk om sociale normen te onderscheiden:
- Injunctive (dwingende) norms  Deze normen stimuleren gedrag door beloning/straf
voor normatieve/non-normatief gedrag. Welk gedrag is goed gekeurd en wat niet?
 Blooddonatie = goed
 Afval op straat gooien = slecht
- Descriptive norms  de perceptie van hoe mensen zich echt gedragen in een situatie,
ongeacht wat goedgekeurd wordt.
 Bloeddonatie  heel weinig mensen doneren bloed
 Afval  mensen laten afval achter in bios
Injunctive normen zijn beter in het stimuleren van gewenst gedrag, dan descriptive normen. Injunctive
normen zorgen namelijk voor normatieve conformiteit  we conformeren omdat iemands anders
gedrag ons laat zien wat de samenleving vindt.
Om het sociale welzijn te stimuleren, moet men worden herinnerd aan de relevante norm, dus
injunctive normen creëren een positieve verandering in gedrag.

Het boomerang effect kan ervoor zorgen dat de poging om het gedrag te verbeteren, juist zorgt voor
verslechtering van het gedrag. Om andere mensen te beïnvloeden is het van belang om te realiseren
dat sommige mensen above-average zijn (dit gedrag wil je verminderen) en sommige mensen below-
average (dit wil je behouden). Het below-average gedrag kan verslechteren, omdat het gedeelde
bericht geldt voor de above-average. Boomerang  het backfires.

Een andere manier om gedrag te beïnvloeden is de foot-in-the-door technique, nadat mensen hebben
ingestemd met een klein verzoek (een klein bordje in het raam) zullen mensen sneller instemmen met
een groot verzoek (een groot bord in de tuin). Dit komt doordat mensen zichzelf als meewerkend zien

,na het kleine verzoek, waardoor het oncomfortabel voor hen wordt om het volgende verzoek af te
slaan.

De tegenovergestelde techniek; door-in-the-face technique werkt ook. Hierbij wordt er eerst een
groot verzoek voorgelegd, waarvan je weet dat die wordt weggewimpeld. Dit zorgt ervoor dat het
tweede verzoek in vergelijking minder erg lijkt. Ook is het gevoel van interactie belangrijk, door eerst
een groot verzoek en dan een klein verzoek te vragen, lijkt het alsof je aan het onderhandelen bent.

Propaganda is een effectieve manier om gedrag te beïnvloeden. Dit is een systematische
manipulerende manier om de gedragingen van een grote groep te beïnvloeden doormiddel van
misleidende of emotionele beladen informatie te gebruiken.
Hitler en Goebbels gebruikten grote bijeenkomsten om de loyaliteit en de conformiteit aan de Nazi
partij te laten zien.

Een van de meest doorslaggevende sociale invloed is gehoorzaamheid. De fast-food restaurant hoax
is hier een voorbeeld van. Je denkt dat iemand een politieagent is, waardoor je je gedrag hieraan
aanpast.

The Milgram study was een experiment waarbij gehoorzaamheid werd getest. 1 deelnemer was leraar,
de ander werd leerling. De leraar moest dingen voorlezen en de leerling moest dit herhalen. Als dit
foutief werd gedaan, moest de leraar een schok toedienen aan de leerling. De leerling was een acteur,
waardoor het net echt was. Ook al ging het tegen de principes van de leraar in en wilde de leraar
stoppen, hij ging toch door omdat dit werd verteld aan hem. De factoren die ervoor zorgen dat iemand
gehoorzaamd aan iemand zijn:
- Normatieve sociale invloed  als iemand echt wil dat wij iets doen, is het moeilijk om
nee te zeggen.
- Informatieve sociale invloed  er was een expert aanwezig, dus de deelnemer luistert
naar de onderzoeker
- Andere redenen:
o Adhering to the wrong norm  Het probleem bij The Milgram study was dat
deelnemers gevangen zaten in een web van conflicterende normen, waardoor het
moeilijk was voor de deelnemers om te beslissen welke ze moesten volgen.
o Self-justification  door steeds toenemende schokken te geven, werd het interne
conflict van de deelnemer versterkt. Want als iemand eenmaal heeft toegezegd
aan de 15 volt schok, waarom zou je er dan niet 1 toedienen van 15 extra volt?
De meeste informatie kwam uit dit experiment na de 150 volt mark. Hierna voelde de deelnemers zich
het meest conflicted en angstig, de reactie op de toenemende druk van het morele conflict. Deze studie
wordt nu als onethisch gezien  laat tegenstrijdige doeleinde van de wetenschap zien; nieuwe kennis
vergaren, geen schade verrichten.

, Hoofdstuk 3 Sociale Cognitie – How We Think About the Social
World
Sociale cognitie  hoe mensen over zichzelf en de sociale wereld denken. Hoe mensen selecteren,
interpreteren, herinneren en sociale informatie gebruiken om tot besluitvorming te komen. Sociale
cognitie kunnen we opdelen in:
- Automatisch denken  het vermogen om te denken wat ons geen moeite kost. Het
automatisch denken helpt ons om situaties te begrijpen door het te vergelijken met het
verleden.
o Doormiddel van schema’s (mentale structuren) organiseren mensen hun kennis
over de sociale wereld in thema’s of onderwerpen, dit beïnvloedt de manier
waarop mensen dingen opmerken, herkennen en waarover zij denken.
 Iemand met Korsakovs heeft geen schema’s in zijn hoofd, waardoor zij
elke situatie moeten benaderen als de eerste keer.
o Als een schema zich op de voorgrond van de geest bevindt is er een makkelijke
toegankelijkheid tot het schema, en zal deze sneller gebruikt worden. Iets kan
toegankelijk worden vanwege drie redenen:
 Sommige schema’s zijn chronisch beschikbaar door ervaringen in het
verleden. Deze zijn continu actief en klaar om gebruikt te worden.
 Sommige schema’s worden toegankelijk doordat zij bijdragen aan een
huidig doel (als ik nu leer voor een toets over mentale stoornissen, zal ik
dat makkelijker toepassen in mijn leven, totdat mijn toets is geweest).
 Priming is het proces dat ervoor zorgt dat een recente ervaring ervoor
zorgt dat een schema toegankelijker wordt. Wel moeten de ervaringen
relevant zijn aan de situatie, voordat priming voorkomt.
o Het waarmaken van schema’s heet: de selffulfilling prophecy. Dit komt voort als
persoon a verwachtingen heeft over persoon b. De verwachtingen van persoon a
beïnvloeden haar gedrag, waardoor persoon b zijn gedrag ook wordt aangetast.
Hierdoor kloppen de verwachtingen van persoon a over persoon b.
o Fysieke sensaties activeren een metafoor, waardoor een frisse geur of een zwaar
object invloed heeft op je besluitvorming.
o Judgemental heuristiscs zijn mentale shortcuts die mensen gebruiken om snel en
efficiënt een besluit te maken.
 Availibility heuristic  een oordeel maken op basis van hoe makkelijk
je iets kan voorstellen.
 Representativeness heuristic  gebruiken we om iets te classificeren
doormiddel van hoeveel het overeenkomt met een typische verschijning.
 Base rate information is informatie gebaseerd op de frequentie
waarin mensen uit verschillende categorieën voorkomen in de
populatie.  Er wordt vaker gekeken naar individuele
eigenschappen dan naar de base rates.
 Het Barnum effect  veel studenten konden zich vinden in een
uitslag van een persoonlijkheidstest. Dit kwam doordat de
omschrijving vaag en breed genoeg was, waardoor iedereen wel
iets kon vinden wat overeenkwam.
Cultuur zorgt ervoor dat de schema’s in mensen hun gedachtes er anders uitzien. Iemand met de
cultuur van de Bantu heeft schema’s om koeien te herkennen, omdat dit belangrijk is voor zijn
inkomen. Een Amsterdammer kan een schema hebben om te voorspellen wie de winnaar van The
Voice kan zijn.
Mensen uit een Westerse cultuur hebben een analytic thinking style  een manier van denken
waarbij mensen focussen op de eigenschappen van een object, zonder de omgeving in acht te nemen.
Mensen uit Oost Aziatische cultuur hebben een holistic thinking style  een manier van denken
waarbij mensen focussen op de samenhangende context, vooral hoe objecten in verhouding staan met
elkaar.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ardinelanfermeijer. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.06. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

79223 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.06
  • (0)
  Add to cart